Een ‘Bruintje Beer’. Hij wist het altijd wel. Werden we voor een uitstapje mede genoodigd, dan had ‘Bruintje’ het zuinige plan de campagne vastgesteld: loópen moesten we, loópen.... Op een dinertje bij haar aan huis werden Bruins lievelingsboerenkostjes opgediend.
Ik was nu al dertien jaar en besloot haar langzamerhand van het tapijt te schuiven. Wat mij, achteraf beschouwd, helaas! volkomen gelukte.
Gegadigden voor de....
Eens werden onze logé, een Engelsch nichtje, dat toen in Haarlem woonde, en ik, uitgenoodigd om een dagje met onze tante naar Scheveningen te gaan. Aan het Weesperpoortstation zouden we elkaar ontmoeten. Tante stelde zich daar op, alsof we een Noordpoolreis moesten ondernemen. Ze commandeerde, vitte, berispte, droeg Annie op de spoorkaartjes vast te houden, tot eindelijk de conducteur het naderende vertrek aankondigde.
‘Hiér de kaartjes, hiér de kaartjes, geef ze nu mij maar, toe dan de kaártjes’. En in een mephistoofsche opwelling hijgde Annie: ‘Verloren’.
Tantes hevige beroering bracht mij er toe, haar te hulp te schieten.
‘Daár, vlak voor uw voeten liggen ze’.
En zooals veelal in het leven kreeg ik de haver niér.
Tante griste de kaartjes van den grond, verdacht mij van de euveldaad en stootte me van haar af.
‘Ik neem je niét mee, ik neem je niét mee, zoo rende ze maar heen en weer.
Wanhoop greep me aan. Ik durfde niet naar huis te gaan. Heel erg zou de straf zijn, die er op volgde, daar Moeder wijselijk, die lastige tante juist altijd in het gevlei kwam.
‘Instappen dames, instappen’, maande de conducteur.
‘Geliefde tante, lieve tante, tantetje lief’.
Ik beloofde, ik smeekte.
‘Ik neem je niét mee.... ik neem je niét mee!’
De locomotief stoot zijn schel gefluit uit, tante vliegt in de coupé en ìk.... stap mede in.
Klets deed de deur en we hobbelden gedrieën verwachtingsvol naar het beloofde land.