De Nieuwe Gids. Jaargang 52(1937)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 550] [p. 550] Verzen van J.G. de Ridder. Aan haar. uit sympathie opgedragen aan willem kloos en zijn echtgenoote Ik had zoo graag veel willen doen voor U, voor U. Maar, arme!, onder zoden groen sluimert gij nu. Ik vlocht een krans van innigheid voor U, voor U. Een grafkrans dekt de schamelheid, die rest van U. Ik hield mij dapper steeds en sterk voor U, voor U. Nu waardeloos mijn lied, mijn werk nog, zonder U. Gij waart mij àlles; wàt was ik voor U, voor U? Toch!.... àlles, tot mijn laatste snik zal zijn voor U! [pagina 551] [p. 551] Herinnering. Niets in Uw sterven heeft mij zóó getroffen Als Uw gelatenheid om heen te gaan. Nooit wist 'k, dat zoo ver boven stof en Zoo welbewust Gij boven smarten wist te staan. Vorige Volgende