| |
| |
| |
Bibliographie
Het Kloos-Bloc. Uitgave Firma Abels, Oudegracht 193, Utrecht.
De gedachte, waaruit het Kloos-bloc ontstond, is de volgende.
Er wordt in Nederland zeer veel geschreven, in vers en in prozavorm. Maar beseffen onze tegenwoordige schrijvers wel, dat hun uitdrukkingsmiddel, het woord, de taal, - het woord en de taal zijn, hun gegeven, hun geleerd door den Tachtiger Kloos, en berusten op Zijn inzicht, Zijn vondsten, en dus Zijn creatie zijn?....
Het thans gangbare, algemeen verstaanbare en te aanvaarden woord is aan Zijn initiatief, Zijn vernieuwend voorbeeld. Zijn geniale volharding te danken.
En daarom.... op iedere schrijftafel moet zijn naam gefluisterd worden; dagelijks moet men zijn beeltenis kunnen aanschouwen.... en dit is onze bedoeling met de uitgave van het Kloos-bloc, dat hoogst artistiek is uitgevoerd, en tegelijk een nuttig voorwerp is op elk bureau, terwijl de prijs valt onder ieders bereik.
De keuze van het portret van den Kloos-van-heden, naar de olieverfschilderij van Antoon van Welie, ter gelegenheid van Kloos' 75en verjaardag, is met opzet geschied, om daarmede uit te drukken, dat Kloos geen legende is, geen abstract begrip, maar dat hij leeft tusschen ons volk, leeft door zijn onvergelijkelijke Kunst en zich verheugt in aller liefde, van alle richting, streven of geloof. Beziet dat grootsche Dichtergelaat. Er ligt òver een paarse passiehuid, die de tweede, laatste lip neêrtrekt als in lust. Maar dan die oogen. De oogen lijden want zij schrijven de baan van 't menschenhart....
Holland is Kloos-land! voor nu en altoos.
Het Kloos-bloc is de eerste daad naar buiten van de jonge Utrechtsche Dr. W. Kloos-Vereeniging.... het is een daad, die de aandacht trekken zal, en een stellig succes met zich zal medebrengen.
Hans Stellwag.
| |
| |
| |
D. Gildenhuys. Getye. - Beperk, Kaapstad, 1934. Nasionale Pers.
Wanneer men de Afrikaansche taal slechts heel oppervlakkig kent, zooals bij mij het geval is, dan speelt juist haar idioom onze gretige ooren parten. Het primitieve, kinderlijk aandoende palmt ons in. Toch bemerkt men spoedig hier niet met voorname poëzie te doen te hebben. Het zijn frissche amoureuze en natuurminnende versjes, waarschijnlijk uit een onschuldig gemoed ontstaan. Voor den Zuid-Afrikaanschen dichter geldt echter hetzelfde als voor iederen anderen dichter: met wat gevoeligheid en beminnelijke wijsheid creëert men nog geen poëzie die waard is door haar bijzondere oorspronkelijkheid in vorm, klank, rhythme of beeld, langer dan een luttel aantal jaren te blijven voortbestaan.
| |
Luc van Hoek. Tussen Demer en Dommel. - Tilburg, 1935. Uitgeverij Triborgh.
Luc van Hoek is in 1910 geboren en bewijst reeds nu met de verschillende gedichten over een vroom en typisch gaaf talent te beschikken. Zijn eenzijdig afgestemde religiositeit staat de vrije ontplooiing van zijn verbeeldingsleven in den weg. Het visioen verschraalt daardoor, want de taalmiddelen - de steenen van het gebouw - worden geweld aangedaan. Slechts een heel groot dichter kan zich de luxe permitteeren om eenzijdig te zijn. Het genie spint nog garen bij datgene wat het talent verminkt.
Luc van Hoek moet zijn uitzicht vrij laten, den drang van zijn bloed en geest niet moedwillig dwarsboomen. Dat komt hier op neer, dat iedere kunstenaar verplicht is zijn talent de kansen te geven waar het recht op heeft.
| |
J.D. van Calcar. Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Paasspel. - Assen, 1936. Van Gorcum & Co. N.V.
Ernst, vrome zin en verzorgde taalbehandeling zijn de voornaamste kwaliteiten van dit Paaschspel. Het zou dom zijn om deze voortreffelijke eigenschappen gering te achten. Wat zich echter
| |
| |
als kunstwerk aandient moet aan een kunst-maatstaf getoetst worden. Dan blijft er echter van dit verheven bedoelde Paaschspel niet heel veel over. Het is te glad, te weinig geëmotioneerd. Het verheft zich ook niet op een hoog geestelijk niveau. Het is gelijkmatig, hetgeen juist het tegendeel is van de door taalplastiek gevormde passie, die men artistieke beheersching noemt. Het boekje zal overigens zijn weg wel vinden. De gemiddelde Hollander houdt er nu eenmaal van om centjes te sparen en gesticht te worden, zooals zijn purperen hartstochten zich slingeren van de komijne kaas naar de Volksuniversiteit.
| |
Liedjes van J.L.H.-S. - Haarlem z.j. H.D. Tjeenk Willink & Zoon N.V.
Elck wat wils. Hollandsche, Duitsche, Fransche en Engelsche gedichten. Allemaal ongeveer op hetzelfde peil. Voor almanak of de huiskamer niet onaardig.
| |
Jef Last. De bevrijde Eros. - Rotterdam, 1936. Brusse N.V.
Het is nog zoo kwaad niet om communist te zijn en de gast van André Gide ergens in Moorenland. Rekent u er maar gerust op, dat de groote Fransche verteller zijn gasten weet te ontvangen. In zijn mooi huis vindt ge al wat comfortabel is en zijn tuin is een klein lusthof. In een stoel, die tot luieren uitnoodigt aan het mondaine strand, tegenover het lachende blauw van hemel en zee romannetjes te zitten schrijven... zelfs menige burgerman zou het uithouden.
De communistische dichter Jef Last verrast ons thans met individualistische gedichten, gespeend van propagandistische partijpolitiek. Hij schijnt nogal gemakkelijk stapje-over te kunnen spelen. Wie is nu eigenlijk Jef Last? De maatschappij-hervormer of de perverse eroticus? In elk geval is deze poëzie als aesthetische uiting verre superieur aan zijn tendenz poëzie van vroeger. Mooie, sensueel gekleurde volzinnen komt men in dit werk tegen; strophen, kleurig en statig-bewegelijk als een dans van Teresina.
| |
| |
En toch is het procédé waarschijnlijk ook niet: Jef Last. Meer technisch bekeken houdt dit rhythmisch proza het midden tusschen de traditioneele maar statige poëzie van Noto Soeroto en het modernisme van J. van Schagen. Ik hoop, dat we in de naaste toekomst nu eens gewaar worden wie precies de dichter Jef Last is. De bijzondere prozaïst Last is dit den dichter Last verschuldigd.
| |
Th. Oegema. Verzen van een Venter - Rotterdam, 1936. W.L. & J. Brusse N.V.
Oegema weet nog niet precies waar hij staat. Laat hij maar leven, strijden en werken. Enkele heel curieuze zinnen wijzen op persoonlijkheid en fantasie. Bij de vele tekortkomingen zal ik niet stilstaan. Voorspellen blijft een hachelijke taak. En toch.... ik durf er bijna alles om verwedden, dat Oegema nog eens met oorspronkelijke en indringende gedichten voor den dag zal komen.
| |
H. Kuitenbrouwer/Ad. Sassen. Katholieke Poëzie na 1900. Een Bloemlezing. - Utrecht z.j. Uitgeverij Het Spectrum.
Zonder veel opzien en zonder meterslange inleiding hebben de heeren H. Kuitenbrouwer en Ad. Sassen een werk verricht, waarmede zij niet alleen de katholieken, maar eveneens elken neutralen poëzie-liefhebber een grooten dienst hebben bewezen. De inleiding geeft precies wat we noodig hebben. Iedereen kan ik aanraden dit doelmatig uitgegeven en billijke boekje te koopen. Hij zal bemerken, wat de katholieke dichters in ruim dertig jaren hebben gepresteerd. En dit is geen klein beetje. Er zat leven en groot kunnen in ouderen, zooals Guido Gezelle, Prosper van Langendonck, Eduard Brom, Karel van de Woestijne en vele anderen. Er zit leven en gelukkig weer een groot kunnen in jongere talenten als Marnix Gijsen, jan Engelman, A.J.D. van Oosten en Anton van Duinkerken.
Men behoeft het heel jeugdige gedicht van den drie-en-twintig-jarigen Paul Haimon er maar op na te lezen om er onmiddellijk van overtuigd te zijn dat vele der jong-katholieken weer met
| |
| |
dienzelfden moed zijn bezield, die hun godsdienst en kunst eens groot heeft gemaakt:
‘Van vreugde en van leed moet gij hier zanger zijn
en op de moerlemei van leugens en van laster,
rijm fors 't nieuwe lied en 't wapperend refrein’.
(Blz. 85.)
Naast deugdelijke en goede poëzie kwam ik in deze belangrijke bloemlezing verschillende voortreffelijke gedichten tegen.
Max Kijzer.
| |
Maria Peremans. Verhuyck (Congostraat 5, Gent). Chance.
Als verhaal in een tijdschrift kan ‘Chance’ ermee door; erg belangrijk is de levensbeschrijving van Caro Beekman (die zij, vrij onnatuurlijk, gedetailleerd doet aan een vriendin) niet; en waarom een novelle, die niet in den handel is, ter recensie gestuurd?
| |
Marie Gevers. De reis naar het land van belofte. - Z.H. Uitg. Mtsch., Den Haag.
Een boek van Marie Gevers, op de bekende smaakvolle wijze der Z.H. Mtsch. uitgegeven, en, op zijn meesterlijke wijze vertaald door Martin Premsela, dat is wel het neusje van de zalm. De omslagteekening van Mevr. Midderigh-Bokhorst geeft in een dubbel-figuur den geheelen inhoud van het boek weer in één beeld.
Marie Gevers is nu eenmaal een favorite van mij! Zij charmeert onuitsprekelijk, en deze ‘reis naar het land van belofte’ is wederom zoo menschkundig, zoo humaan, zoo fijn-psychologisch, en zoo verrukkelijk geschreven, dat men de bladzijden dóorleest, met een glimlach om de lippen en een verteederden ernst in den blik. Bij het vinden van Jean's handschrift denkt men onwillekeurig, - ai, daar krijgen we weer ouden wijn in nieuwe zakken opgediend;
| |
| |
maar, neen, o, neen, gelukkig niet. Marie Gevers is daartoe veel te origineel en zelve te begaafd om zoo iets noodig te hebben. De reis van Frère Jean wordt als basis gebruikt, om het verhaal op te bouwen, en met een volstrekt succes. Lees dezen ontwikkelingsgang van een menschenziel; ge zult van dit boek genieten in de heetheid en den chaos van het moderne leven, als van een koelen dronk, u geschonken in een landelijk-rustig prieel, met wilde rozen omrankt, op een klaren zomerdag.
| |
Alice Nahon. Maart-April. - De Ned. Boekh., Antwerpen.
Voor de kennis van de lieve en veelgeliefde Alice Nahon, is de biographie van Renaat Korten voor al haar vrienden, - (en de jonge dichteres had er vele, ook in Nederland!) uiterst welkom. De jeugdgedichten zijn zonder toelichting niet allen goed te begrijpen. Van de nagelaten verzen is het meest ontroerend: Ik ben een bloem van 't veld. Fraaie portretten en een paar facsimilé's van haar handschrift maken dit boekje nog interessanter.
| |
Alie Smeding. Liefde. - W.B., Amsterdam.
Het nieuwe boek van Alie Smeding is een der mooiste uitgaven der W.B. van den nieuwsten tijd, ja, is ook stellig een der mooiste boeken der laatste jaren in Nederland verschenen. Kent ge Dusty Answer van Rosamond Lehmann, en zoo ja, dan bewondert ge dit boek waarschijnlijk evenzeer zonder reserve als ik. Welnu: Liefde van Alie Smeding is het eenige werk, dat voor mij hier te lande dezen prachtigen roman aequivaleert. Dit is veel gezegd. Maar niet te veel. Liefde is geschreven met een wonderbare, bijna occulte intuïtie, een wonderbaar weten. Er is geen enkele aanmerking op te maken. Elke tasting, elke voorzichtige speuring, elke navoeling van het ragfijne zieleleven van kind, meisje, vrouw, is met onfeilbare juistheid gedaan. Dit boek getuigt van een ongelooflijke knapheid, van een, zou ik willen zeggen, meesterschap van gevoel en psychisch inzicht. Zelden heb ik zoo'n waarachtig boek gelezen. Het is volkomen goed.
| |
| |
| |
Drs. P. Dijkema. Brieven aan Ouders. - Erven A. de jager, Groningen.
Er zijn altijd ouders, die, wat de opvoeding betreft, gaarne raad ontvangen, en inderdaad kan het vaak hoogst nuttig zijn, mededeelingen te krijgen uit de ervaring van anderen. In theorie kan men genoeg raadgevingen uitdeelen en algemeene voorschriften geven, maar, och, aan de practijk getoetst, zullen zij dikwijls blijken van nul en geener waarde te wezen.... Immers, elk kind is een individualiteit op zichzelf, en ‘eines schickt sich nicht für Alle’. Toch, een boekje als dit van Drs. Dijkema zal velen welkom wezen. Het is verstandig, gevoelig en gegrond op ondervinding, opmerking en nadenken. Ouders en ook onderwijzers zullen goed doen, het zich aan te schaffen.
Jeanne Kloos-Reynese van Stuwe.
|
|