| |
| |
| |
Bibliographie
Marianne Philips. Henri van den Overkant. C.A.J. van Dishhoeck, Bussum.
Onder dezen lichtelijk-ouderwetschen titel geeft mevrouw Goudeket ons een nieuw werk, dat een gelukkige vermenging van ouderwetsch en modern moet worden genoemd. Haar stijl heeft een rustige gedragenheid, die weldadig aandoet, en het geduld, waarmede de schrijfster de ontwikkelingsgeschiedenis van haar Henri te boek stelt, is alleszins lofwaardig. Meermalen heb ik mijn waardeering (en in het geval van De jacht op den vlinder zelfs mijn bewondering) voor het werk van deze auteur uitgesproken; het verbaast mij daarom wel eenigszins, dat ik haar Bruiloft in Europa niet ter recensie ontving. Mevr. Goudeket is een zeer degelijke, begaafde schrijfster, en zij heeft de goede manier om ons een milieu duidelijk voor oogen te sellen, en ook haar psychologie is zeer overtuigend. De levensgeschiedenis van Henri zal nog worden vervolgd.
| |
Anke Servaes. Het Raadsel. Hollandia Drukkerij, Baarn. Gerda Rijnders-Versloot. Menschen kijken. Elsevier, Amsterdam.
Ik neem deze twee boeken tezamen, omdat zij zoozeer overeenkomen in stijl. Kort-afgehakt zijn de zinnen, ruw en snauwerig bijna. Is dit het allermodernste genre, om zóó te strijven? Ik kan mij niet voorstellen, dat iemand van deze harde, onvriendelijke schrijfmanier houdt. Van Anke Sevaes, de gevoelige schrijfster van b.v. ‘Spreekuur’ had ik een boekje als ‘Het Raadsel’ (verhalen van huwelijksconflicten, even aangegeven, niet verder uitgewerkt dan precies even noodig is) stellig niet verwacht. Als men het uit heeft, behoudt men den indruk, al had men een zeer zakelijke, bits pratende persoonlijkheid op bezoek gehad. Desalniettemin
| |
| |
bedoelt Anke Servaes het goed, en wil zij de tragiek uitbeelden in de kinderlevens, wanneer de ouders niet harmonieeren, waar de kinderen voor een onoplosbaar raadsel staan. (Maar toch kan men moeilijk zeggen, dat een Raadsel een kind ‘vertrapt’ en ‘zijn ziel in flarden scheurt’. En Anke praat ook al van ‘pyama’, in plaats van pyjama. Waarom maken de Hollanders noodlottigerwijze steeds deze fout? Geen enkel ander land zal deze onduldbare mis-schrijving begaan. Het woord moet een ‘j’ bevatten, omdat de stam ervan is ‘jam’. Men kan toch niet willekeurig een letter uit een woord weglaten? Men zegt toch ook niet ‘patalon’ of ‘chemse’ in plaats van chemise?)
‘Menschen kijken....’ naar een voet in beugel, - helaas, het is waar. Gerda Rijnders laat ons medevoelen, hoe dit moet werken op een gebrekkige. Haar uitbeelding van Geertje is aanvaardbaar. (Waarom die episode van het namaken der handteekening van den patroon, als dit toch nergens op uitloopt?) Behoudens haar afgebeten stelmanier, schrijft deze nieuwe schrijfster niet kwaad, maar zij spare ons voortaan s.v.p. ‘haren, die lachend een hoofd omlijsten, een gouden gloed, die in iemand brandt, wangen, licht overpoeierd, die doen denken ‘aan blijde bloemen in zomerzon’.
| |
Clara Asscher-Pinkhof. Voor een schuit met violen. H.P. Leopold's Uitg. Mtsch., 's-Gravenhage.
Stel u gerust, lezend publiek. Er zijn ook nog wel jongeren, die behoorlijk schrijven. Clara Asscher is er zoo eene. Haar boek over den man, die zijn leven er voor over had om een schuit met violen te kunnen schilderen, zoo hartstochtelijk als hij aangegrepen werd door die gloeiende, glanzende pracht, is heel prettig om te lezen, en het tintje humor hier en daar verhoogt de aantrekkelijkheid. Het karakter van den hoofdpersoon is fijn en natuurlijk geschetst, en ook de andere figuren voelen wij als volkomen werkelijkheidsgetrouw.
| |
Kitty de Josselin de Jong. Wending. J.M. Meulenhoff, Amsterdam.
En ziehier nóg een jongere, die het métier verstaat. Wij komen bij haar dadelijk in het verhaal, omdat wij niet worden afgestooten
| |
| |
door het bruuske duwen der zinnen tegen ons aan. Mej. de Josselin is gevoelig, zonder te raken aan den grens van het sentimenteele, waarvan men tegenwoordig een afkeer heeft, en wekt daardoor belangstelling voor haar personen. De figuur van Maarten staat ons levendig voor oogen en de beeld-symbolen zijner drie liefdesgeschiedenissen zijn bizonder treffend. In de breede rij der moderne schrijfsters neemt Kitty de Josselin de Jong met haar natuurlijk, echt en aangenaam talent een goede plaats in, die men haar van harte gunt, omda zij die, met haar werk, ten volle verdient.
| |
Mia Kloek-Pirée. De weg tot ons innerlijk. Instituut Coué, Amsterdam.
De sympathieke schijfster van Acht Lezingen (uitgave Hollandia Drukkerij, Baarn) verrast ons thans met een keurig boekje, waarin zij verschillende harer toespraken verzameld heeft, die wij met de meeste belangstelling, en haast altijd met instemming hebben gelezen. Mevrouw Kloek-Pirée bezit verschillende eigenschappen, die haar bij uitstek geschikt maken, een leidster, een helpster der lijdende menschheid te zijn: zachtheid, verstand, geduld, meegevoel. Op de allereenvoudigste wijze spreekt zij de menschen toe, in een voor ieder begrijpelijken trant; en haar toehoorders, hoe stug en ongeloovig en onwillig misschien in den aanvang, worden tenslotte gewonnen en overtuigd. Zooals Huebner het noemt: er zijn menschen als medicijn; welnu, ge kunt gerust gelooven, dat Mia Kloek-Pirée op anderen inwerkt als een heilzame medicijn. Neem deze lectuur ‘De weg tot ons innerlijk’ eens ter hand in oogenblikken van depressie, en tien tegen een, dat ge u daarna ‘a better and a wiser man’ voelen zult.
| |
Marie Koenen. Twaalf vertellingen. Het Poirtersfonds te Eindhoven.
Sinds haar prachtig boek Een Moeder is Marie Koenen steeds een favorite van mij gebleven. Zij schrijft zoo rustig en zoo natuurlijk, en in haar aangenamen stijl zet zij de menschen en de dingen zoo realistisch vóór ons, dat we ze in werkelijkheid schijnen mede te leven. In een kloeke, keurige uitgave, met goeden druk op goed papier, krijgen we verschillende aspecten van landelijk leven;
| |
| |
en een novelle als De Korenschoof behoeft voor het verteitalent van onzen geliefden Felix Timmerans niet onder te doen. De laatste schetsen zijn Kerstvertellingen, dus uit den aard der zaak wat tendentieus, wat ‘expres’, maar lees de overige vertellingen, en ik voorspel u, ge zult er vreugde aan beleven. Een lief portret van deze lieve schrijfster versiert den bundel.
| |
Nieuwe paden, door G. van Nes-Uilkens. Van Holkema en Warendorf, Amsterdam.
Nieuwe paden is een vervolg op Eerwaarde, en al hadden we er nog niet aan gedacht, het was eigenlijk wel te verwachten, dat mevrouw van Nes haar Eerwaarde en haar Wieske niet zóó maar, voor goed in den steek zou laten! Mevrouw van Nes heeft een publiek, dat haar aanbidt (getuige de herdrukken, die zij beleeft: Duikelaartje liefst de 18e druk, iets ongehoords voor Nederland!) en daar is natuurlijk een reden voor, en ik meen, dat de reden deze is: mevrouw van Nes is een persoonlijkheid, die geen blad voor den mond neemt; she calls a spade a spade (zij noemt een kat een kat, zeggen wij, meen ik, hier te lande); zij durft het aan om alle ontroeringen van een mennschenziel bloot te leggen, ook die, waar een andere Christelijke auteur wellicht voor terugdeinzen zou (zoo waag zijt het bijvoorbeeld ‘Eerwaarde’ om ‘een God met hersens’ te laten vragen), en het is deze vlekkelooze oprechtheid, deze natuurlijke moed, deze alomvattende menschelijkheid, die haar zoo uiterst sympathiek maakt voor een uitgebreid publiek, waaronder ook ik mij gaarne schaar.
Nieuwe paden is de geschiedenis van het bestaan in de stad van den buitenman Ine Snijders; is ook het vervolg der levenshistorie van Wietske, ‘Eerwaarde's’ geestelijk kind en geestelijke liefde, van Wietske, met haar jonge verlangens, haar opbruisende driften, haar daadkracht en haar gevoeligheid. (Heel mooi de nachtelijke wandeling der twee!)
‘Eerwaarde’ blijft Wietske's geestesheld, en geen wonder waarlijk! hij is de compleete, diep-menschelijke mensch, en vele, vele lezers zullen teleurgesteld zijn, dat de roman niet blij-eindigt met een huwelijk! Maar hiervoor is mevrouw van Nes nu weer een te zuivere realiste, en haar werkelijkheidszin gedoogt niet een te romantisch slot.
| |
| |
| |
Top Naeff. Juffrouw Stolk en andere verhalen. Van Holkema en Warendorf, A'dam.
Een nieuw boek van Top Naeff is een ware verrassing en deze bundel van zeven novellen is het bewijs, hoe voortreffelijk Top Naeff het korte verhaal beheerscht. Elk op zichzelf zijn deze vertellingen een roman in het klein; er kan niets af, er behoeft niets meer bij. ‘Juffrouw Stolk’ is het boeiende pendant van ‘Hunger’ in Die andern Tage van Vicky Baum en ‘In alle Menschen’, van ‘De heerlijke Zondag’ van ondergeteekende.
Top Naeff heeft, als zij schrijft, werkelijk iets te zeggen, en dat doet zij op een volstrekt origineele wijze. Een welkom geschenk (op den omslag verlucht met een als gebeeldhouwden kop der schrijfster) dat gretig cadeau zal worden gegeven en gretig worden ontvangen.
| |
Jeanne van Schaik-Willing. Nachtvorst. Querido, Amsterdam.
‘Es fiel ein Reif in der Frühlingsnacht....’ (zooals het in een oude Duitsche ballade heet uit Des Knaben Wunderhorn) is het thema, waarop mevr. v. Schaik's nieuwe roman is gebouwd. Wat schrijft zij uitstekend deze auteur. Men leest, men leest, en wordt ongemerkt meegevoerd op het rhythme van haar stijl, en men volgt de ontwikkeling van den hoofdpersoon, als leefde men in zijn onmiddellijke nabijheid, zijn leven mee. Nachtvorst is wel een der mooiste boeken, dit najaar verschenen. (Eigenaardig: een zeer gezien criticus beweerde, dat het jeugd-gedeelte verreweg het beste was, en dat de rest niet veel beteekende; een ander, niet minder modern en gezien criticus beweerde: De jeugd beteekent niet veel, de rest is verreweg het beste!!) Waar moet een arme schrijfster zich op die manier aan houden? Wel: aan zichzelf, uitsluitend aan zichzelf, en vooral in het geval van Jeanne v. S., die zulk voortreffelijk, voortreffelijk werk levert!
| |
J.P. Zoomers-Vermeer. De Villa Zonneoord. Van Holkema en Warendorf, A'dam.
Mevr. Zoomers is in het veelklankige orkest der hedendaagsche schrijvers, degene, die vrijwel altijd in mineur speelt. Zij werkt
| |
| |
soms beklemmend op den lezer; en zoo zou het ook met dezen nieuwen roman zijn, ware daar niet de sympathieke figuur van den dokter, de mooie, toegewijde persoon van den verpleger, en het lieve, zonnige dochtertje Hetty, die ‘altijd blij is te leven’, en ‘eigenlijk altijd gelukkig is’. Met meesterschap heeft de schrijfster de verschillende zenuwzieken uitgebeeld, en hoe liefderijk en begrijpend gaf zij ons de zielige Heleentje. Nergens een te veel. Nergens een tot sentimentaliteit verwordende gevoeligheid. Eerlijk, eenvoudig, natuurlijk, en door en door sympathiek is het werk van deze schrijfster.
| |
Ro van Oven. Hendrickje Stoffels. Ned. Keurboekerij, Amsterdam.
Deze roman uit het leven van Rembrandt, met als hoofdfiguur de pathetische gestalte van Hendrickje Stoffels, zal stellig de aandacht rekken, nu de film Rembrandt met Charles Laughton en Elsa Lanchester overal volle zalen trekt. Maar al hebt ge deze film niet gezien, dan zou ik u met klem willen aanraden: indien ge belang stelt in een van Nederland's grootste figuren en zijn omstandigheden, leest dan dit boek. De schrijfster Ro van Oven heeft er een ontzaglijke moeite voor over gehad, om ons een getrouw beeld te geven van de zeventiende eeuw, het gedrag en de taal der personen, die toen leefden, en vooral heeft zij Hendrickje Stoffels prachtig aangevoeld. Geloof mij, aan dezen historie-getrouwen, met aandacht, liefde en inzicht geschreven roman zult ge meer hebben dan aan de film, want hij zal een blijvend bezit voor u zijn.
| |
Henriëtte van Eyk. Intieme Revue. Querido, Amsterdam.
Er schijnt nog altijd een publiek te zijn, dat Henriëtte van Eyk's gemakkelijke grappigheid en haar gesol en gespot met hoogere standen kan savoureeren. Het is mogelijk, die kringen humoristisch te bezien en uit te beelden, getuige het onweerstaanbaar comische en toch nergens over de schreef gaande boek Highland Fling van Nancy Mitford. Hier is een beschaafde vrouw aan het woord, die de dingen welke zij beschrijft, van binnen uit en niet van buiten af heeft gezien, zooals Henriëtte van Eyk. Hoe kan men duldelooze flauwiteiten apprecieeren als b.v. de namen ‘Gravin Knal’,
| |
| |
‘Knakkerman’, mevrouw Camembert.... Knakson.... van Ratburgh.... Quall.... (De gh's en ae's en ck's worden, hoe goedkoop! kwistig aangebracht.) Ik erken, Henriëtte van Eyk heeft fantasie, maar een auteur-van-qualiteit, pent niet alles neer, wat hem voor den mond komt, maar is smaakvol genoeg, om te schiften en te kiezen. De lectuur van Henriëtte van Eyk's werk is geen genot voor mij, - maar zij behoeft zich dit geenszins aan te trekken, aangezien er zoo velen zijn, die haar wèl bewonderen en waardeeren. Maar als zij ondanks mijn depreciatie tóch een goeden raad van mij wil aannemen, dan kan ik haar adviseeren: lees, lees, en herlees Highland Fling, - ge kunt er heel wat uit leeren, en er uw voordeel mee doen.
Deze Intieme Revue, met het meisje Thérèse, die nu eens schrijfster wil worden, en dan weer de bruid is en dan weer niet, doet sterk denken aan de serie-teekeningen over Mariegold van Anna Zinkeisen, in het Engelsche tijdschrift ‘The Sketch’.
| |
Anna van Gogh-Kaulbach. Menschen van dezen tijd. J.M. Meulenhoff, Amsterdam.
De lieve, knappe, toegewijde schrijfster, die Anna van Gogh is, biedt ons wederom een gave van haar aangenaam en doorwrocht talent. ‘Menschen van dezen tijd’ is een nieuw staal van haar ernst en haar capaciteit; het is werkelijk een modern boek; mevr. v. G. stelt problemen, die zij ook zelve oplost; en dat heb ik altijd zoo in deze schrijfster bewonderd, dat zij nooit vluchtig over de dingen heenloopt, maar er zoo diep mogelijk in doordringt, en ze van alle kanten bekijkt. Haar menschen leven; wie onzer kent er geen Stella, geen Bertha, geen Joop, geen Jes, geen Gerard, geen Otto, geen Jan? Ook deze roman van de veel geliefde auteur zal zijn weg wel vinden; hij is boeiend geschreven, met de meest serieuse degelijkheid bewerkt, en hij geeft een beeld der heden daagsche wereld, dat wij moeten erkennen als juist.
| |
Fenna de Meyier. Doolhof. Hollandia Drukkerij, Baarn.
Fenna de Meyier behoort tot onze fijnste en beschaafdste schrijfsters, en haar nieuwe roman Doolhof geeft daarvan weer ten
| |
| |
duidelijkste blijk. Goed-gedacht, goed-uitgewerkt, goed-geschreven behoort dit werk tot haar allerbeste boeken. Hoe Peggy tenslotte uit de windingen en verwikkelingen van 's levens doorhof ten langen leste den veiligen uitweg vindt, is op alleszins psychologisch-verantwoorde manier beschreven. De verschillende vrouwenfiguren: Elma, Sonja, Miriam, geven kleur en variëteit aan het verhaal, wat evenzeer gezegd kan worden van de mannengestalten, waarvan Alfred de sympathiekste is. Ik voorspel deze roman veel succes.
| |
Anke Servaes. Kinderzaal. Hollandia-Drukkerij, Baarn.
O, gelukkig, gelukkig, hier hebben we onze eigen Anke weer terug, de Anke van Bezoekuur en Spreekuur, de gevoelige, sympathieke, innige Anke, naar wie we luisteren, ontroerd, geboeid in voortdurende aandacht. De hardheid van Het Raadsel, - hardheid, niet van gevoel, maar van stijl, is prijs-gegeven, en voor altijd, hopen we!) Hier vertoeven we zelf in de Kinderzaal, en met geleidelijk-zachten overgang glijden de filmpjes in en uit elkaar.... en wij lezen dit boek niet, maar beleven het, en voelen, hoe waar het is, als de schrijfster Liesbeth laat zeggen: ‘Daar (op de kinderzaal) gaf ik alles, daar aanvaardde ik alles, daar vond ik alles’. Dit is een kostbaar boek van waarheid, onzelfzuchtigheid, en de mooiste en hoogste liefde, en als zoodanig dozijnen romans waard, fictieve verhalen, die nóóit dit peil van grootsche menschelijkheid bereiken. Men krijgt na dit boek de schrijfster lief, met eerbied en bewondering.
| |
Jo van Ammers-Küller. De Sans-culotten. J.M. Meulenhoff, Amsterdam.
Het boek, waarop met verlangen werd gewacht, - daar ligt het dan nu, in keurige uitgave, voor ons. Het werk van Jo van Ammers geniet, ook in het buitenland, een groote reputatie, en volkomen terecht, want zelden leest men aangenamer, dan waar het een boek van deze schrijfster betreft. Hoewel zij ernstige en langdurige studiën maakt, is het toch nooit, dat men sent l'huile; de sterke, levende, moderne stijl maakt, dat men dit historische boek leest als een hedendaagschen roman. En alleen zóó is geschiedenis geniet- | |
| |
baar. En in de meest bewogen momenten (b.v. op blz. 239 ‘Vive la république!) bereikt mevrouw van Ammers een suggestieve kracht, die haar personen tot werkelijke, voelende menschen maakt, en den lezer zich doet verbeelden, in waarheid bij de gebeurtenissen aanwezig te zijn. Een hoogst interessant, een warm-levend, een blijvend boek....
| |
Mr. Corry Stoltz-v.d. Kieboom. Huwelijk met modern comfort. L.J. Veen, A'dam.
Wie klaagt, dat de uitgevers en de boekhandelaren zoozeer te lijden hebben onder den nood der tijden, omdat er haast geen boeken meer worden gekocht, en radio en bioscoop lectuur vervangen?? Indien dit waarheid was, hoe zouden er dan tien- en tientallen boeken van de persen komen? Het aantal is waarlijk overstelpend, en weken lang zit ik nu al den heelen dag te lezen en te lezen, omdat ik geen boeken bespreken wil, waarvan ik niet grondig kennis genomen heb. Enfin, ten slotte is het, als ons er voldoende tijd voor wordt gelaten, een aangename taak. En soms gewordt ons een werkelijke verrassing zooals b.v. met bovenstaand boek. Welkom, Meester Corry! die met één sprong op een in 't oog vallende plaats terecht is gekomen, en die ópvalt zelfs tusschen de overdadig-vele producten harer kunstzusters, die op het moment verschijnen. Mevr. Stoltz schrijft zeer natuurlijk, amusant, en toch gevoelig, en ik heb haar boek met het grootste pleizier gelezen. Ik vermoed dat deze nieuwe auteur werkelijk al meer en meer een aanwinst zal blijken.
| |
Wies Defresne. Klanten. E. Querido. Amsterdam.
Wat een typisch boekje is dit. Het staat volstrekt apart in onze moderne literatuur. Alle hulde aan den uitgever, die dit origineele talent ontdekte. De schrijfster weet intuïtief, wat humor is, en vergast er ons op, zoodat er bij het lezen voortdurend een glimlach om onze lippen speelt. (Heel anders dan bij Henriëtte van Eyk, die ons zoo dikwijls ergert door haar bedachte, expresse grappigheid.) We zijn benieuwd naar een volgend werk van deze ‘Nova’.
| |
| |
| |
H.J. van Nijnatten-Doffegnies. Ontaarde zoon. Van Dishoeck, Bussum.
De schrijfster van het levendige en gevarieerde boek der Merry musical ladies, slaat thans weer een andere snaar op haar speeltuig aan. ‘Ontaarde zoon’ is een ruige boerenroman in het Zolaïstische genre. De auteur schrijft een pittigen, krachtigen, overtuigenden stijl, en haar karakteristiek der verschillende personen is treffend. In critiek zijn er twee woorden, die het moeilijk is te vermijden, namelijk ‘knap’ en ‘aardig’; maar laat ik het nu toch maar eens zeggen: dit boek is knap, heel knap.
| |
J. Visser-Roosendaal. De Wachter. Schuyt, Velsen.
Ik houd zeer veel van een eenvoudig, natuurlijk verhaal als dit. Het is opmerkelijk, hoe goed, onrhetorisch, onsentimenteel en zuiverrealistisch er tegenwoordig geschreven wordt, zelfs door eerstbeginnenden, die niet door routine of oefening worden geholpen. ‘De Wachter’ (de naam van een molen, die het tegenover de moderne concurrentie niet houden kan) is zoo'n prettige verrassing en het onomstootelijke bewijs, hoe ontzaglijk-verbeterend de onafgebroken, half-eeuwsche arbeid der Nieuwe Gids-beweging heeft gewerkt. Allen, die de huidige schrijfwijze zoo heel gewoon, ja, vanzelfsprekend vinden, moesten eens een boek, willekeurig welk, van vóór vijftig jaren naast een pas verschenen uitgave leggen.... De Wachter is door den uitgever met tact in het juiste kader gezet. Innerlijk en uiterlijk een aangenaam boek.
| |
Outlook. October 1936. J.H. Whyte, Glasgow.
In het Schotsche tijdschrift Outlook treffen wij een bijzonder artikel over Holland aan van de hand van den ook in Nederland zeer bekenden auteur Dr. J.A. Russell, dat de vermelding overwaard is. In een zeer beknopt bestek slaagt Dr. Russell er in, ons een overzicht te geven, hoe Holland van een Empire werd tot een Nation, zooals hij zich uitdrukt. Zeer objectief stelt hij Holland's grootheid der vroegere eeuwen in het licht, (toen zeevaarders,
| |
| |
schilders, schrijvers konden concurreeren met alle andere landen van Europa) om ten slotte aan te landen bij de Beweging van Tachtig; ‘in the course of these fifty years of national reorientation’, zegt hij, ‘there has probably energed the most brillant set of writers the country has ever known’. Een hoogst lezenswaardig artikel, dat eindigt met Thackeray's meening, die Dr. Russell ook tot de zijne maakt: ‘I feel that a Dutchman is man and a brother’
| |
Salvador Hertog. De wilde schuit. Querido, Amsterdam.
Bijna nooit zijn wij zoo verrast geworden door een debuut als door dit. Zeldzaam knap en raak zijn de personen getypeerd; en in het Hollandsch bestaat er geen boek, waarin het zeemansleven zoo exact ‘ten voeten uit’ is afgebeeld, dat elke leek er de echtheid en de realiteit van voelt. Mooie gedeelten zijn er in: de nacht, waarin Dolf een snakkende behoefte voelt, om, in plaats van den onzekeren scheepsbodem, vasten grond onder de voeten te hebben; de onheimelijke tocht van Hein en Dolf; de bokswedstrijd; de personificatie van de boot hier en daar.... Uitzonderlijk knap is de sfeer op de ‘Wijkerhaven’ geschilderd, en.... met de eenvoudigste middelen. De verteltrant is volkomen natuurlijk en als-vanzelf-sprekend, zonder ooit een poging tot effectbejag. We zullen den naam van Salvador Hertog dienen te onthouden!.... Gelukgewenscht, jonge schrijver!
| |
G.H. Carroll. En de aarde draait. Vert. C. v. Nes-Uilkens. Ursula Parrot. Als wij opnieuw konden beginnen. Vert. Jan Campert. Trygve Gulbranssen. De weg tot elkander. Z. Holl. Uitg. Mtsch., 's-Gravenhage.
De Z. Holl. Mtsch. heeft wel een bizonder flair voor de keuze van boeiende lectuur. En heeft zij zich verzekerd van uitstekende romans en niet minder uitstekende vertalers, dan geeft zij haar boeken op de royaalste en keurigste wijze in het licht, in smaakvolle banden en met bandomslagen enz. van Anton Pick en mevr. Midderigh-Bokhorst. Aesthetisch ontbreekt er niets aan! En ook de inhoud dezer nieuwe werken; mevr. van Nes zegt van En de
| |
| |
aarde draait.... ‘Dit boek is als een album, waarvan elke bladzijde verlucht is met teere teekeningen’, en karakteristieker en juister zou geen critiek kunnen zijn! En: met De weg tot elkander is de trilogie der familie Bjorndal voltooid. Misschien is dit slotdeel nog wel het mooiste van dit machtig epos. Een prachtig, prachtig boek.
Als wij opnieuw konden beginnen.... is de treffende illustratie van de klacht, door zooveel menschen aan het eind van hun leven geslaakt.... Twee zeer mooie boeken, die men in onafgebroken spanning doorleest tot de laatste bladzij.
| |
M. Stiernstedt. Juffrouw Liwin. Vert. M. Basenau-Goemans. J.M. Meulenhoff. Amsterdam.
Een bizondere geschiedenis wordt ons hier geboden van een soort dubbelleven eener sterk uitgesproken individualiteit. Een knappe, karakteristieke studie van een begaafd schrijfster, die reeds met haar roman Vier Levens bij ons in Holland naam maakte. Een hoogst interessante en boeiende psychologische analyse, keurig uitgegeven, zooals de firma Meulenhoff dit gewoon is.
| |
Th.J. de Groot. De zwarte zeerover. Ill. H. Borrebach. A. Was-Osinga, Puck zet door. Ill. H. Borrebach. Mamma Inez. Ill. H. Borrebach. Marjan, wereldkampioene door Helen de Balbian Verster. Geïll. met foto's. Gebr. Kluitman, Alkmaar.
Zelden komen er zulke mooie collecties jeugdlectuur van de pers als bij de firma Kluitman. Verrassend is het nieuwe jongensboek, prachtig verzorgd, en geweldig boeiend van inhoud. We krijgen hier het zeerooversleven van den kant der zeeschuimers, maar de rechtgeaarde scheepsjongen, die er toevallig tusschen verzeild raakt, is, naar Hollandschen trant maar al te blij, als hij weer een eerlijke rol in de maatschappij spelen kan, ondanks den rijken buit, die wordt behaald.
‘Puck zet door’, - ja, ontegenzeggelijk zet zij door. Het is ongelooflijk, wat dit meisje van goeden huize als.... dienstbode
| |
| |
presteert, omdat zij niets anders vinden kon, en de nood dwong. Een allerliefst geschreven, en tegelijk leerzaam en opvoedkundig boek. (En ook op dit boek zijn de laatste regels van mijn recensie over Hermelijn van toepassing. Zie beneden!)
‘Mamma Inez’, - met recht kan dit boek een ‘jongemeisjesroman’ worden genoemd, en zij, die even boven den bakvischleeftijd uit zijn, zullen er mede dwepen. Het is dan ook een allerliefst boek, uitstekend genschreven, en de karakters zijn met sterke en toch fijne lijnen neergezet. Mamma Inez zal ook buiten den kring harer familie en kennissen algemeene sympathie wekken; en daar het verhaal zich geheel in het werkelijke leven voegt, zal het, om een tooneel-uitdrukking te gebruiken, ook nog wel een heelen tijd op het repertoire kunnen blijven. De meisjes Webers in hun bizondere positie, weten zich alleraardigst in het leven te handhaven, en een paar pittige kinderfiguurtjes zorgen voor de humoristische noot. Een debuut? Dan wel daarmee geluk gewensch, Minnie de Winter!
Marjan, de wereldkampioene, - hé, ja, zóó'n boek moesten wij óók nog hebben! zal de verraste uitroep onzer meisjes zijn, als zij de moedige, kloeke figuur van Marjan ontwaren. Ik klaagde wel eens, dat er voor meisjes slechts beperkte onderwerpen zijn, maar de inhoud van dezen goed-geschreven sport-roman is weer eens iets heel anders en dus als geschenk dubbel welkom. De foto's van L. Blok zijn magnifiek geslaagd!
| |
Mary Pickford. Kameleon-weeuwtje. Hollandia Drukkerij, Baarn.
Een verrassing! Wist u, dat de geliefde film-ster Mary Pickford, ook schreef? En hoe! Ik heb mij oprecht geamuseerd met dit geestig geschreven boek, met zijn origineele en spannende intrige! De goede vertaling is van mevr. Berkhout-Willemse.
| |
Dora Musbach. Verdwaalden. L.J. Veen, Amsterdam.
Mevrouw Musbach heeft haar eigen publiekje, dat van haar houdt, getuige de heele rij hoeken, die zij reeds heeft uitgegeven. Onder dezen lijkt mij Verdwaalden, met de goed-uitgebeelde figuur van Madeleine, wel een der beste. Ook verzorgt mevr. Musbach haar taal en stijl veel beter dan vroeger.
| |
| |
| |
Mia Bruyn-Ouwehand. Hermelijn. W.J. Thieme en Cie., Zutphen.
Een kloek en lijvig boekdeel voor oudere meisjes waarvan zij echt veel pleizier zullen beleven. Het karakter van Hermelijn is goed opgezet, en knap volgehouden, en ieder zal sympathie hebben voor de kranige wijze, waarop het meisje de moeilijkheden van het veelgeplaagde gezin het hoofd weet te bieden. Ook de andere figuren komen duidelijk en volkomen aannemelijk vóor ons te staan, en de beschrijving van school- en gezinsleven, met een normale afwisseling van vreugde en verdriet, is zeer natuurlijk en verdienstelijk gedaan. Als oudere bekoort het mij meestal weinig, dat men reeds op de eerste bladzijden weet, wie met de heldin later een paar vormen zal (de argelooze jongeren bespeuren dat niet zoo direct), maar mevr. Bruyn weet haar wegje heel aardig en ongemerkt naar het doel te leiden. Een in alle opzichten aanbevelenswaardig geschenk.
| |
In Memoriam J. Slauerhoff. V. Holkema en Warendorf, Amsterdam.
Een mooie gedachte om den jongen auteur J. Slauerhoff na zijn dood te eeren, en deze mooie gedachte is op piëteitsvolle wijze in daad omgezet. Vrienden, critici en medestanders leverden een veelzijdig en interessant getuigenis, dat een blijvend aandenken zal zijn aan dezen te jong verscheidene.
| |
A. Gervais. Chineesche Idylle. H. Talbot. Straatmadelieven. Boucher, Den Haag.
In de keurig verzorgde Karavaan-Serie verschenen weer twee nieuwe, handzame deeltjes, met voortreffelijken inhoud. Niemand late zich door den titel ‘Straatmadelieven’ (Little flowers of St. Pancras) afschrikken, het is juist een dood-onschuldig, menschelijk en fijn-humoristisch boek, en zeer geschikt voor ouders en opvoeders! De Chineesche Idylle werd door de Académie française bekroond. Het is aangenaam, dat de firma Boucher deze bizondere boeken thans onder ieders bereik heeft gebracht. Zij zijn goed vertaald en geestig geïllustreerd.
| |
| |
| |
Dr. Jac. P. Thijsse. Waar wij wonen. Verkade, Zaandam.
Elk jaar weer opnieuw bewonderen wij den smaak en het inzicht der firma Verkade, die kans ziet, haar albums aldoor even bekorend en aantrekkelijk te laten blijven. Dit boek is een verrukkelijke uitgave. Niemand minder dan de alom bekende en vereerde Jac. P. Thijsse schreef den tekst; een hoogst interessante verhandeling over het Hollandsch landschap, zijn ontstaan en ontwikkeling. En de platen van het beminde trio Voerman, H. en C. Rol zijn als groote en kleine schilderstukken. Nog meer dan ooit zal men dit album in zijn bezit willen hebben.
| |
Java. Tweede deel. Beschreven door J.C. Lamster. Uitg. Droste, Haarlem. Gekleurde platen en teekeningen van G.S. Fernhout.
Wanneer men dit mooie album met aandacht heeft bekeken en gelezen,, is men op de prettigste wijzet op de hoogte gekomen met alles wat onze voornaamste koloniale bezitting betreft. De gekleurde platen, plaatjes en teekeningen geven duidelijke beelden, en de tekst verklaart en beschrijft, zeer leerzaam, gewoonten, gebruiken, leefwijzen en bedrijven van het Javaansche volk. Een mooi en prettig bezit, voor oud en jong.
| |
A. Hamaker-Willink. Puump. Matthijs. Oom Arend's huis. J.M. Meulenhoff, A'dam.
Iets nieuws en allemenschelijk aardigs zijn de prenteboeken van mevr. Hamaker, stevig uitgegeven en met ruggen, dichtgenaaid met ijzerdraad, dus onverscheurbaar. De tekst is alleraardigst, de teekeningen, ook van mevr. H., zijn vroolijk, geestig, vlot.... wat wil men meer?! Onovertrefbare cadeauboekjes voor de aanstaande feesten!
Hetzelfde kan gezegd worden van de Omnibusboeken van denzelfden uitgever (verkrijgbaar in één dubbel deel, of in twee deelen). Wie is op dit geestige idee gekomen, om verzamelingen verhaaltjes van de beste kinderschrijvers uit te geven in dezen alleraardigsten vorm? Alle hulde, mevrouw de Boone-Swartwolt en
| |
| |
mevrouw Hamaker-Willink, voor de samenstelling! en firma Meulenhoff voor de keurige, kleurige uitvoering. Deze mooie boeken zijn schatten voor het jonge volkje, en vele ouders zullen denken: Hadden wij maar zóó iets in onze jeugd gehad! en ze met blijdschap aan hun kinderen schenken.
| |
Mien Labberton. De bondsdag. R. Oostra. De blijde boodschap onder de Indianen. Dora Coolsma. Uk's Kerstfeest. Van Gorcum & Co. Assen.
Ook de firma van Gorcum zorgt maar wát goed voor het jonge volkje, voor de ouderen, jongeren en allerjongsten. Zij geeft steeds bevattelijke en boeiende verhalen, meestal heel goed geïllustreerd. En de prijs stelt ze onder ieders bereik. De nieuwe reeks ‘Akkerklokjes’ is zeer aantrekkelijk; en de ‘Bijbelboekjes’, naar het oorspronkelijke Engelsch van Mary Entwistle bevatten schattige gekleurde plaatjes.
Nagekomen.
| |
J. Oterdahl. Late Zomer. Vert. N. Basenau-Goemans.
Nog juist op tijd voor den dag der geschenken verschijnt deze welkome nieuwe uitgave, en ook verrast de firma Meulenhoff ons nog met een allerliefst kinderboek van N. van Hichtum, met de onvolprezen ‘Zwartjes’ van Jan Wiegman.
Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe.
| |
Anton van Duinkerken. De Menschen hebben hun Gebreken. 1935, N.V. Paul Brand's Uitgeversbedrijf, Hilversum.
In zijn over het geheel prachtig stuk proza Jan Lubbes, voorkomende in den bundel De Smalle Mens, zegt E. du Perron over het uiterlijk van Anton van Duinkerken, dat deze ‘de charmes blijft uitstralen van de sigarenhandelaar.’
Aan die onvriendelijk bedoelde, doch verder nietszeggende en
| |
| |
tevens niet ter zake doende woorden moest ik denken bij het lezen van dit boek. Van D. heeft gelijk: de menschen hebben hun gebreken, ook de niet lichamelijke. Waarom zou een E. du Perron er dan vrij van zijn? Gelukkig echter is men die men is, en niet zooals men ons belieft te noemen. Was het tegendeel waar, Van D. zou den moed missen ooit meer een letter van zijn hand te publiceeren. Want niet alleen andersdenkenden dan hij hebben hem fel bestreden. Zijn geloofsgenoot Ernest Michel, in diens kwaliteit van mederedacteur van wijlen het tijdschrift De Paal, rekende hem b.v. onder de schrijvers van ‘treinlectuur’ en ‘krantenkul’. Met dat al is Van Duinkerken een auteur met kwaliteiten.
In dit boekje heeft hij getracht het wezen van enkele vermaarde auteurs te kenschetsen, waarvan bekend is dat zij lichamelijk tot de misdeelden behoorden. Zijn proza handelt over den bultenaar Esopus, den blinden Homerus, den jichtlijder Erasmus, den dooven Ronsard en den leelijken Andersen. Van D. gaat van de veronderstelling uit, dat het schrijven hunner wat men noemt meesterwerken in hoofdzaak het directe gevolg is van hun gebrek. Het valt niet moeilijk deze stelling op afdoende wijze te weerleggen. Ook zij, die lichamelijk tot de normalen gerekend kunnen worden, schrijven immers ‘meesterwerken’! Een troost rest er: niemand is in dien zin normaal te noemen. M. i. concentreert Van D. zijn aandacht al te zeer op het zichtbaar gebrek van zijn figuren. Een veel voorkomende fout. Spreken o.a. vele critici doorgaans niet telkens van den blinden dichter Penning en van den blinden Van Genderen Stort? Men legge toch vooral den nadruk op iemands kunstenaarschap en niet op zijn blindheid of welk gebrek dan ook. Erasmus was niet de aan jicht lijdende schrijver, maar de schrijver die aan jicht leed. Dit is de zuivere kenschets van den misdeelde. Maar, had Van D. ten opzichte zijner besproken figuren een dergelijk standpunt ingenomen, dan ware zijn boekje ongeschreven gebleven. Nu is het een kleine bundel proza geworden, aangenaam van toon, waarin de auteur Anton van Duinkerken zoo maar eens iets over diverse stervelingen ten beste geeft, en die door hem ingeleid wordt met een bizonder geslaagde ballade.
Willem Eges.
| |
| |
| |
Lode Zielens. Nu begint het leven. - Amsterdam 1935. Uitg.-Mij. ‘Elsevier’.
Een boek van na-oorlogsche misère. Simon Dheere, frontsoldaat, komt met zijn strijdmakker Julien naar huis terug. Met een souvenir doux: gas in de longen. Julien vindt zijn vrouw terug, Simon een leeg huis. Zijn mooie, blonde Irène is er met een ‘mof’ vandoor. Hij blijft nu bij zijn oude moeder. Zij schreit veel om hem en begrijpt wat het gemis van Irène voor hem beteekent. Om elke herinnering te ontvluchten vertrekt hij met zijn moeder naar een huisje aan zee. Eenzaamheid knaagt. De moeder wordt zwakker, teert weg, sterft. Het gemis van Irène blijft in zijn knoken. Heimwee naar zijn oude strijdmakker Julien vervult hem. Hij zoekt hem op. Dood. Slachtoffer van de frontziekte. Simon vertrekt naar de stad en komt in een pension terecht, dat door vreemdsoortige menschen gedreven wordt. Mira, de zonderlinge oud-kapitein, met zijn vriendin Emma staan aan het hoofd van het pension. De oud-kapitein heeft haar spontaan uit de misère gehaald en voorgoed met haar drie jongens bij zich gehouden. Haar zuster Aline, een bloeiende deern staat Emma in het logement terzijde. De moeite waard zijn de gesprekken tusschen de chronisch beschonken kapitein en Simon. Daar tusschen in mengt zich een verloopen sujet, de idealist en levenswijsgeer Willem Lied. Simon werkt op een fabriek van radio-werktuigen en vindt daar in Andreas met zijn gesloten karakter een werkelijk kameraad.
Simon ontmoet een vrouw, die al wat er aan nood en verlangen in hem sluimert, onmiddellijk en ten volle bij hem opwekt. Voortaan is zijn leven gericht op Paula. De Don Quichotterige kapitein, door eigen temperament geknecht, springt op een nacht plotseling het raam uit. Hij is ernstig gekwetst. De gezonde, verliefde Aline nadert den gecompliceerden en meditatief aangelegden Simon. Hij weert af. Paula beteekent rust, de zachtgouden afronding van zijn monotoon bestaan. Een groote gebeurtenis in Simon's leven is de ontmoeting met Maria, de serene vrouw van Andreas. Deze laatste met zijn zwerversnatuur is niet altijd gelukkig met Maria. Dan wordt Simon gewaar, dat Paula een vriendin van haar is. Spoedig ontstaat er een edele vriend- | |
| |
schap tusschen Maria en Simon. Het dochtertje Julia wordt zijn speelkameraadje. Eindelijk ontmoet hij Paula weer bij Maria thuis. Zij vertellen van hun leven. De berusting van Maria behoort niet tot het wezen van haar anders geaarde vriendin. Paula treurt om haar dooden man. De liefde houdt bij den dood niet op. Het leven grijpt en geeselt deze vurige vrouw echter. Intusschen versombert en verarmt de zwerver-idealist Lied. God liet hem nog één taak: de verpleging van den eenzamen kapitein. Simon's droomerige aard openbaart zich, wanneer hij eindelijk Paula dichter genaderd is. Zij zijn op haar kamer. Haar flinkheid ontwapent hem. Hij wil van liefde spreken, maar zij eischt de daad. Dien nacht blijft hij. Hij wil trouwen en kinderen hebben, maar zij durft nog niet. Kapitein Mira is stervend. Eenzaam maakt de kapitein zijn laatste reis, zonder in de gelegenheid te zijn afscheid te nemen van Emma of Simon.
Mooi verbeeld is de devote verhouding tusschen Maria en Simon. Haar godsdienst is die van het geduld, haar liefde: geven. De fijngevoelige zonderling Lied vindt tenslotte een onderkomen bij zijn liefdeloozen zoon. Hij wordt er geduld. De pijn die hij hiervan ondervindt, treft hem als venijnige messteken. Simon vereert Maria, Paula heeft hij lief. Paula waardeert hem. De kilte van haar doelloos alleen-zijn maakt wonden. Zij stemt, tot groote vreugde van Maria, in een huwelijk toe. Zij trouwen en krijgen een zoon. Petruske is zwak. Een zwakke vader. Simon heeft angst. Paula's herinnering aan haar eersten man is nog niet verdwenen. De verwaarloosde Maria is hun trouwe gast. De bandelooze Andreas gaat koppig zijn eigen wilde dwaalwegen. Lied had het de laatste dagen van zijn leven materieel te goed en is van verdriet gestorven. Simon blijft de bespiegelende droomer en Paula wil leven, niet redeneeren. Zij vertrekken naar een arbeidershuisje in de duinen voor het zwakke knaapje. Simon en Andreas ontslagen. Winter en werkeloosheid. Stug gaat Andreas langs hem. Nieuw verlangen in Simon: een dochtertje. Helga moet zij heeten.
Op een avond, heel laat, staat plotseling Maria voor hen. De ontrouwe Andreas is weggevlucht met Aline en zij hebben de kleine Julia mede genomen. De beproefde Maria blijft bij haar vrienden. Na langen tijd, onverwachts, komt Andreas terug, be- | |
| |
rooid in alle opzichten. Aline bestaat niet meer voor hem. Nu heeft hij zijn demon overwonnen, want hij heeft werkelijk geleden. Als een paria wil hij naar het verre Amerika uitwijken, want hij schaamt zich. In de gelukkige moeder Maria echter is slechts plaats voor vergevingsgezindheid. Andreas begint, door haar gesteund, een beter leven. Paula en Simon zijn het reeds begonnen. Zij is eindelijk verteederd door het eenvoudig goede, dat Simon haar schenkt. Aan Maria's leed en gemis heeft zij bemerkt, dat haar nog veel van het goede en vruchtdragende geschonken was. Heeft de dokter niet voorspeld, dat hun zoon zal opgroeien tot een krachtigen man? En nu verwachten zij Helga. Zij gaan naar een huisje aan zee. Daar wacht het beter leven.
Een mooi boek, vol verrassend avontuur van den internen mensch en fantastische doch niettemin reëele karakterteekening. De auteur verstaat het de deernis, den deemoed en den honger naar liefde, die den eenvoudigste onder ons als verdwaasd opzweept, suggestief en compleet weer te geven. De verfijnde lettré en voortreffelijke psycholoog Philip de Pillecijn doet ons aan den vroegeren Arthur van Schendel denken. Lode Zielens herinnert ons onmiddellijk aan het leven zelf, gelijk Slauerhoff, Jef Last, Joseph Roth, en Céline. Figuren als kapitein Mira en Lied, mogelijk iets te romantisch, zijn onvergetelijk. De taal is een enkele maal wat te dik, doch in den regel echt en gevoelig. Dat een schrijver, die de meest instinctieve en juist daardoor vreemdste menschmotieven met het woord aannemelijk moet maken, dikwijls in de nabijheid van het melodramatische opereert, valt te begrijpen. Dit boek is breeder uitgewerkt dan het voortreffelijke, doch m.i. nog iets te lyrische De Gele Roos. Ook in Nu Begint Het Leven staan ontboezemingen de epische duidelijkheid in den weg. Na het eenigszins stijve begin wikkelt het bewogen en belangrijke verhaal zich vlot af. Men heeft gegronde reden om van dezen schrijver te verwachten, dat hij in de toekomst een verhaal zal samenstellen, dat inderdaad de volkomen gave episch-dramatische vertolking is van zijn figuren, die hij reeds thans tot leven weet te wekken. Lode Zielens was reeds met Het Duistere Bloed op weg een schrijver te worden van Europeesch formaat. Hij is het nog. Doch hij is ook in staat dit uitzonderlijke inderdaad te bereiken.
| |
| |
| |
Johan van der Woude. Macht over Granvell. - 's-Gravenhage 1935. H.P. Leopold's U.-M.
Een boeiend boek. De lezer weet, dat ik bovenmate verheugd ben, wanneer ik dit van een in het Nederlandsch geschreven boek kan getuigen. Reeds daarom kan men dezen jeugdigen auteur gelukwenschen. Wie aan het talent van Johan van der Woude twijfelt, behoort tot dat gilde der letterkundige zwartkijkers dat ik in mijn hart verafschuw. Toch ben ik niet tevreden. Deze roman is geen typische Van der Woude. Niet omdat het geen historische roman is, integendeel, daar ben ik juist blij om, maar het heeft niet dien oorspronkelijken levenskijk en daardoor die letterkundige beteekenis, waardoor zich tot dusverre Johan van der Woude van zijn honderden collega's onderscheidde. Zijn bijna argelooze, charmeerende taal is geheel anders uitgevallen dan men aanvankelijk had mogen verwachten. Dit spijt me geducht. Ik kan de gedachte niet van me afzetten, dat hij de trilogie van Joh. Fabricius eenigszins wil imiteeren. Johan van der Woude is kunstenaar genoeg om zelf te weten, dat zoo iets zeer goed mogelijk is, ook al komt de inhoud van hun boeken niet overeen.
Toch blijkt nu duidelijk, dat men Johan Fabricius als romantisch verteller en taalartist niet moet onderschatten. De gloed, die het proza van den schrijver van Komedianten trokken voorbij kenmerkt, is bij Van der Woude veel sporadischer aanwezig. Sociaal zijn de figuren van den laatste misschien beter aanvaardbaar dan die van Fabricius, in zijn persoonstypeering is hij echter veel minder helder en overzichtelijk. Zijn romanconceptie is te ingewikkeld van opzet en bedoeling om geheel uit de verf te komen. De families, die met elkaar in verbinding staan, doen dit op willekeurige wijze. Dat de zonden der vaderen bezocht worden tot aan het vierde en vijfde geslacht wist de grootste der naturalisten Emile Zola eveneens. Het lot, het noodlot en het hereditaire echter, dat de leden van de familie Rougon Macquart met elkander verbindt, is bijna wetenschappelijk dwingend en nimmer toevallig. Ook in den majestueuzen roman Germinal leeft een sociaal ontwakend bewustzijn, dat echter in elk opzicht verantwoord is; het milieu maakt hier voor een deel
| |
| |
het essentieele uit van Etienne, de hoofdfiguur uit Germinal en van zijn medefiguren.
Johan van den Woude is te romantisch en te vaag in zijn uitwerking om dit bewustzijn van deze gecompliceerde families, die zoowel in Mexico, in Nederland als in Engeland leven, voor den lezer als noodzakelijk voelbaar te maken. Ik geef onmiddellijk toe dat het fatale en gepredisponeerde, dat zich over deze geheele familie Granvell uitstrekt, ook werkelijk in zijn tragische aanwezigheid door ons wordt ondergaan. Afgezien nog van het vage en toevallige dat deze grootscheeps opgezette roman ernstig afbreuk doet, stelt dit werk toch te leur, omdat het oorspronkelijke waardoor Johan van der Woude zich zoowel wat inhoud als taal betreft van de meeste andere schrijvers onderscheidt, hier nagenoeg is verloren gegaan. Het succes van Johan Fabricius moge verblindend werken, wanneer Johan van der Woude zich er door laat beïnvloeden, zal dit ongetwijfeld zijn in de kern anders geaard talent schade doen.
| |
B. Stroman. Obbe Philipsz. Oudste der Doopers. - Hilversum 1935. Rozebeek en Venemans.
Dit prachtige, fel bewogen en belangwekkende verhaal verbeeldt den strijd, het lijden en eindelijken opgang van Obbe Philipsz, den oudste der doopers. Het is de kamp om de eenige en hoogste liefde, die van God is en die hij en zijn broeders onmiddellijk willen ervaren. De Christen heeft slechts te strijden met het Woord Gods in zijn hart en in zijn mond.
Het eerste gedeelte van het leven van dezen dweper wordt beheerscht door een twijfel, die brandt als onderhuidsche pijn. Wel is hij zeker van Gods macht, maar wie spreekt woorden van waarheid? Zijn vertrouwen in de almachtige genade van den Heer is volkomen, wit en onaangetast. Hoe zal hij de anderen overtuigen? Op samenkomsten heeft hij getuigd van het Koninkrijk Gods, van den Vrede des Vaders. Hij bemerkt dat zij moedwillig het Woord Gods anders willen uitleggen dan het er staat. Hij toornt, doch tegelijkertijd lijdt hij om hen, want als een vlam leeft het zekere weten in hem: wat zij willen zal verderf brengen,
| |
| |
een ramp die thans reeds rondsluipt, waartegen hij zal moeten vechten. Begrijpen zij dan niet, dat God Zijn Rijk stichten zal, wanneer daartoe Zijn Tijd is gekomen? Wie God ontmoeten wil zal in volkomen rust en ootmoedig geduld moeten dienen en wachten. De menschen moeten vertrouwen; zij hebben slechts des Heeren Jesu Christi na te volgen. Eén is er van alle schuld vrij gekomen. Zijn bloed zal deze naakten reinigen en het verdoemelijke van hen afnemen.
Nadat ik deze prachtige bladzijden in mij had opgenomen, ben ik wat blijven peinzen. Ik kon er niet gemakkelijk toe besluiten om met ander werk te beginnen. Zoo verliteratuurd schijnt een zielige beoordeelaar nog niet te kunnen zijn, of de onvergelijkelijke schoonheid van het levenwekkende Woord overrompelt hem. Dit kleine boek van B. Stroman is iets uitzonderlijk moois. Het is doorleefd, doordacht, doorvoeld en verrukkelijk geschreven. Het ademt die scheppende en edele religiositeit, die een godsdienst en een leer groot maken. En wanneer mijn gedachten dwalen, dwalen ze natuurlijk af naar.... de literatuur. Toen ik zoo dacht aan de ontzaglijke gevarieerdheid en den rijkdom van den menschelijken geest, schoot mij onwillekeurig zijn letterkundige antipode in de gedachte, ik meen: den Vlaamschen schrijver Raymond Brulez. B. Stroman heeft den ernst van den ernst en Raymond Brulez den ernst van de verfijnde grap, de ironie. Hoe verschillend zijn beiden van levensopvatting, taalhanteering, werkwijze en verhaalmotief! Bij Raymond Brulez een glimlachende en speelsche levensphilosophie, waarvan de lichtvoetige charme U geurig tegen lacht als orchideeën in een slanke kelk. Bij den auteur van Obbe Philipsz ontmoet ge een diep wortelende religieuze aandrift, waar geen plaats meer is voor ironie of sarcasme, maar waar het bloedige leven veel eischt en wreed alles opeischt wat de arme rijke mensch aan ziels- en lichaamskrachten in zich heeft.
Wat ik mijn lezers slechts verzoeken wil is dit: onthoudt de namen van deze twee zoo zeer uiteenloopende voortreffelijke kunstenaars, van den Vlaming Raymond Brulez en den Hollander B. Stroman. Beiden zullen den aandachtigen en gevoeligen lezer in de toekomst nog wel meerdere malen schoone verrassingen bereiken. Gaarne zou ik U uit dit krachtig gestyleerde boek vele
| |
| |
bladzijden citeeren. In plaats daarvan wil ik dengene, die zich in onzen vlakken en droefgeestigen tijd nog voor het kernige en in den besten zin des woords verhevene interesseert, aanraden dit boek onverwijld te koopen en er zeer rustig van te genieten. De firma Rozenbeek & Venemans heeft het keurig verzorgd uitgegeven. Jozef Cantré maakte enkele karaktervolle en sierlijke houtsneden voor dit nobele werk.
| |
Alph. Timmermans. Toekomst. - Leiden 1935. A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V.
Het dramatische en actieve bestaan van Wotje Koffie, arbeider aan een steenfabriek en weduwnaar. Dit primitieve leven speelt zich af in ‘De acht zaligheden’, een buurtschap in Noord-Brabant. De liefde van Wotje voor zijn gebrekkig dochtertje Drieka is aangrijpend en ons met het essentieel-plastische woord ingekerfd. Drieka sterft en Wotje weet, eerst na vernederende worsteling met het leven, te berusten.
Brabantsch volksbestaan. Beschrijving van een ruw maar bewogen gemoed, niet zoo breed en architecturaal uitgewerkt als Antoon Coolen dit vermag, doch psychologisch en aesthetisch even zorgvuldig doorwerkt. Ik verwacht veel van Alphons Timmermans.
Max Kijzer.
|
|