De Nieuwe Gids. Jaargang 50
(1935)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 206]
| |
Maandelijksch overzicht
| |
[pagina 207]
| |
juiste woord op de juiste plaats; wat hij zegt is gaaf, af, in zichzelf compleet. Hij is de meester in het verwoorden zijner gevoelens en in de gevoelens van anderen; en hij is zóó concies, en hij weet zóó volmaakt goed zijn woorden te kiezen, dat hij in een paar zinnen, een geheelen roman evoqueert. Sie saszen und tranken am Teetisch, und sprachen der Liebe viel.... ‘Die Liebe musz sein aesthetisch’,
Der dürre Hofrat sprach.
Die Hofrätin lächelt ironisch,
Und dennoch seufzet sie: ‘Ach!’
Is in de laatste twee regels niet een geheele novel in a nutshell vervat? En: Es war ein alter König: Der arme alte König
Er nahm eine junge Frau.
Der arme alte König.... ook voor den koning, en niet alleen voor zijn jonge vrouw is de tragiek aan den gang, en om deze voelbaar te maken, heeft Heine slechts één woord noodig, als de toovenaar, die hij is.... het woord ‘arme’. En herinnert ge u ‘die ungetreue Luise’, en hoe zij terugkomt, en tegen haar vroegeren geliefde zegt: ‘Wie sind deine Hände so kalt und abgemagert.... In dezen enkelen regel ligt een lange roman van lijden en bittere ontbering verborgen.... O! Heine.... Wij waren op zeer jeugdigen leeftijd reeds met hem vertrouwd, wij kenden zijn Buch der Lieder uit het hoofd, en reciteerden in de Duitsche les op de H.B.S. zijn Die zwei Grenadiere, en waren verrukt, toen wij het door Arnold Spoel hoorden zingen met hartstochtelijken gloed, verve en overgave. Onze liefste jeugd-herinneringen zijn aan Heine vast-geknoopt; de geïllustreerde pracht-uitgave zijner werken in ons huis maakte een feest voor ons, als wij die mochten doorbladeren, en hoe dikwijls deden wij dat niet! Welk een enormen indruk maakte op ons Der Rabbi von Bacharach, en hoe speet het ons, dat het onvoltooid is gebleven, - en hoe diep werden wij ‘erschüttert’ door Donna Clara of Ritter Olaf.... | |
[pagina 208]
| |
‘In het algemeen kan men zeggen, dat Heine's kunst was een preciese weergave zijner persoonlijkheid: wat hij dacht en vond, wat hij zag en droomde, schreef hij neer als vers: ook het meest dwaze, of, in den zin der gewone menschen, ongeoorloofde, hield hij niet steeds onder zich, maar gaf het soms aan de wereld met kinderlijk-brutalen, bewust-naïeven geest.’Ga naar voetnoot1) Juist, zoo is het. En daarom is Heine's werk zoo aantrekkelijk en zal het onvergankelijk blijken: omdat men daarin den mensch voelt, den lievenden, lijdenden, sportenden, hatenden, reflectieven, spontanen, den veelverscheiden, absoluut-interessanten mensch. En bovendien: ‘.... was Heine niet een middelslag-mensch van alledaagsch verstand, gevoel en geest, neen, maar een man van zeer ongemeene gaven, intellectueele zoowel als artistieke, die daarmee zich heeft weten op te werken tot den rang van een blijvend wereld-talent. (Willem Kloos, Heinrich Heine als dichter.) Eenige jaren geleden verscheen er van de hand des heeren H.H. Houben een lijvig deel: Gespräche mit Heine (997 blz), waarin de samensteller met ongelooflijke volharding en geduld alles wat hij over Heine bij andere schrijvers heeft aangetroffen, tezamen bracht. En nu juist weer komt van de pers Heinrich Heine door Max Brod, (Verlag Allert de Lange, Amsterdam) waarin de geliefde mensch en dichter op een nieuwe, voortreffelijke wijze wordt beschouwd. Max Brod, zelf een schrijver van beteekenis, heeft Heinrich Heine, als het ware, geheel in zich opgenomen, en in zijn levendig geschreven boek, in aangenamen stijl, brengt hij ons een beeld van den onvergelijkelijken dichter, als hadde hij hem voor ons geboetseerd ten voeten uit, met de suggereerende, onvergankelijke kracht van een Auguste Rodin. Wie van Heine houden, - en wie doet dit niet om de een of andere reden, - wie in Heine belang stelt, - en wie heeft daar niet de een of andere aanleiding toe? - moet zich dit werk aanschaffen, om het telkens weer eens ter hand te kunnen nemen, want: ‘wo ihr's packt, da ist's interessant....’ en wáár men toevallig invalt, daar blijft men doorlezen, geboeid: ‘mit epischer Spannung erzählt der Dichter Max Brod das bunte und reiche Leben Heinrich Heines, und deutet gleichzeitig | |
[pagina 209]
| |
den Dichter Heine aus den Bedingungen seiner Zeit und seines Stammes, wobei er zu Andern als den üblichen Erkenntnissen über Heine und über das deutschfranzösische und deutschjüdische Zusammenleben kommt. Ein warmer Strom von Liebe läszt Heine's Leben und die Ewigkeitswerte seines Schaffens in neuer Frische erblühen. Max Brod verbindet mit wissenschaftlicher Exaktheit die dichterische Hingegebenheit an sein Objekt, sodasz das Bild des groszen, religiös gestimmten Suchers und Kämpfers Heine in klaren Umrissen entsteht.’ Met deze woorden kondigt de uitgever deze nieuwe biographie van Heine aan en zou de inhoud beter kunnen zijn gekenschetst? De uitgave is keurig verzorgd, met een alleraangenaamsten druk en een eenvoudig-smaakvollen band, en met een onbekend portret van Heine op den omslag, terwijl een tiental portretten aan het boek een nog grootere waarde bijzetten. De beschouwing van Mathilde Heine's portret doet ons ons verbaasd afvragen, hoe de fijne, spiritueele Heine het tot het laatst van zijn leven uithield met een persoonlijkheid, zóó in alles zijn contrast, zoo grof, zoo druk, zoo babbelachtig, zoo tuk op uitgaan en mooie kleeren is een raadsel, waarvoor de meest in psychologie geverseerde denker geen oplossing vindt. In het Haagsch Maandblad van Januari 1935 treffen wij een zeer lezenswaardig opstel aan van Dr. Ing. Louis G. Stokvis, waarin hij de liefdesverhoudingen van Rousseau met Thérèse Levasseur, van Heine met Crescence Eugénie Mirat (Heine noemde haar Mathilde) en van Goethe met Christiane Vulpius behandelt. Mathilde, die, zooals Heine zelf erkende, meer op een ‘wild dier dan op een mensch geleek’, heeft eens tegen Heine's vriend Laube gezegd: ‘Heine, c'est un très bon garçon, mais quant à l'esprit, il n'en a pas beaucoup.’ De ‘liefde van groote mannen is voor den buitenstaander vaak een raadsel; het eenige wat hieromtrent eenige verklaring zou hebben kunnen geven, zou geweest zijn, als bij hun leven reeds de psycho-analyse had bestaan!’Ga naar voetnoot1)
*** | |
[pagina 210]
| |
Met fijnzinnig begrip, groote zorgvuldigheid en een diepe liefde heeft Max Brod Heine's leven en karakter geschetst. Men leze met aandacht de psychologische uiteenzetting op blz. 62 en volgende, waar de schrijver zeer duidelijk aantoont, dat de Christenen vaak een geheel verkeerde voorstelling van het wezenszijn der Israëlieten hebben. De auteur voelt zich met Heine zielsverwant, en niemand beter dan zóó iemand kan Heine begrijpen en verklarend beschrijven. Men moet volstrekt niet denken, betoogt hij, dat alle Joden zaakkundig zijn georiënteerd, een aangeboren geld-instinct hebben, en steeds uit zijn op eigen voordeel. Zelbstzweck war ihm das Geld nie.’ En de knappe schrijver schildert Heine's ‘Sippen und Magen’ in hun verhouding tot den begaafden neef, en haalt het woord van Salomon Heine aan: ‘Hätte der dumme Junge etwas gelernt, so brauchte er keine Bücher zu schreiben’, en men verbaast zich, dat Heine, uit zulk een matter of fact familie voortgekomen, nog is kunnen worden, wat hij geworden is!.... Max Brod geeft ook met een oneindig meevoelen te kennen, hoe Heine jaren-lang zijn eerste liefde niet vergeten kon. Heirate mich, und sei mein Weib, Ottilie,
Damit ich fromm wie du und glücklich sei....
Dezen droom droomde de doodzieke Heine, en toen ontwaakte hij: ..................und ich war
Wieder ein Kranker, der im Krankenzimmer
Trostlos darniederliegt seit manchem Jahr.
Zijn vergeefsche liefde, zegt Max Brod, was een ‘nie verwundenes Unglück’. In Heine's beide drama's Almansor en Ratcliff, en bijna op elke bladzijde der gedichten, ‘taucht dieser Verrat der Geliebten auf. Er ist in der atemlosen Botschaft in der dem Knecht geheiszen wird, in König Duncan's Schlosz zu fragen, ob die braune oder die blonde Tochter die Braut ist. Er ist in Don Ramiro's gespenstigen Auftritt bei Donna Clara's Hochzeit. Im Lied vom ‘ewig verlorenen Lieb’. Im ‘armen Peter’ .... später noch in der groszen Romanze von Jehuda Halevi vielmehr in der Episode von Ibn Esra.... ja, noch in der Frau Abunde des Atta Troll glaubt man das Mädchen zu erkennen..., | |
[pagina 211]
| |
Qualvoll sterb ich hin, die Würzel
Meines Lebens ist verletzt;
Ach, das kommt von einem Fusztritt,
Den man mir ins Herz versetzt.
‘Die Wurzel meines Lebens ist verletzt’, - das konnte Heine mit tiefster Berechtigung klagen.... Hoe mooi, hoe innig begrijpt Max Brod hem, waar hij de aantijgingen dat Heine coquet met zijn eigen lijden spot, weerlegt met de woorden: ‘Dieser Witz, diese Pose waren kein Spiel, sondern letztes Auskunftsmittel einer gehetzten Seele....’ In diepsten grond heeft Max Brod Heine begrepen; hij is de man, op wien men wachtte, en dien Heine-zelf met instemming de hand zou hebben gedrukt. Heine, de gecompliceerde natuur, in alle wendingen van zijn temperament, in alle lengten en breedten van zijn zeer bizonder karakter, in alle uitingen zijner kunst ‘het blijde, lichte en luchtige, het sombere, afgezonderde, in zichzelf gekeerde, het grondeloos-diepe en het stille bezonkene, het wereldsche, wufte en het innerlijkste, nauwelijks onder woorden te brengen (W. Kloos) na te voelen, is zeker niet ieders werk, en alleen iemand met een zeer zuiver inzicht, een even intuïtief als subtiel vermogen en een groote, begrijpende liefde kan het bestaan. Max Brod is in deze opzichten ten volle geslaagd. Met zijn boek heeft hij Heinrich Heine een monument opgericht voor dit en volgende geslachten, waarvoor tijdgenoot en nazaat hem den erkentelijksten dank verschuldigd zijn. |
|