De Nieuwe Gids. Jaargang 50(1935)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Aan dr. Aeg. W. Timmerman den besten Nederlandschen Homerus-vertaler door Willem Kloos. Aegidius, met Wien 'k, als kind, op de eendre vale banken Luisterend zat, beî waren smal doch sterk we, en geen misbaar Ooit maakten wij, dan wierd hoog-noodig, wen soms zwaar gevaar, Van Leeraars, onverdiend ons dreigde. Hoog een oogwenk klanken, Reedlijke, lieten hooren dan we en zwegen weer.... O, danken Thans wil 'k U, dat we op dezen dag, reeds vijf-en-zestig jaar, Door al afwezigheden henen, altijd met elkaêr Gebleven zijn goê-broederlijke Vrienden. 'k Zie de vlugge spranken Van uw gedeegnen Geest, die reeds zoo vaak als licht gebaar Bewogen in Uw vroegre Werk, voortdurend tot een Baar Vloeibare, zilvren samen stuwen in idees nergens manke, Neen, stevig gaande en staande Schepping. 'k Hoop, de doodlijk-kranke Studie der Oudheid duw' ze omhoog weer, die thans wegzijgt, zwaar. Uw Naam er door beroemd blijft tot aan Neêrland's laatste Jaar. Voor den 19en Januari 1935. Vorige Volgende