De Nieuwe Gids. Jaargang 49(1934)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 512] [p. 512] Verzen door Hélène Swarth. I. Mijn duiven. Ik heb, als een bezweerder doet met slangen, Mijn arme duiven zoet gelokt met zangen En ze in een diep en donker hol gevangen. Bang vleugelkleppend, ze aan de wanden klommen, Met angstgekerm, dat leek verwijtend grommen, Tot klacht verzwijmde in eindelijk verstommen. O wiel van wieken, dat mij blank omspeelde! Satijnen vleuglen, die ik lievend streelde! Ontroerend zoet gekoer, belovend weelde! Mijn vingertoppen sloten streng mijn ooren, Dat niet mijn hart hun stervenskreet zou hooren - Zij zijn bezweken, géen meer zal mij storen. Nu, waardig kalm, gelijk betaamt de grijzen, Mag 'k zeetlen fier in 't hoog gestoelt der wijzen - Doch doet mijn hart die stervensroep nog ijzen. [pagina 513] [p. 513] II. Heugenis. - ‘Arm argloos kind, wil mij uw hart niet geven! Gedoemd ben ik tot louter onheil schenken, Als loon voor liefde.’ Ik moet dat woord gedenken, Nu, blank als englen, lentewolken zweven En veld en woud met hemelzegen drenken, Nu alle knoppen naar ontplooiïng streven En bloemen blij op tengre stenglen beven En jubelvogels door de luchten zwenken. Nu heugt mij droef hoe driemaal, u te ontvluchten, Ik, wanhoopsdronken, duizlend, blind van tranen, Mij wierp in waatren, blauw van lenteluchten, Zóo lokkend blauw, ik kon ze een hemel wanen. O vriend, die nooit mocht zijn mijn lief, verweten Heb ik 't u nooit - Doch nooit kon ik vergeten. [pagina 514] [p. 514] III. Verzonken. Ik boog het hoofd, den hemel ín te drinken, Wijl 'k zag in water witte wolken zeilen. Gelijk een steen, die knapehanden keilen, In 't koel azuur hoe voelde ik mij verzinken! Hoog boven mij, die zonk wel duizend mijlen, Libellen spelen, waterlelies blinken En wilgen wuiven, vogelliedjes klinken - Hoe lang zoo diep nog moet ik hier verwijlen? Heeft hemelschijn gelokt met looze vonden Mijn schoon verlangen naar den lichten hemel, Wie doet mij boeten als voor donkre zonden? Mij heft geen veerendranke leliestengel - Waar vonken dansen over golfgewemel Verklinkt vergeefs mijn noodroep naar mijn Engel. Vorige Volgende