De Nieuwe Gids. Jaargang 49(1934)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 400] [p. 400] Heugenis door Hélène Swarth. I. Ik noemde 't huis een klooster zonder God En vlood, om troost, naar vrome sfeer van kerken. Dan, krachtloos kind, gedoemd tot plicht der sterken, In 't somber huis volvoerde ik streng gebod. Gekooide vogel, slaande wond de vlerken, In de enge cel, zoo koud gelijk mijn lot, Met de eigen liedjes, wiegde ik - droef genot! - Mijn leed en weende stil, dat geen 't zou merken. Tot plots een hand de kevie openstiet! Een stem kwam vrijheid, liefde en zon beloven, Dat, blijde leeuwrik, juichen zou mijn lied. Toen kwam die hand mij 't licht der zonne dooven, Die stem, geloof en hemelhoop mij rooven - En lief leek de oude cel en 't jong verdriet. [pagina 401] [p. 401] II. 'k Weet niet waarom zoo fel mij heden heugt Hoe, eenzaam kind, in zwijgen vroeg volleerd, 'k Voelde: als mijn vijand zag mijn hart doorspeerd, Hem zou 't verblijden met demonevreugd. 'k Begreep niet wáarom liefde in haat verkeert - Doch de adem Gods, die wijdend mij doorvleugt, Vertroostte mij met de éene schoone vreugd: Mijn leed te zingen, was mijn hart bezeerd, Veilig voor hem, die niet mijn taal verstond. En hoopvol wiegde jeugd mijn meisjeswaan: Eéns zal daar komen en mijn taal verstaan En lieven 't lied van d'ongekusten mond En teeder smeeken, hand in hand te gaan Mijn zielverwant - die zocht me en nooit mij vond. [pagina 402] [p. 402] III. Hoe is er de hemel doorzongen! Een knaap zwaait het klokkezeel - Ik kniel bij mijn Zonnejongen, Gedekt door violefluweel. Na het luiden zal ruilen zijn kieltje Die knaap, al vertrouwd met den dood, Voor een koorhemd, zoo blank als z'n zieltje, Voor een rokje van liefderood. Ik kniel bij mijn Zonnejongen, Waar de donkre violen voedt De roosmond, die heeft gezongen Zijn liedjes van overmoed. Heeft zoo vroeg al gebroken mijn leven Zijn liefde, die leek op haat, Al lang heb ik alles vergeven, Als mijn noodlot aanvaard zijn verraad. Al verschroeide mijn droomen en beden Zijn schrijnende Heine-spot, Ik weet hoe ook hij heeft geleden - En nu woont hij wel zeker bij God. Vorige Volgende