andere wereld te kunnen leven. De oude romans voldoen aan die behoefte en zij, die in dien tijd van den roman een kunstwerk hebben gemaakt, zijn uitzonderingen geweest, zooals Lesage met zijn Gil Blas, zooals Rousseau met zijn Julie heeft gedaan. Ook Manon Lescaut en La Princesse de Clèves zijn zulke uitzonderingen.
In de eerste helft der 19de eeuw daagden er ontelbare romanschrijvers op, die schreven om de menschen prettig bezig te houden; zij deden het werk van den bioscoop van den huidigen dag. Daarna is Flaubert gekomen en heeft a priori kunstwerken van zijn boeken willen maken.
In het hoogste stadium van productie valt kunstwerk met vertelling samen. Eigenlijk moet de opzet van een roman zijn de vertelling te geven, zooals een oude man iets, wat vroeger is gebeurd gaat vertellen aan zijn kinderen of kleinkinderen. Bij den grooten artiest wordt dat product dan een kunstwerk. Onuitstaanbare romans zijn, die zijn opgezet met het idee om een kunstwerk te maken.
* * *
Van al Goethe's werken heeft Werther den grootsten invloed op de Nederlandsche litteratuur gehad. De Julia van Feith is een gevolg van zijn gevoelsleven geweest. Het kleine boekje, dat de Werther is, heeft meer invloed op de buitenlandsche litteraturen gehad dan alle andere producten van Goethe te zamen: Het is hier niet de wereldbeschouwing, maar het vernieuwde gevoelsleven, dat zijn werk heeft gedaan.
Wilhelm Meister's Lehrjahre en Wanderjahre hebben ons Goethe's wereldbeschouwing nader gebracht, maar een direct waarneembare invloed op onze litteratuur is daarvan niet gekomen. Zoo ook is er voor ons weinig invloed uitgegaan van zijn Wahlverwandschaften.
Goethe's belangrijkheid wortelt in de macht van zijn persoonlijkheid en niet in het vinden van nieuwe wegen. Zijn arbeid is daarvan een zuivere reflex, waarbij het levensrythme tot een innerlijke muziek is geworden; dit vooral in zijn Faust. Zijn Götz is een geniale navolging van Shakespeare, maar zijn Tasso is de meest subtiele dramatiek, die ergens is te vinden. De fijne