De Nieuwe Gids. Jaargang 48

[p. 632]

Stemmen door Hélène Swarth.

Theosophie.

Vóor lippen en voor tanden stel een wacht!

Doch niet alleen korale' en paarlenpoort

Bewaak gestreng! Niet enkel dreigt door 't woord

Gevaar: Geweldig is gedachtekracht.

Betoom uw smart, of géen u schreien hoort.

Vloek nooit uw noodlot, in den zwarten nacht,
Aanvaard uw leed berustend, kalm en zacht,

Weerstreef den wil niet, die uw vreugde moordt.

Vergeet niet dat éen haatflits vlammerood
Doorklieft den aether en als bliksem doodt.

Gij boet rechtvaardig lang vergeten schuld,

Om vroeger leven lijdt gij nu de straf

En lijden blijft uw Ik van wieg tot graf,

Tot éens - wanneer? - uw Karma zij vervuld.

[p. 633]

Rozekruis.

Van Bethlehem tot Golgotha moet lijden

De Christus, die in 't hart van d'aardeschoot

Daalde om zijn licht in zwart van aardenood

Vanuit haar kern alover de aard te spreiden.

Tot dank voor 't licht, dat zijn genade bood,

Van Golgotha tot Bethlehem blijft beiden
De Christus, lijdend, dat wij hem bevrijden -

Omkranst het kruis met rozen liefderood -

Wij willen strooien over de aardepaden,
In 't lichtspoor van zijn voeten, liefdedaden,

Tot hij niet meer aan 't kruis geklonken zij,

Tot zegevierend morgenrood zal dagen -

Ons eigen kruis zal roode rozen dragen,

Die naar Gods adem geuren, hemelblij.

[p. 634]

Pantheïsme.

Alom is God en God alleen is Al.

Als visschen, drijvende in den Oceaan,

Als vooglen, zingende en aan 't vleugelslaan,

In blauwe zee van hemelekristal,

In God wij leven, doch vol vreeze en waan

Dat dood voor eeuwig ons verzwelgen zal.
Uit hooge vlucht hoe duizeldiep de val,

In God wij zinken - Wie zal God weerstaan?

Geef stil aan God u over als een kind.
Zijn adem voel in storm en zomerwind.

Zijn stem herken in teeder loofgeruisch,

Zijn oogen in de sterren, in de zon

Zijn stralend hart, die liefde- en levensbron

En voel u veilig als in vaderhuis.