| |
| |
| |
Maandelijksch overzicht
Letterkundige notities. XXVI.
Le livre des Mestiers.
Wat is dat? Le livre des Mestiers? Hadt ge er ooit van gehoord?
Ik zal u zeggen, wat het is: het is het alleroudste conversatieboekje om Fransch te leeren.
In de Inleiding zijner Colloquia van Fickaart vestigde Professor R. Verdeyen de aandacht op het belang der oude conversatieboekjes. Het oudst bekende werd in de 14e eeuw samengesteld door een onbekenden Brugschen schoolmeester. En daarna kwamen er verschillende navolgers, waarvan er twee, mèt het oorspronkelijke Livre des Mestiers, in een zeer mooie, verzorgde uitgave, in het licht zijn gegeven door Dr. Jan Gessler, Professor in de historische paedagogiek aan de Hoogeschool te Leuven, en van een allerinteressantste en knappe Inleiding voorzien.
Deze hoogst merkwaardige, en voor elken bibliophiel curieuse editie: vijf boeken in kloek formaat, tezamen gehouden in een kartonnen doos, grafisch keurig verzorgd, - werd door een consortium van Brugsche drukkers uitgevoerd, met ondersteuning van de Universitaire Stichting van België.
Het aloude Brugsche ‘Livre des Mestiers’, het eerste ‘Manuel voor de Fransche taal, werd door een oneindige reeks opgevolgd. Dr. Gessler geeft er hier nog twee der vroegsten: Gesprächsbüchlein en Ryght good lernying, beiden vertalingen van het origineel, en, in een zeer geleerde beschouwing,
| |
| |
geeft hij verschillen, fouten, vergissingen aan, verklaart, critiseert, en maakt voor den modernen lezer den tekst zoo duidelijk mogelijk, óok door een zesde deel, een vocabularium.
Het conversatieboekje is werkelijk alleraardigst, en wie de moeite neemt, het te lezen (met eenige moeite en de hulp van Dr. Gessler gaat dat wel) zal er geen spijt van hebben. Het bevat levenslessen, raadgevingen, waarschuwingen, omtrent den omgang met menschen en het maatschappelijk gedrag, het brengt ons in contact met den vleeschhouwer, den vischhandelaar en andere leveranciers, - in één woord geeft ons een beknopt, maar zeer belangrijk overzicht en een levendig beeld van het bestaan en bedrijf der veertiende eeuwsche lieden.
Men mag Dr. Gessler dankbaar wezen voor zijn bemoeiingen, die tot zulk een voortreffelijk resultaat hebben geleid.
N.G.
| |
Mystiek en Magie.
Magic? What was not magical? The whole universe, from the planets over her head to the meanest pebble at her feet was utterly mysterious, ineffable, miraculous, influencing and influenced by affinities and repulsions, absolutely unexpected and unfathomable.
Hypatia, Charles Kingsley.
Er is een boek verschenen, over de mystici en magici van Thibet; het werd geschreven door mevrouw Alexandra David-Neel, die lange jaren in dit meest mysterieuse van alle aardelanden heeft vertoefd, en die er in met de volstrektste objectiviteit, het schranderste intellect, de kalmste bezonnenheid, de eerlijkste openhartigheid over schrijft. (De uitgave is van de Librairie Pion te Parijs 6e, Rue Garancière 8. En de titel is: Mystiques et Magiciens du Thibet.)
‘La célèbre et courageuse exploratrice du Thibet, - le pays des neiges, qui est la patrie du Mystérieux, du Fantastique, de l'Impossible’, - zegt Dr. d'Arsonval, Membre de l'Académie des Sciences, et de l'Académie de Médecine, Professeur au Collège de France en Président de l'Institut général
| |
| |
psychologique, in zijn inleiding, ‘bezit alle physieke, geestelijke en intellectueele qualiteiten, noodig om een dergelijk, ontzaglijk moeilijk onderwerp te behandelen. Mevrouw David Neel kent, leest en schrijft alle Thibetaansche idiomen. Veertien opeenvolgende jaren heeft zij in dit land en de omliggende streken vertoefd. Zij heeft het Bhouddisme als godsdienst aangenomen, en aldus het vertrouwen gewonnen der grootste Lamaïsten. Bovendien heeft zij als zoon geadopteerd een authentieken Lama, Yongden genaamd.’
Mevrouw David-Neel is aldus geworden, zooals zij het zelve noemt ‘une parfaite Asiatique’, - maar met dit verschil, dat zij als Westerlinge het geheele Westersche denkleven achter zich heeft, en dus in staat is, objectiever en ruimer over alles wat zij waarnam, te oordeelen, omdat zij buiten de, - hoe zullen wij het noemen, - intrinsieke, atavistische Oostersche autohypnose staat.
Hieruit blijkt reeds voldoende, hoe machtig interessant haar boek is geworden. Mevrouw Neel heeft zich nergens tevreden gesteld met ‘à-peu-près’, met verhalen en overleveringen; als haar wonderbare feiten werden verteld, heeft zij niet gerust, vóór haar onderzoekingen haar een bevredigende verklaring hadden gegeven. Zij is, zooals vanzelf spreekt, niet bijgeloovig, niet vooringenomen, zij laat zich door geen enkele leer, geen enkel dogma blindelings beheerschen, het is haar louter en alleen om de waarheid te doen, en zij is van opinie, dat alle psychische verschijnselen het evenzeer waard zijn, om grondig te worden bestudeerd, als welk vak van wetenschap ook. Mevrouw Neel heeft een uiterst fijn en scherpzinnig verstand, zij blijft bij de vreemdste ondervindingen, de meest fantastische geschiedenissen volkomen nuchter; zij kent geen vrees, zij laat zich niets wijs maken, zij luistert kalm en onbewogen als men haar wat op de mouw spelden wil, en trekt er haar eigen conclusies uit.
En de slotsom, waartoe zij komt, na jaren lang van ernstige studie, van leven temidden der wonderen, der magie en mystiek, is, dat er in al het onbegrijpelijke geen element van iets bovennatuurlijks schuilt:
‘Il n'y a point là de miracles, rien de surnaturel, rien qui doive engendrer et nourir la superstition’, zegt zij. De lichame- | |
| |
lijke en geestelijke oefening kan tot de zonderlingste en wonderbaarlijkste resultaten leiden, met andere woorden, de zoogenaamde mirakelen, door de lama's gewrocht, verklaart mevrouw Neel door hun ontzaglijk-ingespannen en langdurige training, waardoor bij hen krachten tot ontwikkeling komen, die bij de ongeoefende menschen volkomen latent blijven, en waarvan men dus even goed kan zeggen, dat ze bij hèn niet bestaan, en waarvan de uitwerking hun dus een ‘wonder’ lijkt.
Thibet is het land der demonen, zegt mevr. Neel. Maar zij voegt erbij, dat dit sombere, uitgestrekte land, met zijn volstrekte, onverbroken eenzaamheid, zijn woeste, onherbergzame bergpartijen, stroomen en rotskloven, ook wèl de omgeving is, om hallucinaties te krijgen van verschijningen van allerlei aard. Bovendien, zegt zij, als een leerling, die het zich tot taak heeft gesteld, de booze demonen te bestrijden, drie dagen en drie nachten heeft gedorst en gevast, en niet geslapen, om zich vóór te bereiden, - ten prooi valt aan hallucinaties, dan behoeft dat geen verbazing te wekken!
Zeer mooi is de poignante beschrijving, welke mevr. Neel van het landschap geeft:
‘Het maakt nu en dan den indruk’, zegt zij, ‘als of de dingen om je heen hun einde verwachten.’ Zij ziet over hen uitgespreid ‘un désespoir muet’, alsof alles verwacht, binnenkort te zullen worden verzwolgen in het eeuwige Niets.... Zóó melancholisch en zóó mysterieus is de atmosfeer, dat men een ‘sourde inquiétude’ voelt, ‘presque un terreur’. En in dezen toestand heeft zij zèlve zich wel eens verbeeld, een geheimzinnige macht te voelen naderen, die haar dreigde te overweldigen....
(Het is curieus, dat de eenzaamheid en de stilte van het hooge Noorden dezèlfde impressie geeft. De jonge, bekende Sjef van Dongen, die jarenlang verblijf heeft gehouden te Spitsbergen, zeide bij een bezoek te onzent:
- Soms, als je op je ski's bent in de absolute verlatenheid van onmeetmare ijsvelden, en alles om je heen zoo wanhopig, zoo doodelijk stil en eenzaam is, gaat je omgeving je angstaanjagend, ja, huiveringwekkend lijken. En al is het land zóó vlak, dat bijna mijlenver niets je naderen kan zonder te worden gezien, overvalt je toch een adembenemende vrees, een onheime- | |
| |
lijk ontzag, die beklemmend op je inwerkt en al je zenuwen en polsen doet jagen en kloppen....)
Een der toovenarijen in Thibet bestaat hierin, dat een lama b.v. een ponjaard betoovert, met andere woorden, dat hij er een geheimzinnige kracht aan verleent. Wordt zoo'n dolk nu aan een vijand gezonden, dan gelooft men, dat hij den bezitter noodzaken zal, een eind aan zijn leven te maken.
Een der kunststukken, welke de geoefende lama's uitvoeren, bestaat hierin, om in een minimum van tijd een reusachtigen afstand af te leggen. Mevr. Neel had het geluk een dergelijken lama van nabij te kunnen beschouwen. Aan den horizon naderde een stip, die met een miraculeuse snelheid naderde; met haar verrekijker zag zij een man, die op vreemde wijze liep: elke stap leek te worden gedaan als door een stuwende kracht, zoodat elke pas ontzaglijk lang was; ook hanteerde de lama een dolk, dien hij in de hand had, als een wandelstok, hoewel deze veel te kort was, om den grond te bereiken. Zij brandde van verlangen den man te spreken, te ondervragen, hem te photografeeren.... doch haar bedienden smeekten haar hem met rust te laten: de lama verkeerde in een soort van trance, en daaruit ruw te worden gewekt, zou noodlottig, ja, doodelijk voor hem kunnen zijn.
De lama wandelde vlug voorbij, zonder oogenschijnlijk iets van het gezelschap, dat hij passeerde, te merken.
Iets anders is de kracht om een inwendige warmte te ontwikkelen, zoodat men, haast onbekleed, of zelfs geheel naakt, te midden van ijs en sneeuw leven kan. De voorbereidingen, die hiervoor moeten worden getroffen: springen, het lichaam schudden, zich van den bodem verheffen in zittende houding, steunende op de handen, enz. geven mevr. Neel de leuke woorden in:
Je n'ai pas besoin de faire remarquer qu'il n'y a rien de merveilleux à ce que l'on ait chaud après une telle gymnastique!
Voorts speelt de telepathie in Thibet een groote rol. Mevr. Neel heeft daarvan een enorm merkwaardig staaltje bijgewoond. Zij was op reis en ontmoette een karavaan, die haar en haar zoon wat eten gaf. Zij zag een kan karnemelk staan, en zeide tegen haar zoon, maar zeer zacht: Ginds ligt een hoeve, daar kunnen we straks óók wel wat karnemelk gaan vragen. Toen gebeurde
| |
| |
het, dat het hoofd van de karavaan klaarblijkelijk telepathisch een order gaf aan een zijner bedienden; zonder dat er een hoorbaar woord was gesproken of een teeken gegeven, begaf de bediende zich naar de boerderij, en zette later een kan karnemelk neer bij mevr. Neel.
O, nog meer, nog veel meer vertelt de schrijfster. Over zielsverhuizing, waaraan de Thibetanen onvoorwaardelijk gelooven, over het opwekken van dooden, over het uitzenden van astrale lichamen, enz. enz. Genoeg is hier echter gezegd, om allen, die belang stellen in psychische verschijnselen, op te wekken dit rustige, belangwekkende, inhoudrijke boek zelf te gaan lezen.
‘Mon but a simplement été’, zegt de schrijfster, ‘de donner une idée de la manière dont sont envisagés dans un pays le moins connu du monde, certains faits dans le champ des études psychologiques’. En in dit doel, kunnen wij gerust zeggen, is Alexandra David-Neel volkomen geslaagd.
N.G.
| |
De vrouw en het recht.
Het is werkelijk verbazingwekkend, hoe weinig de vrouw in doorsnee weet van haar rechten en verplichtingen, in één woord van haar wettelijke verhouding in de maatschappij. De eenvoudigste dingen zijn haar onbekend, en het gebeurt dikwijls, dat zij eerst door schade en schande wijs is moeten worden. Dan is het natuurlijk te laat, en moet een advocaat hulp en uitkomst brengen. Daarom is het wel zeer gemakkelijk niet alleen ‘den dokter in huis’ te hebben (haast iedereen bezit wel een dergelijk vademecum!) maar ook den ‘rechtsgeleerde in huis’.
Zoover ik weet, bestond er tot dusverre zoo'n handboek nog niet, dat, bevattelijk geschreven, en met tal van voorbeelden uit de practijk van het dagelijksche leven verduidelijkt, de vrouw in alle voorkomende moeilijke gevallen een vraagbaak kan zijn.
Thans echter is een prettig, degelijk, aangenaam leesbaar en helder boek verschenen over de rechtspositie der vrouw: De vrouw en het recht, door Mr. D.S. Jessurun Cardozo, Advocaat te Amsterdam (Uitgave van Andries Blitz te Amster- | |
| |
dam), waarin het beoogde doel: de vrouw in te lichten omtrent de regelen van wet en recht, waarmee zij in het algemeen als vrouw heeft te maken, - volkomen wordt bereikt.
Dit boek, bestemd voor leeken, is zeer bevattelijk en toch leerzaam geschreven. In hoofdzaak handelt het over de huwelijksverhoudingen, over echtscheiding en scheiding van tafel en bed, over huwelijksvoorwaarden en eigendommen der vrouw, over de vrouw en het kind, enz. enz. met nog een enkel hoofdstuk over de werkende vrouw.
De schrijver, in zijn woord vooraf zegt zelf, dat met dit boek het onderwerp nog niet is uitgeput, dat er nog tal van belangrijke onderwerpen ter behandeling overblijven, maar als De vrouw en het recht het onthaal vindt, dat het verdient, zullen wij stellig nog wel worden verrast met een tweede deel.
Want nuttig is dit werk zeer zeker. Menige vrouw weet nog niet, dat zij, in tegenstelling met vroeger, de helft van de huwelijksgemeenschap bezit, en dat zij automatisch van den man erft, ook als er geen kinderen zijn. Dit is zeker een groote verbetering. Overigens is de huwelijkswetgeving nog weinig veranderd: de vrouw is nog steeds ‘gehoorzaamheid schuldig aan den man’, en verantwoording van al hare uitgaven; zij mag feitelijk zich niets aanschaffen zonder bewilliging van den man, en zij bezit slechts zijn woonplaats en zijn nationaliteit! Curieuse toestanden, voorwereldijke instellingen, nu de vrouw dokter kan worden en advocaat, predikant of burgemeester, professor of kamerlid! En dat door deze wetten dikwijls zonderlinge toestanden kunnen ontstaan, dat leert ons het werk van Mr. Jessurun Cardozo.
Dit boek was noodig, en het is nu eindelijk gekomen. Ik wensch het een plaats in iedere sleutelmand (worden die nog gebruikt?), enfin, dan op elk boekenplankje in elke huiskamer; want ook de man mag er gerust eens in neuzen. Moge spoedig het vervolg verschijnen!....
J.K.-R.v.S.
|
|