nemen, als men tevens aanneemt, dat Ottilie, door den vreeselijken zenuwschok, een zielsvertroebeling heeft gekregen.
Charlotte is het onmogelijk, aan Ottilie's plotselingen ommekeer te gelooven. Zij wordt begoocheld door Ottilie's schijnbare kalmte, daar het meisje zelfs al haar best doet, om Charlotte afleiding te geven; en zij geeft de hoop niet op, Eduard en Ottilie nog eens een gelukkig paar te zien.
Ottilie heeft zichzelve echter vergiffenis geschonken, en heeft weer vrede in zichzelve gevonden, op voorwaarde, dat zij altijd afstand zal doen van alle toekomstig geluk. Zij ontzegt zich voor eeuwig het hoogste geluk, en beschouwt zichzelve als iemand, die aan alle aardschheid onttogen is, en zich uitsluitend aan het hoogere, het heilige voelt verwant. En geen oogenblik komt het in haar op, wat haar zich-alles-ontzeggen, voor Eduard beteekenen moet, en of zij, door haar besluit om van hem afstand te doen, hem niet voor altijd ongelukkig maakt, en dus de moeilijke omstandigheden, waarin zij allen verkeeren, niet nog veel ernstiger en ingewikkelder maakt!
Ottilie, tot ontsteltenis van Charlotte, vat haar boete zóó met uiterste strengheid op, dat zij zegt, Eduard nooit meer te willen spreken. En Ottilie houdt de gelofte ‘des Schweigens’, die zij ‘vom Gefühl gedrungen, über sich genommen’; zij is besloten te sterven, want het leven is haar ten eenenmale onverschillig geworden, en zij weet, door haar besluit, er nooit meer iets van te kunnen verwachten. Zij voelt zich niet in staat, haar bestaan langer te dragen, en doet zich langzaam sterven, door een absolute onthoudling van spijs en drank. Dit is haar mogelijk, omdat zij steeds op haar kamer verblijft, en zij het eten, dat haar wordt gebracht, kan wegdoen, zonder dat iemand het merkt. Een gelijke handelwijze vinden wij in Agnes Günther's Die heilige und ihr Narr, waar het Seelchen, willende sterven, omdat zij zich voor eeuwig van Harro gescheiden waant, zich alle voedsel ontzegt.)
Bij den modernen lezer komt vanzelf de gedachte op: is deze situatie natuurlijk? En iedereen moet daar spontaan op antwoorden: neen! Waarom? Omdat de plotselinge starre, ijzeren wil van Ottilie in 't geheel niet in overeenstemming is met het zachte, aanhankelijke en afhankelijke karakter van het meisje, en omdat het niet te aanvaarden is, dat zij zoo sterk en standvastig