| |
| |
| |
Nieuwe Gids-correspondentie. (Vervolg van blz. 27.)
Amsterdam, 21 Januari 1886.
Geachte Heer,
Hierbij ontvangt u het stuk van Mr. Lotsy, te plaatsen na ‘de Kleine Johannes’. Verzoeke s.v.p. twee afdrukken van de proef te mogen ontvangen. Hedenmiddag zal ik u dertig pagina's van het stuk van den heer Paap brengen.
Achtend,
Uw dienstw.
WILLEM KLOOS.
Den Heer J. Clausen, alhier.
| |
Amsterdam, 22 Januari '86.
Govert Flinckstraat 81B.
Geachte Heer,
Ik dank u voor de toezending uwer ‘Sonnetten’: ik zal ze in onze Februari-aflevering bespreken. Ik moet erkennen, dat ik lang niet alles mooi vind in uw bundeltje, maar...... gij zijt een ernstig artiest, met iets zeer oorspronkelijks in uw talent. Dat uw sober realisme zoo'n slecht onthaal vond bij de kritiek verwondert mij volstrekt niet; 't is mij een bewijs te meer, dat geen der menschen, die in ons land verzen recenseeren voldoende studie van eigen vak gemaakt heeft.
De beste uwer sonnetten, zoo na een eerste lezing, vind ik no. IV der Toewijding; Schilderen aan het strand; Korenvelden; Niet voor
| |
| |
kinderen; maar bovendien vind ik op bijna iedere bladzijde mooie dingen.
De Nieuwe Gids is zeer welvarende, dank zij de propaganda, die de periodieken, door ons zoo heftig af te keuren, voor ons gemaakt hebben. Natuurlijk zei een ieder onder het publiek, die ook maar een greintje verstand had: ‘Neen, zóó, zóó min kan het toch niet wezen’, en werd nieuwsgierig om zelf te zien. Zoo werden wij bekend, en wij hadden anders waarschijnlijk jaren lang moeten worstelen, om het aantal abonné's te verkrijgen, dat wij nu reeds bezitten.
Ik ben het met u eens, dat de N.G. niet moet spreken over boeken, waarvoor zij geen sympathie heeft. Het doel van de N.G. toch is veelledig:
1o. ons eigen werk te plaatsen;
2o. onze literaire theorieën te uiten. Voor deze beide dingen is, blijkens een jarenlange ondervinding, in de andere periodieken geen plaats. Maar natuurlijk kan no. 2 niet geschieden, zonder dat wij in botsing komen met de bestaande toestanden.
3o. een orgaan te zijn voor een meer geavanceerde richting in de politiek.
4o. een vrijere en grondiger bespreking te geven van Indische toestanden, dan dit gewoonlijk hier te lande geschiedt.
5o. een orgaan te zijn voor de jongere richting in onze schilderkunst (dit waarschijnlijk maar voorloopig).
Wij hebben voor deze drie laatste rubrieken uitstekende medewerkers, maar onze plaatsruimte is zeer beperkt. Daar wij niet vooruit wisten, hoe het ons gaan zou, zijn wij, om de onkosten minder groot te maken, om de 2 maanden uitgekomen. Nu moeten wij passen en meten, om alles er in te krijgen; wij zijn al van de 8 à 9 vel in 't prospectus tot 10½ vel uitgedijd. Voor literaire stukken, die niet bepaald in het plan de campagne der Redactie passen, zooals het uwe mij thans toeschijnt, is er dus in het eerste jaar weinig kans op plaatsing.
Hoogachtend,
Uw dw.
WILLEM KLOOS.
Den Heere J. Winkler Prins,
Apeldoorn.
| |
| |
| |
Amsterdam, 23 Januari 1886.
Govert Flinckstraat 81B.
WelEdelgeb. Heer,
Bij deze heb ik de eer u mede te deelen, dat het door u bij ons ingezonden artikel over Handel door de Redactie van de Nieuwe Gids in hare vergadering van 12 Januari l.l. minder geschikt ter plaatsing is bevonden.
In antwoord verder op uw geacht schrijven dd. 19 Januari l.l. neem ik de vrijheid u te doen opmerken, dat u nimmer eenig verzoek vanwege de Redactie is gedaan om uw medewerking te mogen erlangen. Den Heer v.d. Goes was indertijd in 't algemeen opgedragen, naar medewerkers voor handel uit te zien, maar natuurlijk zonder daarbij de machtiging te ontvangen, de stukken, die hem werden aangeboden, goed te keuren of te weigeren, daar dit alleen op een Redactievergadering met meerderheid van stemmen geschieden kan.
Intusschen teeken ik mij, WelEdelgeb. Heer,
met de meeste hoogachting,
Uw WelEdelgeb. Dienstw. Dnr.
WILLEM KLOOS,
Secretaris-redacteur van de Nieuwe Gids.
Den Heere Jacob de H., alhier.
| |
Amsterdam, 23 Januari 1886.
Uw stuk in orde ontvangen. In den loop van Dinsdag ontvangt gij waarschijnlijk proef (onder couvert).
Achtend,
Uw dw. dnr.
WILLEM KLOOS.
Den Heer G. Buitendijk.
| |
| |
| |
Amsterdam, 25 Januari '86.
Den Heer Mr. Lotsij.
Geachte Heer,
Wij hebben tons best gedaan, een stukje over uw both te krijgen: dit is er van gekomen. Wij zijn er tegen, omdat wij het slecht geschreven en vaag geredigeerd vinden, maar misschien vergissen wij ons, en beschouwt gij het als belangrijk genoeg, om geplaatst te worden. Dan zou uw meening invloed op onze beslissing kunnen hebben. 't Is daarom, dat ik het u bij deze stuur.
Denkt gij er zoo over als wij, dan wordt het natuurlijk geweigerd, zonder eenige bedenking.
Achtend,
Uw dw.
WILLEM KLOOS.
| |
25 Januari '86.
Geachte Heer,
Het spijt mij ontzaggelijk, dat ik u geen revisie kan doen geworden. De drukker, die in den beginne, toen hij zijn letters kocht, op afleveringen van 8 vel gerekend had, begint gebrek aan letters te krijgen en moet dus de eerste vellen noodzakelijk afdrukken. Ik heb echter alle mogelijke zorg aan de revisie besteed, en de drukker heeft mij beloofd te zullen toezien, dat er zorgvuldig naar deze revisie wordt gecorrigeerd. Zoo spoedig mogelijk zal ik u de afdrukjes zenden.
Achtend,
Uw dw.
WILLEM KLOOS.
Den Heere Netscher.
| |
| |
| |
25 Januari '86.
WelEd. Heer,
Gisteravond vergat ik u te zeggen, dat er van het stuk van den heer Netscher over Van Maurik zes afdrukjes moeten gemaakt worden. Ik haast mij, u dit te schrijven, daar anders de boel misschien reeds uit elkaâr zou genomen zijn.
Achtend,
Uw dw.
WILLEM KLOOS.
Den Heere J. Clausen.
| |
26 Januari '86.
Den Heere Jan Veth.
Amice,
Met die circulaire is 't in orde: laat ze maar aan Versluys zenden. Over die etsen heb ik niet aan Zilcken geschreven, omdat deze mij eenige weken geleden, toen ik op zijn medewerking aandrong, antwoordde, dat hij volstrekt geen tijd had. De Varia vervallen bovendien in deze afl., zij wordt toch al meer dan elf vel. Die editie van Shelley, waarvan je spreekt, zal de kleine editie van Buxton Forman zijn, in 2 deelen; de tekst is dezelfde als in de groote van 4 deelen, maar er zijn geen noten bij. Den juisten prijs weet ik niet: ik vermoed zoo wat twaalf gulden. Zij is beter dan die van Mrs. Shelley natuurlijk, maar overigens geloof ik niet, dat deze uitgave slecht is: Schröder zegt dat maar, of verwart haar met de aparte editie der brieven, etc. door Mrs. Shelley, die al sinds jaren uit den handel is.
t.t.
W.K.
| |
| |
| |
26 Januari '86.
Den Heere F. v.d. Goes.
Amice,
Ik geloof, dat je je met je brief aan Benning in je vingers gesneden hebt. Niet de Nieuwe Gids toch, maar jij persoonlijk wordt aangesproken om schadevergoeding, daar het stuk, zooals er staat, op jou verzoek vervaardigd was. Jij had dus terug moeten schrijven, dat jij dat verzoek niet gedaan hebt, terwijl er nu staat, dat de Nieuwe Gids dit verzoek niet gedaan heeft. Dit laatste slaat niet, en de deurwaarder zal er dan ook waarschijnlijk geen genoegen meê nemen.
t.t.
W.K.
| |
Amsterdam, 26 Januari 1886.
Govert Flinckstraat 81B.
Geachte Heer,
Zoudt gij zoo goed willen zijn, mij per omgaande post te berichten, of gij der Redactie van de Nieuwe Gids toestaat hier en daar wat aan den vorm van uw politiek overzicht te wijzigen?
Hoogachtend,
Uw dw.
WILLEM KLOOS.
Den Heer Dr. D.G. Jelgersma.
| |
| |
| |
Amsterdam, 26 Jan. '88.
WelEdelgeb. Heer,
Hierbij ontvangt gij de proef: een dag later dan ik gehoopt had. Zoudt gij zoo goed willen zijn haar zoo spoedig mogelijk terug te zenden aan J. Clausen, St. Jansstraat 40, Amsterdam, daar uiterlijk Zaterdag de geheele aflevering moet afgedrukt zijn. Voor de revisie zal ik dan zorgen. Zoudt gij 't goed vinden, als we boven den titel van uw eerste stuk een rubriekstitel plaatsten, b.v. Indische belangen of iets dergelijks?
Hoogachtend,
Uw dw. dnr.
WILLEM KLOOS.
Den Heer G. Buitendijk.
| |
Amsterdam, 27 Jan. '86.
Geachte Heer,
Uw brief ontvangen: ik ben niet op de hoogte van de kwesties, maar gij hebt voor mij in zooverre uwe opinie veel plausibeler ontwikkeld en verdedigd dan dr. J. Er is echter behalve de kwestie wie gelijk heeft, nog een andere, praktische kwestie. Dr. J. heeft niet voldaan aan wat ik hem vroeg, n.l. ‘een verslag’ van ‘eenige pagina's’, want hij geeft ons een aanval en een ontwikkeling zijner eigene opinies. Dat maakt een groot verschil. Ik zal u nader bericht zenden over den afloop der zaak.
Hebt gij er op tegen, als ik in een der eerste regels van uw stuk: Dat het zelfde feit uit verschillende oorzaken kan ontstaan, tusschenvoeg: ‘schijnbaar’. Praktisch hebt gij gelijk, n.l. voor den gewonen opmerker, maar filosofisch kan het er, geloof ik, niet door. Buitendien is de gasvormige of vaste toestand de oorzaak van den vloeibaren? Schrijf mij s.v.p. met een paar woorden per omgaande wat gij er van denkt.
Steeds achtend,
Na groeten
Uw dw.
WILLEM KLOOS.
Den Heer Mr. Lotsij.
| |
| |
| |
28 Januari '86.
Den Heer J. Clausen.
WelEd. Heer,
Hierbij zend ik u:
1. | het slot van Mr. Lotsij. |
2. | de eerste proef van de 4 eerste pagina's der verzen. |
3. | een klein stukje Schilderwedstrijd Willink van Collen (te plaatsen vóór de Literaire Kroniek). |
4. | 12 pagina's van de Literaire Kroniek. |
De heer v.d. Goes zal u buitendien hedenochtend brengen een buitenlandsch politiek overzicht, ook te plaatsen vóór de Literaire Kroniek.
Zet u nu de 3 pagina's verzen, die nog over zijn? De rest van de Kroniek zal ik u in den loop van den dag zelf komen brengen. Ik ben aan 't overschrijven.
Achtend,
Uw dw.
WILLEM KLOOS.
| |
Amsterdam, 29 Januari 1886.
Govert Flinckstraat 81B.
Geachte Heer,
Daar mijn bezigheden mij een bezoek ten uwent in de eerstvolgende dagen beletten, zou het mij aangenaam zijn van u te mogen vernemen, wanneer het u in de a.s. week schikt, den heer Paap te ontvangen, om over uw stukje over Mr. Lotsij's boek een onderhoud met u te hebben.
Hoogachtend,
Uw dw.
WILLEM KLOOS.
Den Heer Dr. Jelgersma.
(Wordt vervolgd.)
|
|