De Nieuwe Gids. Jaargang 47

[p. 285]

Nachtelijke wandeling door J.F. van Deene.

De maan straalt met een stille glans
Op gevellijst en torentrans.
Wij gaan tezamen over straat.
Ik zie uw jong en lief gelaat
Tegen de huizen die zoo krom,
Gebogen staan van ouderdom.
Hoe past uw lichtende kleedij
Bij 't bruin der huizen die in rij,
Als monniken in hunne pij
Met hoofden vol van rimpeling
Staan in een diepe mijmering.
Wij kijken naar de hemelkap,
Hooren de klank van onze stap,
Op de klinkers hol en hard.

Zoo gaan wij door de stille nacht
Wij tweeën, jong, langs huizen oud,
Wij voelen onze jonge kracht,
En hoe de ëen van de ander houdt.