De Nieuwe Gids. Jaargang 47(1932)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] Verzen door Hélène Swarth. I. Avondbede. Ik teeken uw naam met mijn wierookstaf In de lucht van mijn kamerkijn. Geliefde, Gezegende, daal tot mij af En wil mij genadig zijn. Ik schets op mijn peluw een blauwig kruis Met den damp van etherisch aroom - O Heiland! beveilig mijn eenzaam huis En geef mij een hemeldroom. Ik kniel bij mijn bed en ik hef mijn gebed Tot uw oogen, zoo donker en diep, Of ál 't leed waar uw liefde de menschen van redt, In hun grondloozen weemoed sliep. O leg op mijn oogen uw mantelzoom! Dan zal ik niet vreezen den nacht, Maar gaan slapen, als 't kindeke onschuldig en vroom, Dat, in sluimer, van weelde lacht. [pagina 169] [p. 169] II. Wolkenbeelden. Hoog boven 't loof der windbewogen dreven, Groen zilvrig flonkrende in het zonnevuur, Zag 'k, ongevleugeld, sneeuwwit in lazuur, 't Gelaat verengeld, een gestalte zweven, Jong, zonder kleed, de leden leliepuur. Door godekracht tot reiner sfeer gedreven, Verwonderd, schouwend óp naar 't nieuwe leven, Een Geest bevrijd na levens avontuur. En knielend zag ik aan zijn blanke voeten, Als om dien Geest met zegen te begroeten, Een sneeuwwitte' Engel, de armen wijdgespreid. Dit vroom aanschouwde ik, boven bladgewemel, In wolkenspel in lenteblauwen hemel, Waar God verbeeldt symbool van eeuwigheid. [pagina 170] [p. 170] III. Mijn engel. Voel ik koelte en schaduw van uw wieken? Geef mijn ziel de extase der mystieken! Laat uw licht mijn oogen niet verblinden! Zal ik éens uw Hemel wedervinden, D'Engelhemel, waar ik uit verbannen, Zeeg op aarde om Gods geheime plannen, Blij geloovend: 'k zal daar wederkomen? Engel, gever van mijn hemeldroomen, Die mijn zangmond en mijn oogen kuste, Waar ik weenend, leed vóorvoelend, rustte, Engel blank, omkroond van sterrebloemen, Mag ik, kan ik u beschermer noemen? Eenzaam, bang, langs àl te dronkre wegen, Teeder voelde ik d'adem van uw zegen. Niet voor vreugde, alleen voor smart geboren, 't Vlijmendst leed ik, waande ik ù verloren - Open de armen, buig tot mij u neder! Breng mij, Engel, naar uw Hemel weder! Vorige Volgende