Denkend aan Leo Simons door Willem Kloos.
Leo Simons heb ik, tot mijn leedwezen, niet zoo heel vele malen in mijn leven mogen ontmoeten en spreken. Maar door het vele serieus-gevoelde en deeglijk-doordachte wat hij schreef, zoowel als in zijn talrijke letterkundig-zakelijke betrekkingen tot mij, heb ik hem altijd in mijn binnenste met vreugde kunnen erkennen want waarlijk hoogachten als een fijn-inzichtig Weter van de Wereld en de menschen niet alleen, maar óók als een zuiver proever van de geestlijke schoonheid en bovendien als een sterk en gemoedelijk doener, die, gelukkig, volkomen heeft weten te bereiken wat hij diep-in zag en wou.
Van wege zijn vele voortreflijke volbrengingen zal zijn persoonlijkheid nooit vergeten worden in de verdere perioden onzer Nederlandsche literatuur. Want als volkomen-ernstig te nemen mensch en letterkundige heeft hij, zijn heele bestaan door, onafgebroken geestlijk gearbeid, zoodat zijn psychische kracht een zegen is geworden voor het innerlijk streven van de anderen in zijn tijd.
Eerbiedig buig ik hier in mijn gedachten voor zijn altijd leven blijven zullenden naam en nobelen wil.