veroorzaken, doet Japan, welks krijgsleiding niet meer schijnt te gehoorzamen aan het burgerlijk bestuur te Tokio, wat zij noodzakelijk acht om haar steeds hoogmoediger eischen aan de Chineesche regeering kracht bij te zetten. Japan doet volkomen wat het wil, en neemt zelfs niet meer notitie van de papieren protesten, nu door dezen consul, dan door anderen ingezonden, gelijk het ook geen notitie neemt van de bedreiging der Vereenigde Staten, dat het den door Japan in Mandsjoerije geschapen toestand nooit ofte nimmer zal erkennen. Ofschoon Soviët-Rusland geneigd schijnt Mongolië aan de nieuwe republiek cadeau te maken, is het de vraag of de regeering te Tokio op dit geschenk erg gesteld zal zijn?
Ik herhaal: dit alles heeft iets van een tragi-comedie, waarin de schuchtere Volkenbond de slagen ontvangt, juist op het oogenblik, dat hij voornemens was der wereld te toonen hoe goed zijn willen was om den oorlog, zoo niet voortaan onmogelijk te maken, dan toch te fnuiken. De gebeurtenissen te Shangay: oorlog zonder den naam, hebben der wereld getoond, dat de Volkenbond eigenlijk niets anders is dan een hersenschim, een droom, doch waarin de Westersche Wereld gelóóft omdat de bond het eenige is, waaraan zij zich kan vastklemmen in den om haar heen dreigenden baaierd. De twee oorlogvoerende partijen zijn er lid van, en zetten met veel Oostersch suiker-gepraat de tragi-comedie te Genève voort, en ook de heeren dáár fronsen de voorhoofden, en doen of zij ernstig verstoord zijn over Japans gedrag. Wat kunnen zij anders? Er is te Genève nu eindelijk sprake van Westersche bewapeningsvermindering, en Frankrijk is er gekomen met een aardig voorstel om de assemblée te doen gelooven, dat het heelemaal niet denkt aan een militaire hegemonie op Europa's Vasteland. Met een royaal gebaar stelt het de machtigste elementen van zijn leger en vloot ter beschikking van den Bond, zoodat deze, zooals nu in Shangay, er gebruik van zou kunnen maken en een vuist krijgen om althans mee te dreigen. Echter er zijn enkele moeilijkheden: dit volkenbondsleger, deze volkenbondsvloot, in welk arsenaal, in welk versterkt kamp moeten zij worden geborgen, onder wiens bevel staan, tot tijd en wijle dat de Volkenbondsmilitaire en maritieme leiding het goed vinden