De Nieuwe Gids. Jaargang 47(1932)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Vrouwen door Hélène Swarth. I. Moeders jeugdverhalen. De moeder zwelgt in oude jeugdverhalen. Verarmd, herleeft zij weelde van verleden. En 't kind doorvlijmt hoe zij zal nooit betreden Voor feestmaal en voor bal die mooie zalen En 't edel slotpark, Moeders meisjes-Eden, Waar met den jonker droomend zij ging dwalen - Tapijt en voorhang 't meisje ziet vervalen En 't kleedje schamel rond haar ranke leden. Maar 't meisje, moedig, bijt de bittre lippen En laat geen zucht van stil benijden glippen. - ‘Hoe heerlijk was 't! Vertel nog meer! Ik luister.’ Haar teedere aandacht, meer kan zij niet geven, Als Moeder woelt in asch van vroeger leven - Straks, 't mondje in 't kussen, weent mooi meisje, in 't duister. [pagina 66] [p. 66] II. Vriendschap. Zij vond geen troost in wiegezang der dreven. De schemer droeft - En, moe van eenzaam dwalen, Nu wil ze éen hart haar leven gaan verhalen: Dat zal berusting, kracht haar wedergeven. Haar schreden rept ze, éen teeder woord te halen. Wild bonst haar hart, haar kille handen beven - Vóor 't blanke landhuis draalt haar schroom wel even. Toch treedt zij in - Tot loon zal vrede dalen. Door tranenwaas beneveld, zien haar oogen Niet snel genoeg hoe koel en onbewogen Wie zij 't verleden legt in handen luistert. Dan zwijgt ze en wacht - Geen woord van mededoogen, Doch streng vermaan. 't Verleden voelt ze ontluisterd. Door 't grijze veld ze is weenend heengetogen. [pagina 67] [p. 67] III. Tweede jeugd. Verwonderd, vond zij, na de reis door 't ronde, Met bloed besprenkte worstelperk van 't Leven, De weelde weer, ten tweede maal gegeven, Van Paradijs, waar lokt geen slang van zonde, Waar bloemen geuren, vogels juublend zweven, Waar brandt geen pijn van diepe hartewonde, Waar, blij en veilig, feest haar blanke blonde Dauwprille jonkheid, boven leed verheven. Zij peinst niet langer, leest niet meer in boeken - Beklaagd door hen, die zwoegend waarheid zoeken, Leeft ze in den vrede van haar jeugd-oase, Door God gezalfd met balsem van vergeten. Voor haar geen tijd, in dag en uur gespleten, Maar eeuwigheid in hemel van extase. Vorige Volgende