En dit vreemde, verschrompelde complex wordt omlijst door een haag van boomen, struiken, planken en paaltjes en een stuk duinrug, verborgen onder de wilde weelde van 't klimop, dat overal opkruipt, zich omhoog hijscht langs een ouden stam, zoodat hij lijkt op een ruigharig monster, dat met uitgestrekte klauwen slaat in takken en bladerwerk.
De menschen van 't dorp gaan achteloos voorbij, want er is geen levend wezen te zien, geen nieuwsgierig opkijkende geit, geen kat, die knipoogt tusschen ruit en gordijn, geen kippen, die met vlugge, gulzige halsbewegingen pikken en met driftige pootjes naar wormen krabben......
Een vreemde rust, niet van afgestorvenheid, maar van oudverborgen leven ligt erover heen. In late avonden, als heel in de verte de zee nauw-hoorbaar zingt, fluistert de grillige eik een geheimzinnig geluid en de klimop-reus schudt zijn hoofd als een oud, peinzend man, die méér weet, dan hij met woorden kan zeggen.
Want achter de blinde oogen der hut leeft de ziel van een verren tijd......
Eén nacht is er in 't jaar, en in dien éénen nacht één enkel uur, waarop het geheim der hut zich openbaart, - en wie dien nacht en dat uur ontdekt, is òf een kind òf een dichter......
* * *
Storm waait om de kusten van Holland. De zee is als golvend paarlemoer. Heel in de verte boven den duinrand ligt het op-en-neer wiegende schuim als deinende sneeuw op donkere bergruggen. Tegen de steenen wering van Oostvoorne breken de golven. Gevaarten van wolken, in flarden gerukt, hangen laag boven de zee. Het gist en 't schuimt en dondert, raast, giert, huilt...... En als 't avond wordt en nacht barsten de krachten luider los en soms vliegt het huilen als een langgerekte lach langs de duinen, diepgorgelend opkomend uit de zee en al hooger, hóóger wordend als een fel-hoonende, gierende scheur door de duisternis......
De hut in 't dorp staat, een zwarte schaduw tegen den nacht, rillend van angst. De eik kreunt en de klimopreus kraakt. Maar opeens is het, alsof de schaduw ver-ijlt tot een zwarte, geweldige schim. De eik ontkronkelt zijn slangen, richt zich op, hoog, trotsch, koninklijk...... Als een wolk, langzaam, zwaar, wentelt, beweegt de