De Nieuwe Gids. Jaargang 46

[p. 500]

Brieven van Jacques Perk aan A. Ising Jr.

30-6 '79, Amsterdam.

Amice!

Geweldig speet het me dat je Zaterdagmiddag van je kamer gedroscht waart; geweldig verheugde 't me dat je Zaterdagavond zoo mooi hebt gespeeld. Ik had je Zondag al mijn waardeeren willen komen betuigen maar ja wel! 't Is niet gebeurd. Heden kan ik ook niet en of ik je in den loop van deze week nog zien zal, is me hoogst onmogelijk te zeggen. A.s. Zondag vertrek ik met mijn gezin naar België en zal je dan minstens in een maand niet zien van aangezicht tot aangezicht. Voorleden week Zondag had ik bij je willen komen maar v.d. Goes verhaalde mij dat je er sterk op hadt gestaan dat ik niet zou komen.

Ik eerbiedig je wil - al is het ook niet je uiterste - en kwam niet.

Zoo ik je niet meer mocht ontmoeten in de komende dagen zoo wensch ik je veel genoegen en weinig warmte en steeds zulke goede speeldagen als Zaterdag.

Vaar dan wel en wees zeer gegroet door je vriend

Jacques Perk.

* _* *

Waarde vriend,

Ik heb je lachend aanschijn in de laatste weken niet achter je vensterglas zien schitteren.

De zon is ondergaand en wel in de ‘Schevelinger zee’ heeft Goes gemeld.

Reken er op dat ik deel in de feestvreugde dezen dag en dat

[p. 501]

mijn vreugde over uw vreugde slechts een weinig wordt vergald doordien ik je niet de gelukwenschende hand kan drukken.

Vaarwel tot spoedig.

Je vriend Jacques Perk, Amsterdam, Kerkstraat 268, 2 Juli '80.

* _* *

5 Juli '80.

Het doet mij genoegen dat mijn wensch je niet teneenen male onverschillig was. Je moogt die ....¹⁾ lap zoo lang je wilt houden. 't Is een misrekening van mij het te hebben gekocht.

Daarbij zal je wel niet in staat zijn me het boekske dezer dagen ter hand te stellen; niet omdat het hapert aan je welwillendheid maar omdat ik den Amsterdamschen plaat poets. Morgen vertrek ik naar België zonder een spoor van mij na te laten tot ik plotseling te voorschijn duik en je me weer voor je ziet staan ginnegappen.

Tot zoolang het allerbeste

je vriend Jacques Perk.

1) Dit gedeelte van het woord is in het handschrift, dat zich bevindt in de Universiteitsbibliotheek te Amsterdam, onleesbaar.