De Nieuwe Gids. Jaargang 46(1931)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 499] [p. 499] Aandenken (Uit het Fransch van Mathilde.) Vaarwel! de zomer vliedt, wij zien den winter komen, Vaarwel! geheel een week is als éen dag vergaan.... De Toekomst zal uw beeld mij weven door mijn droomen; Ach, bleef het mijn' voor u bestaan! Zoo dikwijls, ver van u, zal ik met liefde denken, Aan de uren, al te snel versmolten met het Niet; Herfstbloemen, die de dauw in d'uchtendstond zal drenken, Terwijl geen avondrood haar ziet. Wanneer in 't schemeruur, van zulk een zoet verleden, U de echo toeklinkt, en een traan uit de oogen leekt, Dan fluistert gij wellicht (en luistert naar mijn schreden): ‘O, hoort toch, hoe zij van ons spreekt.’ Dan denk ik ook aan u en zal tezelfder tijde Dan meenen te verstaan, wat gij te zeggen placht, Dan zal uw geest zich stil gaan zetten aan mijn zijde En keuvelen met u, heel zacht. O, dat de herinnering aan deze heerlijke uren Gelijk een tooverdroom op onze winteren zweef' En met een gulden glans de jaren moog' borduren Wier aantal God in zijn Geheimboek schreef! Laroche, 19 Juli. JACQUES PERK.Ga naar voetnoot+ voetnoot+ Noot. - (Vertaling van Mathilde's gedicht door Jacques Perk.) Vorige Volgende