De Nieuwe Gids. Jaargang 46(1931)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 303] [p. 303] Toekomst door H.W. Sandberg. Mijn leven is te groot, Ver liggen de oevers van de stroom, Nog verder de werk'lijkheid van de droom, En wat mijn leven inhoud gaf, is dood. Mijn leven heeft geen toekomst, De zon stierf, haar lijf nog gloeiend-rood, De velden liggen onder nacht'lijk duister En als het daglicht weerkomt, Zullen ze kaal zijn en bloot. Mijn leven is herinnering, Herinnering, die schaduw van de dood, Geworpen door de zon, die onderging, Nog gloeiend-rood. En over de velden onder nacht'lijk duister, Dwaalt als een vlam. Mijn ziel-in-nood. Ik ben als een land, Plotseling overstroomd, Waarvan het water weer is teruggeloopen; Slik en modder zijn er overheen gekropen En blinkende visschen, spartelend, Hijgen naar adem, Dat zijn mijn herinneringen, Die sterven gaan. Mijn leven is te groot, De droom is teruggevloeid binnen een nauwe bedding, En stroomt traag voort Naar zee, de dood. Vorige Volgende