De Nieuwe Gids. Jaargang 46(1931)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 301] [p. 301] Verzen van Willem de Wijk. De spelonk. Zal steeds de menschheid, struiklend onder lasten van slaafschheid, bijgeloof en ijdlen pronk, hulpeloos stromplen door de nachtspelonk en in benauwenis den wand betasten - Klonk daar geen gil van iemand die verdronk? - wen angst haar, als een dier zijn prooi, verraste. Hoorde één een stem, die uit den hemel klonk? Hij luistert scherp. Neen, 't bleek een raaf, die kraste. Een enkle ziet de Waarheid in een flits alsof de Godheid zelf op hem een straal richt of hoort muziek uit hoogere regionen. Doch velen galmen bij harmoniumtonen en volgen, koppig-dwaas, een nietig dwaallicht, met baatzucht dikwijls of de vrees als gids. [pagina 302] [p. 302] Saturnus. Als Saturnale machten naar u grijpen, buig dan gerust deemoedig 't hoofd. Het leed dient om u sterk te maken en te rijpen. Zorg, dat gij deze waarheid nooit vergeet. Want steeds zal u Saturnus wreeder knijpen, hij zal u knauwen met steeds killer beet. Uw ziel is een juweel, dat hij moet slijpen, Na tal van levens is hij eerst gereed. Dus, dwingt u straks in 't dal de dood tot rusten en reikt gij hem uw staf, uw stoffig kleed, vermoeide reiziger des levens, weet dat nimmer nutteloos de smart u kuste. Glij dan getroost en zonder klacht of kreet in 't zacht, diep avondwater, 't Onbewuste. Vorige Volgende