De Nieuwe Gids. Jaargang 46(1931)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 297] [p. 297] Weerzien door Fiena Wilkens. Jij kwam en eensklaps, als bij tooverij, Was mijn gevoel van eenzaamheid voorbij. Je oogen vonkten, en je lieve gezicht Werd door den lach van het weerzien verlicht. Je hand greep de mijne, en toen, even maar, Werden wij één, in dat kleine gebaar. Je kuste mijn lippen, zoo stil en heel teer, En ik, tevreden, wenschte niets meer Dan tegen je kloppende hart te leunen, Jouw armen om me, als twee heerlijke steunen. Vorige Volgende