De Nieuwe Gids. Jaargang 46(1931)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Ik zag... door Hélène Swarth. I. Vredemeer. Ik zag een rotsigruigen donkren muur, Die spleet en boogde als de oopning van een grot. Daarachter, blauw als de oogen van een god, Fluweelde een water stil en hemelpuur. Op 't kalme water, bevend van genot, Het blanke zeil verguld van zonnevuur, Dreef zacht een boot naar d'einder, op 't azuur, Gelijk een ziel, bevrijd van 't aardsche lot. De muur schoof dicht, ik zag het blauw niet meer - 'k Verzonk in sluimer als in 't Vredemeer, Bezaligend herkend uit Land van Droom. Zal 'k als die boot verglijden - o wanneer? - Op 't blauwe meer, waar 'k aarzel, aan den zoom En zie nog om naar 't Land van mijn Weleer? [pagina 60] [p. 60] III. Dansende bloemen. Ik zag een ronden bloemenheuvel, blank, Paars, blauw en roze en geel, een wemeling Van teedre kleuren, die te dansen ging, Als koningskindren, edel, mooi en rank. Toen 'k nadertrad dien bloementooverkring Ontwaarde ik bloemen niet, ontzweefd haar rank, Maar Elfekindren, bloemfijn, klein doch slank, In kleedjes golvend waar de wind ze ving. En de éene rij omdanste duizelvlug De hoogre, die rondom een hoogre sprong. Dan dook een troepje in 't bloemenbosch terug, Waar 't honingzoet een koor van geuren zong. Elk werd weer bloem, die 'k zag als Elfekind: Lelie, sering, viool, roze of jacinth. [pagina 61] [p. 61] III. Vurig wiel. Ik zag een wiel van vonkensproeiend vuur, In grijze lucht, snel wentlen rond zijn as. En op de spaken stonden, blond lijk vlas, Gestalten blank in waden van azuur En zwaaiden palm en vaan - En 't waaien was Mijn brandend bloed als hemeladem puur. Als vlammen rees mijn haar, mijn ooggetuur Dronk ín het wonder, goud in nevelasch. Mijn ooren hoorden snerpend fel gefluit, Als van een vogel, wilden storm ten buit, Dan dreunen dof als dondren van de zee. Mijn borst doorbonsden harteslagen luid - En naar die Englen de armen strekte ik uit: - ‘Daalt tot mij! neemt mij naar den Hemel mee!’ Vorige Volgende