scheurend, dan weer met een rose ruw leptongetje een schoteltje melk leeg likkend, leefde ze....
Tot vreemde gevoelens door 't lichaam roerden, het groote moederwonder zich aan poes voltrok. In welig-geurend hooi hoog boven onder het rieten dak baarde poes drie jongen. Dagen achtereen, tot ze het warme, beschermende moederlichaam vonden, wurmden die hulpeloos rond in het nest, tot ze zich aanhalig tegen de fluweel-zachte pels konden vlijen. Voor deze drie beestjes duurde de bange duisternis negen dagen. Het licht brak door in de onschuldige oogjes, die niets-begrijpend rondzagen.... Een niet-te-ontkomen aanmaning, haar kleinen naar beneden in een nieuw, pas-gemaakt holletje te sjouwen, was dit voor poes....
Ruimschoots gebruik maakten de drie katjes van de geboden gelegenheid, om van uit de nieuwe woonplaats de eerste, komisch-gebrekkige loopoefeningen te doen. Over de stoffige deel rolden, tolden ze. Als de gang van een waggelenden dronkaard mocht dit loopen zich laten zien. Ter zake deed dit echter niets. 't Voornaamste was 't leven, 't groeien onder de spinnende bewaking van poesemoeder....
Slechts kort, een paar dagen, duurde de pret echter. Tot het vinden van moeder de vrouw. Aandacht gewekt door 't steedserger-wordend gesnoep van poes lokte deze haar valsch-vriendelijk met een niet-te-weerstaan schoteltje melk in het karnhuis, waarvan de deuren, ontsnappen onmogelijk, zuiver dicht werden gesloten. Niets vermoedend keek poes even op van haar onverwachte smulpartij. Tot het schoteltje leeg was, ze met haar ruw tongetje de laatste droppeltjes van het hier-en-daar-gebarsten, wit glazuur had gelikt, lepte ze verder. Toen wilde ze terug. Naar haar jongen. Vond ze zich ingesloten, werd ze zich van het gevaar, haar kleintjes bedreigend, angstig bewust. Door 't vertrekje sloop ze onrustig, tegen de onverbiddelijk-gesloten deuren stootte ze, door de opening, waar 't vuile water bij 't schrobben naar buiten gebezemd werd, trachtte ze zelfs te kruipen.... Redding bracht echter niets.... Naar de deur kijkend met een onrustig, gloeiend licht in de oogen, wachtend op het verlossing-brengende oogenblik, bleef ze eindelijk schijnbaar rustig liggen....
Bij elkaar, onwetend, wat hun boven 't hoofd hing, werden de drie katjes spoedig gevonden.... Wat zwaars van het erf achter