Betwistbare definities door M. Fafai-Kievits.
Troost: Dauw, die van den edelsteen den glans, maar niet de duurzaamheid heeft.
Intuïtie: De onwetenschappelijke wetenschap.
IJdelheid: Een pauw staande op een zonnewijzer in den tuin, spreidt zijn staart uit en zegt: ‘Ziezoo, daar heb ik weêr eens lekker een zonsverduistering teweeg gebracht.’
Onafhankelijkheid: Ik volbreng mijn plicht, geen opdracht.
Schemering: De dag overpeinst zijn verleden.
Muziek: Al wat zwart of grauw in me is wordt door klanken verklaard.
Menuet: De Jazz hoorend: ‘Nee, deze hel heb ik met al mijn zonden toch niet verdiend.’
Sierlijkheid: De reflex-beweging van een liefelijk gemoed.
Arendsoog: Minder stekend dan dat van den ekster.
De Leeuwerik: Een zingend atoom in het luchtruim verloren.
Taktiek: De plastiek van den geest.
Afwezigheid: De thermometer van het gevoel.
Reinheid: De immuniteit van het gemoed.
Gelijkheid: Het niveau van een doodenakker.
Het laatste vraagteeken: De vlam van een doodenkaars.
Jaartallen: Stofjes in een lichtstreep.
Het Leven: De tragedie die met een schreeuw begint en met een snik eindigt.
Paedagogie: De kunst om al leerend, zelf te leeren.