Voorts liggen voor den 46en jaargang o.a. gereed:
Bellettristisch proza van:
Dr. H.E.H. van Loon; Stuivertje wisselen; Juul Roggeveen; Proefhuwelijk; J. van der Woude: Het wondere einde; H.W. Sandberg: Drie menschen; G.J. Peelen: Zwerver; J.S. Witsen Elias: De Vluchteling; Ben Stroman: Hannibal Boontjes; F. Batten: Poging tot zelf-verheldering; H.H.J. Maas: Fatsoensbanden; Jan Jansen: Tusschen mij die tot u spreekt en u....; Frans Mijnssen: Na vijfentwintig jaar; Dr. Gerversman: De hut van Oostvoorne e.a.
Verzen van o.a.:
Lili Green, Rud. Tempel, Johan de Molenaar, Dr. Gerversman, J.J. Zeldenthuis, Joannes Reddingius, Dr. K.H. de Raaf, Jan H. de Groot, W. Reddingius, G. v.d. Meulen, M.H. Werkman, Josef Cohen, Jacob Hiegentlich, Daan Boens, J. van Nelle, William Groen, A.J.D. van Oosten, Hélène Swarth, Bert Nuver, J. Decroos e.a.
Artikelen van verschillenden aard o.a.:
Dr. E.D. Baumann: Oud Egyptische tooverspreuken; Joannes Reddingius: Herman Gorter en zijn ontwikkelingsgang; Mr. Maas: Spranger's ‘Lebensformen’; R. Kaltofen: Provenzalische Skizzen; H. v.d. Mandere: Volkenbondsreis naar Finland en de Baltische landen; F. van Gelderen-de Witte: Petrarca; N.J. Swierstra: P. Cornelis de Moor; H. Aalbers: Het levenswerk van Prof. Dr. A.H. de Hartog; Jeanne Reyneke van Stuwe: Leven en werk van Madame Colette, Frankrijk's meest bekende schrijfster; e.a.
Terwijl geregeld werk van de Redacteuren verschijnt, en een Bibliographie voortdurend wordt bijgehouden, door verschillende ter zake kundigen.