wat lijken ze me jong.... toen ik enkel leefde van emotie, en ik mijn brieven nooit dateerde, omdat ze niet in den tijd waren geschreven, maar uit de innerlijke eeuwigheid, die ik in me voelde.... maar nu ik nooit meer in deze wereld jong kan zijn, nu vrijwel al mijn vroegere vrienden dood en begraven zijn, wat blijft mij nu nog over? Alleen Jezus' liefde....
Hoe hartstochtelijk was ik in mijn vriendschappen en gehechtheden. Weg, alles weg.... (Zij noemt dan de namen van acht innig geliefde vriendinnen.) Het maakt me duizelig als ik denk aan de kortheid en onbeduidendheid van het leven hier op aarde, en als ik de brieven mijner afgestorvenen lees, dan is het mij, als hadden al die lieven nooit in werkelijkheid bestaan....
En al de brieven, die ikzelf schreef, en die door je vader zijn bewaard, - uit den tijd, dat hij in Europa was, en ik mijn eerste bevalling tegemoet zag.... die brieven, toen mijn wereld niet verder reikte dan de vier muren van mijn huis, en al mijn gedachten waren vervuld van het kindje, dat komen ging.... En als ik dan denk aan de schatten, die ik heb moeten verliezen.... de kleine jongen, die werd weg-genomen, eer hij nog besef had van goed of kwaad.... en mijn groote zoon.... mijn broeder George, mijn zuster Catherine mijn speelkameraadje de een, mijn tweede moeder de andere, toen wij onze eigene hadden verloren.... Mijn gezegende vader.... die in al mijn zorgen en vreezen deelde, die mij raad gaf en troost en bemoediging.... ach, kind, als ik mij zoo in alles verdiep, dat als een schaduw voorbij is gegaan, dan wordt het mij wèl droef te moede....
In 1882 maakte het standaardwerk der veertien deelen van Life and letters of John Quincy Adams, dat de heele geschiedenis van Nieuw Engeland bevatte, een diepen indruk op mevrouw Stowe, zoowel als op haar man. Adams bepleitte warm de vrijheid der slaven; hij heeft dat tijdstip niet meer mogen beleven, maar, schrijft mrs. Stowe: ‘I am sure he sees it from above’.
In Augustus 1886 stierf Professor Stowe, en in den loop van 1787 schrijft Harriet aan haar broer: I am now the only living of my circle of early friends. Not one of my early schoolmates is living.... and now Henry, younger by a year or two than I is gone, - my husband also. I often think: why am I spared? Is