niet over. Hij zag nu voortaan alles nauwkeurig na. In den nacht waakte hij dikwijls verschrikt op. Wat voor gerucht?
Dit duurde vijf, zes maanden, toen kwam een winteravond, grijs en koud. Nevelen van de zee sloten zich dicht over het veld. De meesterknecht moest 't huis verlaten en naar 't dorp trekken.
‘Ik zal laat terug-komen.’
‘Ik zal mijn liederen zingen.’
‘Ik vind mijn weg in 't donker.’
‘Mijn liederen wijzen den weg.’
Hij kwam in het dorp aan, en hij tastte in de duisternis. Maar waar hij ook ging, aarzelend, wankelend, zoekend, hoorde hij het lied van Griet Koenes. Het was, of het dicht-bij gezongen werd. Het werd niet door eenig geluid, of door andere klinkende stemmen gedempt, het drong overal door, zooals zij zelf had gezegd, gelijk wat drijft en stroomt, en vaart en ruischt. Niets kon het lied verjagen en wie luisteren wilde, door haat of liefde gedreven, moest luisteren. Hij kwam eindelijk op het erf van een boerderij. De hond sloeg aan. Hij zeide wat hij wilde hebben. Hij sprak, volgens zijn gewoonte, maar weinig. Stuursch en ongenaakbaar, verliet hij de hoeve. Toen hoorde hij fluisterende stemmen.
‘We zullen Griet Koenes vermoorden.’
Hij stond stil, bang, dat iemand hem al in zijn schaduw zou herkennen. Men ging langs hem heen, zonder op hem te leten, en hij verdween in den nevel. ‘Zal ik iets zeggen?’ dacht hij. ‘Dit zijn drie teekens, dat er gevaar dreigt. Zal ik mijn meesteres niet waarschuwen?’
Hij naderde haar huis, hij klopte aan haar deur. Ze noodigde hem niet naar binnen, ze zong haar lied, en ze zag niet op.
‘Meesteres,’ riep hij met sterke stem en ontroerd, ‘ik heb een droeve tijding.’
Ze zong.
‘Meesteres, drie teekens zijn er geweest, uw leven loopt gevaar. Vlucht voor het te laat is.’
Ze hield niet met zingen op. Had zij zijn waarschuwing gehoord?
De volgende dag begon in nevelen, als de vorige. Dien middag vaagde alle weifeling weg, en de blauwe hemel blonk. De meesterknecht ging met hoog-opgeheven hoofd. Waar het licht scheen, zou niemand durven naderen, dacht hij. Des avonds schitterden