| |
| |
| |
Buitenlandsch overzicht door Maurits Wagenvoort.
Het komt mij voor, dat ik voor dit maand-overzicht van het politiek gebeuren der laatste vier weken weinig plaats zal behoeven. Er is een licht gekomen over de wereld. De oorlog, dien wij allen, voor zooveel volwassen, hebben doorleefd, al ware 't slechts in de loopgraven van ons eigen door het algemeene lijden gewonde hart, is in de tweede Haagsche Conferentie, ‘geliquideerd’. Al zullen zijn gevolgen de volken, overwinnaars of overwonnenen, nog lang belemmeren in hun voortgang naar een verre toekomst van vrede, 1914-1918 en de twaalf daarop volgende jaren van steeds verminderend gevoel van haat en wraak, behooren voor goed tot de geschiedenis. Het was voor de Nederlandsche politieke hoofdstad, Den Haag, een hel-lichtend geschiedenisfeit, 't welk nog door vele komende menschengeslachten zal worden herdacht, dat het werelddrama in het Haagsche Binnenhof een allen vrijwel bevredigend eind heeft gevonden.
Ondoenlijk en onnoodig hièr in bijzonderheden het verloop en de strijdpunten der Conferentie na te gaan. Zooals gewoonlijk het geval is met dergelijke internationale beraadslagingen, waar het gaat om de tegenstrijdigste nationale belangen, leek het eerst of de resultaten onbevredigend zouden zijn. Het moet met waardeering erkend worden, dat de heeren staatslieden zich niet hebben gespaard om een slot te bereiken, dat aan alle volken, bij dit drama betrokken, zekere mate van bevrediging kon schenken, en er hun nachtrust voor hebben opgeofferd. Volkomen bevrediging van allen was natuurlijk uitgesloten.
| |
| |
Het ‘Plan-Young’, waarom het in de verhouding van Duitschland tegenover de andere groote mogendheden, in het bijzonder Frankrijk, hoofdzakelijk ging is, nu ja, het ‘Plan-Young’ gebleven, omdat het door de Internationale politiek met smarte gebaarde kind, toch wel een naam moet dragen. Maar er is zooveel in gewijzigd, Duitschland heeft er zooveel concessies bij gekregen, dat men nu reeds voorzien heeft, dat het Plan-Young eigenlijk Plan-Moritoria - uitstel van betalingen - zal moeten heeten. Er werd zelfs vagelijk verondersteld, dat het toekomstige Duitschland, gezien het feit, dat wat de financieele, door het Duitsche volk op te brengen oorlogsvergoeding betreft, het heillooze ‘Tractaat van Versailles’ het ‘Plan-Dawes’ is geworden, en het ‘Plan-Dawes’ het ‘Plan-Young’, en het ‘Plan-Young’ het allen bevredigende resultaat werd van de Tweede Haagsche Conferentie, dat dit toekomstige Duitschland wel eens kwaadwillig zou kunnen zijn, om de, hoezeer ook verminderde nog steeds zeer zwaar te dragen lasten te dragen! In dit geval zou Frankrijk den schralen troost hebben, dat het een beroep zal kunnen doen op het Haagsche Internationale Gerechtshof, om maatregelen te nemen, welke men tegenwoordig ‘sancties’ heet. Dit restje van oude oorlogsmentaliteit is Frankrijks bevrediging geworden.
Neen, geen bijzonderheden hier. Het resultaat heeft allen bevredigd, of zoo goed als. Zelfs die lastige Balkan-mogendheden, die elkaar nog steeds niet het licht in de politieke oogen gunnen. Als op een groot examen zijn alle staatslieden met een vredesprijs naar huis gegaan, en zoo men ooit getwijfeld heeft aan het nut van dergelijke internationale beraadslagingen, dan kan men op deze ook ons zoozeer bevredigende Haagsche Conferentie wijzen. Ook het Nederlandsche volk, jà, kan zich bevredigd gevoelen. Zijn organisatievermogen, bij deze en de vorige Conferentie, ter regeling waarvan der Nederlandsche autoriteiten slechts acht dagen werden gegund, kwam het volmaakte nabij. Daarover waren alle vreemde staatslieden en journalisten het eens. Opnieuw heeft Den Haag, hebben de Haagsche menschen, de regeeringspersonen en Haagsche journalisten in het Buitenland een ‘goede pers’.
Een eigenaardig moment, gedurende de Conferentie, zij 't ook
| |
| |
niet in het Haagsche Binnenhof, was, dat de Fransche minister-president, Tardieu, gedurende de eerste moeilijke dagen van de algemeene beraadslagingen in een Duitsch burger-restaurantje in de nabijheid van het mooie oude Haagsche stadhuisje, onder het genot van ‘Sauerkraut und Schweinefleisch’ en een glas ‘Dortmunder’ of ‘Münchener’, tegenover een ‘Havas’-journalist zijn twijfel te kennen gaf aangaande de betrouwbaarheid der Duitsche financiëele afgevaardigden. Verontwaardiging aan den Duitschen kant, verzoek om opheldering, en natuurlijk kreeg de journalist de schuld. Hij had zijn eersten minister misverstaan. Aan dergelijke betichtingen zijn journalisten gewoon. Wanneer ergens ter wereld een hooge persoonlijkheid - ex-Wilhelm II was daar sterk in - onvoorzichtige dingen beweert, welke een journalist, er bij, of, zooals nu, direct in het gesprek betrokken, den plicht heeft in zijn krant te zetten, dan is hij het die ‘misverstaan’ of ‘niet goed begrepen’ heeft, als er schandaal over komt. Gegeven het gelukkige feit der algemeene tevredenheid over deze Conferentie behoeft er hier over dit eigenaardig geval evenmin te worden uitgewijd. Maar een Fransch minister-président, die in een Duitsch derde rangsrestaurantje, laat dit dan een goeden naam hebben voor zijn bier en zijn ‘Pökelfleisch’, een Duitsch restaurantje in de nabijheid van het Binnenhof, ‘Sauerkraut mit ‘Kasseler-Rippespeer’, of zoo iets, verorbert, en daarbij gemoedelijk een journalist van zijn land te woord staat.... wie ziet het een Nederlandschen staatsman, een De Geer, een ‘Monseigneur’ Nolens doen? Ex-minister Treub zou er misschien toe in staat zijn geweest, al mag niemand vermoeden, dat deze begaafde ex-Excellentie, onder het genot van ‘Sauerkraut mit
Schweinefleisch’ of ‘Tripe à la mode de Caen’, in een derde rangs restaurantje in Berlijn, of in Parijs den mond voorbij gepraat zou hebben. Dìt hebben althans de meeste Nederlandsche staatslieden met de klassiek-Romeinsche senatoren gemeen, dat zij in de eerste plaats zorgen voor hun decorum.
De Conferentie in Den Haag is gesloten, de Conferentie in Londen is onmiddellijk daarop geopend. Zal deze nieuwe Conferentie de volken gelijkermate bevredigen als die van het Haagsche Binnenhof? Het gegeven: vlootbeperking door alle
| |
| |
groote zeemogendheden is zooveel moeilijker tot een allen bevredigend einde te brengen, en men voorziet, dat zij maandenlang kan duren. De kerkhoofden in Engeland en Noord-Amerika hadden voor den Zondag aan haar plechtige opening, door den Engelschen koning-zelf, voorafgaande, een algemeenen biddag uitgeschreven, maar ieder weet wat dergelijk vertoon van vroomheid in werkelijkheid waard is. President Hoover berekende den duur dezer beraadslagingen op drie of vier maanden, immers grootendeels zal men moeten spreken over de verschillende technische moeilijkheden der verdediging ter zee, waarmee ook die te land en in de lucht nauw verbonden zijn. Het Engelsche ‘Labour’-ministerie mag zooveel mogelijk aan deze beraadslagingen een burger-karakter geven, zòò zelfs dat de Engelsche koning de Inwijdingszitting opende in burgerkleedij, en er geen of zoo goed als geen uniformen bij de plechtigheid te zien waren, ieder voelt, dat de hooge officieren van alle volken de souffleurs van dit gewichtige politieke spel zijn. Er zijn teveel verborgen en zelfs openlijke klippen, waarop het schip der Vloot-conferentie, en de hemel weet aan welke internationale stormen het den kop heeft te bieden, kan stranden. Italië is, zegt het, bereid om heel zijn vloot af te schaffen, als de anderen het ook doen, maar vooraf verlangt het pariteit met Frankrijk, in de toekomst zelfs als zijn recht pariteit met de sterkste maritieme mogendheid. Het is weinig bemoedigend, als men in zijn officieele ‘Foglio d'Oridni’ leest:
‘De Londensche Conferentie staat voor de deur en het programma is bekend. Wij hopen van harte, dat een accoord bereikt zal worden, maar wij zijn ons bewust van de groote moeilijkheden, welke overwonnen moeten worden. Een daarvan en van de grootste beteekenis, is het vraagstuk van de maritieme gelijkstelling van ons land met Frankrijk, gelijkstelling door ons tot voorwaarde gesteld van elk protocol, van Washington tot heden. Het is ten eenenmale uitgesloten, dat wij op dat punt toegeven. Of de gelijkstelling zal neerkomen op een grooter of een geringere bewapening dan die wij thans hebben, is ons onverschillig; het eenige wat van belang is, is dat ook in het nieuwe verdrag de gelijkstelling bewaard worde. Niet alleen blijft Italië gelijkstelling met Frankrijk eischen, doch ideëel staan wij op ons goed
| |
| |
recht een vloot te bezitten gelijk aan die der meest gewapende maritieme macht ter wereld. Alleen wegens zijn bescheiden economische mogelijkheden ziet Italië er wan af gelijkstelling te eischen met Engeland. Immers, terwijl Engeland een eiland is, dat naar alle zijden open zee vindt, is Italië een schiereiland, gevangen in een binnenzee, welks toegangen door vreemde staten worden bezet gehouden. De ligging en de toestand van Italië in de Middellandsche Zee is ernstig, zelfs tragisch te noemen. Het leven van een natie van 42 millioen zielen is afhankelijk van de Straat van Gibraltar, slechts weinige kilometers breed, met weinig moeite af te sluiten, door welke Italië in contact is met de landen van West- en Noord-Europa en met Amerika. Voor Frankrijk is het vraagstuk der Middellandsche Zee slechts een quaestie van veilig troepenvervoer; het eenige belang van dit land in deze zee betreft het overbrengen van gekleurde troepen naar het moederland; voor Italië is dit een vraagstuk van leven en dood voor een geheel volk. Frankrijk kan verbindingen onderhouden via de Noordzee, de Atlantische Oceaan en de Middellandsche Zee; Italië uitsluitend via de Middellandsche Zee. Het kan wel zijn, dat de rots der Fransch-Italiaansche gelijkstelling het scheepje der Londensche argonauten op zoek naar den wereldvrede doet zinken; deze mogelijkheid in verband met de uiteengezette quaestie laat ons volkomen rustig.’
Daarentegen is het wèl bemoedigend, dat een blad als de Times - pas door de Britsche regeering tot den journalistieken adelstand verheven met een heraldiek wapen om aan zijn ‘kop’ te voeren - zich verklaart tegen de groote slagschepen, die zulke nauwelijks berekenbare belastingsommen verslinden, en ten slotte toch zoo weinig strategische waarde bezitten.
‘De wedijver heeft het slagschip van 35.000 ton in het leven geroepen, de beperking heeft het gesanctionneerd, doch de strategie vereischt het niet en de zuinigheid veroordeelt het. Het zou een stoutmoedige en tot de volksverbeelding sprekende zet zijn ten behoeve van den vrede en de zuinigheid, indien Groot-Brittannië, Amerika en Japan, de eenige drie landen, die speciaal belang hebben bij slagschepen, konden overeenkomen, zich te verlaten op het gezond verstand, liever dan op een conventie met vastgestelde maten voor hun slagschepen. Een dergelijke overeen- | |
| |
komst zou niet nalaten een machtigen invloed te hebben op alle volgende en minder handelbare zaken der conferentie.’
De Haagsche Conferentine heeft den laatst-doorleefden oorlog ‘geliquideerd’, laat ons hopen dat de Londensche Conferentie een mogelijke toekomstigen oorlog weet te voorkomen.
Immers, wanneer de volken onder den drukkenden last hunner bewapening kunnen uitkomen, zal er misschien ook geen reden zijn te vreezen voor een internationalen tarieven-oorlog, waarvoor thans reeds een ‘wapenstilstand’ hoog noodig is. Want oorlog is reeds in vollen gang, al vereischt hij geen bloed en geen levens. Den tienden Januari bestond de Volkenbond tien jaar, de bereikte resultaten zijn nog gering, 't is waar. Wat wil men? De menschheid bevindt zich nog in de kinderjaren harer geestelijke en stoffelijke ontwikkeling, en het is reeds veel, het is uitermate verblijdend, dat er in Genève een Volkenbond bestaat, welke op resultaten kan bogen. Al zijn die dan nog gering. Alles staat in verband met alles, en de kern van het leven is de mentaliteit der zoozeer verschillende en zoozeer uiteenloopende volken.
|
|