De Nieuwe Gids. Jaargang 44(1929)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 666] [p. 666] Vrouwen door Hélène Swarth. I. De nieuwe huurkamer. Nu zweeg het rhythmisch kloppen van den hamer En 't lied, dat, blij, die knaap, al kloppend, floot, Terwijl zij, huivrend, eenzaam eet haar brood, Vijandig voelt zij héél die vreemde kamer. Gordijnen, stoelen dreigen, bloedigrood. Hard hakt de klok den tijd aan spaanders. - Kwame er Eén welkomstgroet! Maar trots, die klachtbeschamer, Klampt saam haar handen, blank in donkren schoot. Portretten, bleek op rood behang. - Kan baten Haar leed de starre glimlach dier gelaten, In de aard, vergaan? verheerlijkt, op een ster? Eén heeft haar vreugde en vroom geloof ontnomen. Zij kan geen weerzien in den hemel droomen En zoet lokt de eeuw'ge slaap, maar ver, zoo ver! [pagina 667] [p. 667] II. Deernenstoet. De jonge vrouw, nog gister blanke bruid, Aanschouwt, verschrikt, der veile deernen stoet, In wit gelaat de lachmond rood als bloed, Die biedt haar jeugd der mannen lust ten buit. Tien jaar geleên nog kindren, zuiv'r en zoet - De jonge vrouw bedwingt haar schreien luid. Lang zal zij weêr als, moe, zij de oogen sluit, Die stoet zien, die van zonde leven moet. Op straat verkocht wat vroom de maagd bewaart Voor éen, die éens zal komen! wat zij gaf Als liefde-offrande, trouw voor áltoos waard! O de eerste man, die 't argloos meisje laf Verliet, verleid, geschonden, hém treff' straf! God, red zijn prooi van déze hellevaart! [pagina 668] [p. 668] III. Rust. Kalm moet zij rusten, eer daal rust voorgoed - Maar droef verleden blijft haar wreed doorschokken. Als toen zij 't kind droeg, ziet zij lachend lokken Een krans van kinderkopjes, engelzoet. Straft haar een God met hoon voor bitter wrokken, Wijl 't leven leeg bleef? IJlt haar tegemoet Haar kind verloren, met een liefdegroet, Terwijl haar uitluidt galm van doodeklokken? Van 't broeiend kussen beurt zij 't moede hoofd, Rijst óp, verkoelt de brandende oogeleden. 't Reliekenschrijn van moedervreugd beloofd Ontneemt ze een jurk, die nooit zou 't kindje omkleeden - En schoentjes, blank, voor de eerste wankle schreden, Warmt ze aan haar borst, waar 't kindje aan werd geroofd. Vorige Volgende