De Nieuwe Gids. Jaargang 44(1929)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 380] [p. 380] Dank tot Hélène Swarth door Hein Boeken. (In antwoord op haar Sonnet in N.G. April 1929.) Gij, die van sfeeren droomt, waar gij kondt puren Den honig, die uit andre bloemen welt Dan donkere Aarde onder haar dochtren telt, Maar 't eigen lied van heimwee naar azuren Bogen, nòg schooner dan waar wij naar turen, Als deze sfeer geen wolken-dak beknelt, Het toornig grommen van het bieken scheldt, Welks vlerkskens glazen kerker-muren schuren - Waar het u lust of troost den dank te hooren Van hen, voor wie gij 't eenzaam klaaglied zingt, Wier ziel, als de uwe, in eenzaamheid verloren, Met hunkrend oor uw klare stemme drinkt? Wel karig loon! Toch blijft uw diepst verlangen Te laven ons met heul-nat van uw zangen. 11 April 1929. Vorige Volgende