De Nieuwe Gids. Jaargang 44(1929)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Dood en leven door Hein Boeken. Wel dicht bijeen zijn 't Leven en de Dood! Wat dekt al donkere Aarde in haren schoot! En toch, schijnt het, het is haar eerste jeugd, Waarin zij, noodend ons tot al geneucht, Haar nuchtre schatten komt ons openbaren: Het teedre groen dier ongerepte blaêren, Waar adem komt ontwakend door gevaren...... Van wie? Van wat? O ongeweten ziel, Waarvan in ons een enkel vonksken viel. Dat, in ons brandend, ons doet mede branden Met den gemeenen brand van zee en landen, Ons naar een samen-gloeien doet verlangen Van stem met stem, van onzen zang met zangen.... Maar bovenal...... o zijn 't niet kinder-oogen Dat lichte blauw, dat nimmer nog bedrogen, Toch weldra zal versomberen in smart? Maar nu - houd weg al voorgevoel, mijn hart, Stel open u, o laat diep in u dringen Al lentevreugd, om later ze uit te zingen Als balsem ze te storten op all' smart, Gaêr schat bij schat, die koude en donker tart. 23 Mei 1929. Vorige Volgende