Aan Willem Kloos.
De dichter doet ons deel hebben aan wat Wordsworth noemde ‘het licht dat nooit lag over zee en land, de wijding en de dichterdroom’ en doet in onze harten de goddelijke vonk opgloeien onder de soms grauwe asch der dagelijksche moeiten en zorgen. Al zou hij slechts één gedicht hebben geschreven, dat de menschenziel met zich mede blijft dragen door al de wisselende verschijnselvormen van het leven, wij zouden hem dankbaar eeren voor wat hij ons schonk aan rijkdom en eeuwige schoonheid. En die hebt gij ons in vele gedichten geschonken.
ELIZE KNUTTEL-FABIUS.