Willem Kloos thuis
In de groote studeerkamer zitten zij tezamen in het volle licht van het raam: hij links, zij rechts, elk aan hun eigen schrijfbureau. Zij zitten daar elken dag van het jaar, onverschillig of dit een Zondag, een feestdag of een werkdag is en men treft hen daar des morgens, des middags en een groot deel van den avond. Twee levens, zóó in elkaar verweven, dat men zich die niet gescheiden denken kan, twee persoonlijkheden zóó naar elkaar toegegroeid, dat men ze in één adem noemt: Willem en Jeanne Kloos. In de litteratuur: dichter-schrijver-criticus en schrijfster-dichteres-novelliste; in het gewone, dagelijksche bestaan: het echtpaar Kloos, dat men in het late namiddaguur tezamen hun uitgebreide post ziet wegbrengen en dat men in de warme zomerdagen hun geliefde wandeling ziet doen in de Haagsche Boschjes.
De maaltijden, het zijn slechts noodzakelijke onderbrekingen van den dagelijkschen arbeid, ze zijn eenvoudig en duren kort; daarna keeren zij terug naar de eigen plek bij het raam en buigen zich opnieuw over de opengeslagen schrijftafel. Zoo vergaan de uren. de minuten, de seconden; zoo rijen zich de dagen en worden weken, maanden en jaren. Daar zien zij de seizoenen komen en gaan: de lente in den zomer, de zomer in den herfst en de herfst in den winter. Of het stormt of sneeuwt, of de zon schijnt, of het regent, zij zitten daar en werken. Als zij opzien, dan zien zij elkander en als zij uit het werk terugkeeren in het gewone leven van alle dag, dan weet de een, dat de ander in de nabijheid is. Zoo sterk is deze saamhoorigheid, dat de onrust den een het werken belet, als de ander afwezig is. Zij zijn als twee handen, die denzelfden arbeid doen, als twee voeten, die denzelfden weg gaan, want waar hij hulp verlangt, daar staat zij nevens hem en waar zij troost behoeft, daar is zijn hand om de hare.
Hun liefde en hun kunst, het zijn de twee factoren, die hen gevormd hebben tot deze sterke eenheid van opgaan naar hetzelfde doel en streven naar de hoogste schoonheid. En zoo zullen deze goede menschen hun levensweg vervolgen als: één wil, één wensch en één gedachte.
De stille getuige.
JACQUELINE REYNEKE VAN STUWE.