De Nieuwe Gids. Jaargang 44(1929)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 554] [p. 554] Voor Willem Kloos Den grooten dichter, den stichter van De Nieuwe Gids en onvermoeid moedigen strijder bij zijn 70ste verjaring van zijn ouden vriend Jac. van Looy. Een blaadje uit het album mijner vrouw. De lindeblâren vallen een voor een, Het lijkt een sneeuw van gele, gulden vlokken, Ze dalen zacht als naar den grond getrokken, De een na de ander gaan zij moeizaam heen. Er is geen zweem van weedom noch geween, De kindren slaan er weder naar met stokken, De knapen springen op als jonge bokken, Meisjes ze vangen, juichen: ‘'k heb er een.’ De voeten gaan door de gelegen blâren Als door de dagen van vergane jaren, De lucht is grijs en wat beweegt tevreên, Er is geen zweem van weedom noch geween, De blâren vallen naar den grond getrokken Gelijk een sneeuw van gulden, gouden vlokken. 1927. Vorige Volgende