De Nieuwe Gids. Jaargang 44
(1929)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 365]
| |
Historische afdeeling.
| |
[pagina 366]
| |
De N.G. aflevering, waarin Huet werd herdacht, werd, keurig ingebonden, door de jonge redacteuren aan de familieleden toegezonden.
Parijs, 13 Junij, 1886. 107 rue de l'Université. Waarde Heer,
Vergun mij u en de overige leden der redactie van den Nieuwen Gids mijn onuitsprekelijken dank aan te bieden voor het roerend boekgeschenk, mij heden geworden. Hoezeer zou onze afgestorvene door deze, in alle opzigten, zoo gedistingueerde hulde zijner jonge landgenooten zijn getroffen geweest. Mij was zij een zonnestraal op mijn anders zeer droeven pinksterzondag. Van deze gelegenheid maak ik gebruik, persoonlijk, u allen ook dank te zeggen voor den schoonen bloemenkrans, uwentwege op Huets graf neergelegd. Geloof mij met gevoelens van hoogachting en waardeering
Uw dienstw. en dankbare
(w.g.) ANNE BUSKEN HUET.
Zondag 13 juni 1886. Waarde Heer,
Zooeven ontving ik het mij toegezonden exemplaar van den fraaien extra druk van het nummer van den Nieuwen Gids. Het zou mijn vader, die een beminnaar was van goed uitgevoerde typografie, zeker, indien hij er getuige van kon zijn, geamuseerd hebben, zich zoo uitgedoscht te zien. Gij hadt geen beter middel kunnen bedenken om eene blijvende herinnering te bewaren aan de laatste bladzijden door mijn vader geschreven. Wees verzekerd, dat wij de bewijzen van deelname, die wij van de Redactie van den Nieuwen Gids mochten ontvangen, nimmer zullen vergeten.
Uw dienstwillige
(w.g.) G. HUET. | |
[pagina 367]
| |
Amersfoort, 17 Juni 1886.
WelEdele Heer!
Ik draag U op aan de Redactie van ‘de Nieuwe Gids’ mijn hartelijken dank te betuigen voor het fraaie boekdeel mij toegezonden. Dit eerbetoon aan de nagedachtenis van mijn Broeder wordt door mij op hoogen prijs gesteld, en het vereert U en hem. U en Uw tijdschrift wordt door mij alles goeds toegewenscht, en met gevoelens van dankbare hoogachting noem ik mij
Uw dienstwillige dienaar
(w.g.) P. BUSKEN HUET.
Velp, 17 Juni 1886.
Mijnheer,
Met gevoelens van erkentelijkheid brengt Mevr. Putman Cramer aan de redactie van de Nieuwe Gids, haren opregten dank voor het toegezonden boekdeel, hetwelk voortdurend een gewaardeerd aandenken zal zijn, aan haar zoozeer betreurden broeder Conrad Busken Huet.
Hoogachtend
(w.g.) Mevr. J. PUTMAN CRAMER-BUSKEN HUET.
Mevrouw A.M. van Deventer-Busken Huet betuigt aan den heer Kloos en zijne mederedacteurs haar innige erkentelijkheid voor de haar toegezonden aflevering van het tijdschrift ‘Nieuwe Gids’. Het zoo smaakvol uitgegeven boekdeel zal voor haar een aandoenlijke herinnering blijven aan den onvergetelijken broeder, wiens talenten en gaven door het jeugdig tijdschrift op zoo hoogen prijs werden gesteld.
Dordrecht, 18 Juni 1886. | |
[pagina 368]
| |
Arnhem, 19 Juni 1886. WelEdele Heer!
Het exemplaar door de Redactie der ‘Nieuwe Gids’ mij vereerd, kwam in goede orde in mijn bezit; ik ben zoo vrij U bij deze te verzoeken, haar mijn oprechten dank te willen betuigen voor de toezending en haar te willen verzekeren, dat het als een aandenken aan het laatste werk van mijn zoo hartelijk geliefden en zoo zeer betreurden broeder, door mij zal worden bewaard. Streelend is het voor het gevoel zijner overgebleven betrekkingen, dat de Redactie der Nieuwe Gids zich voor de uitgave der vijfde aflevering zooveel moeite en zorg heeft willen getroosten, waardoor zij het beste bewijs levert van hare hooge ingenomenheid met en groote waardeering van den overledene, zoo zeer op prijs gesteld door UEd. hoogachtende en erkentelijke dienaresse, (w.g.) Wed. PENNING NIEUWLAND-J. BUSKEN HUET.
Parijs, 7 September 1890. 1 rue d'Aguesseau. Hooggeachte Heer,
Ik haast mij uwe beleefde letteren van den 4 jl. te beantwoorden. Aan uw verzoek kan ik ongelukkig niet voldoen. Ik herinner mij zeer duidelijk, dat mijn vader met Chs. van Deventer heeft gecorrespondeerd over G.J. Mulder, en diens biografie en andere werken uit Nederland heeft laten overkomen. Ik meen mij zelfs te herinneren, dat hij een avond aan Berthelot, dien hij in gezelschap ontmoette, inlichtingen gevraagd heeft. Het artikel werd evenwel nimmer op het papier gebracht, daar andere, meer actuëele onderwerpen de aandacht van mijn vader in beslag namen. Het spijt mij U te moeten teleurstellen. Mag ik U verzoeken, ook uit naam mijner moeder, aan de redactie van den Nieuwen Gids onze dankbetuigingen te willen overbrengen voor dit nieuwe bewijs van sympathie voor mijn vader en van belangstelling in zijne litterarische nalatenschap. Met hare en mijne beleefde en hartelijke groeten heb ik de eer mij te noemen Uw dienstw.
(w.g.) G.B. HUET. | |
[pagina 369]
| |
Toen mevrouw Bosboom-Toussaint gestorven was, werd ook deze groote schrijfster in De Nieuwe Gids herdacht. Mevr. Jolles bedankt voor de toezending van de aflevering.
Donderdag 17 Juni.
Beste Willem,
Jolles en ik wij danken de Redactie van de Nieuwe Gids met onzen besten dank, voor het keurige exemplaar dat wij gisteren ontvingen. De woorden aan mijn oude vriendin gewijd hebben mij zoo innig goed gedaan, zoodat ik in het begin van Juni dadelijk een warme opwelling had om U eens te danken. Ik liet het uit een zekere verlegenheid. Ik zal het boek trouw bewaren voor mijn jongen, voor wien ik wensch, dat het eenmaal groote waarde zal hebben, als de redacteurs van de Nieuwe Gids zijn geworden wat ik hoop en geloof. (w.g.) J. JOLLES-SINGELS.
Toen Vosmaer stierf, werd ook deze in De Nieuwe Gids herdacht.
den Haag, 10 Aug. 1888.
Hiermede heb ik de eer de redactie dank te zeggen voor het mij toegezonden exemplaar der Nieuwe Gids.
Met achting,
(w.g.) Wed. A.C.C.G. VOSMAERCLANT. |
|