Dankbetuigingen van de ‘ouderen’ aan de jonge redacteuren van De Nieuwe Gids.
Er is zoo vaak beweerd, dat ‘de Nieuwe Gids’ geen eerbied betoonde aan de ‘ouderen’ en dezen òf negeerde, òf bruut néersabelde. Dat deze aantijging geheel ten onrechte werd gedaan, moge blijken uit verschillende dankbetuigingen van de ouderen aan de jeugdige Nieuwe Gidsers. Wij beginnen met de publicatie van eenige missives naar aanleiding van het feit, dat de Redactie aan verschillende ouderen de beleefdheid had gedaan, hun een exemplaar van de eerste aflevering te doen toekomen.
Amice. Aangezien ik niet weet, of ik de 1e afl. van den N. Gids heb te danken, aan u of een ander, wees zoo goed en neem dien dank aan of breng hem over. Ik las Johannes, de bijdragen van Verwey en U met veel genoegen; ik zal er in Vlugmaren over spreken.
Steeds tt,
C. VOSMAER.
Gaarne betuig ik mijn vriendelijken dank voor de beleefdheid mij bewezen in de toezending van een presentexemplaar van ‘de nieuwe Gids’, 1e Jaarg., 1e aflev.
W. GUNNING.
UTRECHT, 85-10-5.
Voor het geschenk-exemplaar van Afl. 1, Dl. I van ‘De Nieuwe Gids’ brengt der Redactie zijn dank:
H.E. MOLTZER, Hoogleeraar.
Ik dank U voor de toezending van de 1ste Aflevering van Uw tijdschrift, die ik heden ontving.
Hoogachtend heb ik de eer te zijn
Uw dw. d.,
C.B. SPRUYT.
Amsterdam, 2 Oct. 1885.