J. Hora Adema † door Willem Kloos.
De onverwachts te Bayonne overledene Nederlandsche auteur J. Hora Adema laat, nog afgezien van het vele voortreflijke epische en dramatische werk wat hij scheppen mocht, óók als mensch slechts de onverdeeldst-aangename herinnering bij mij na. Ik zag hem voor de laatste keer in April j.l., bij ons aan huis, waar hij om zijn zuivere Persoonlijkheid, zijn prettigen verteltrant altijd en bij allen zeer welkom was.
Hij woonde, zooals men dat noemen kan, in Den Haag, maar vertoefde meestal in vreemde streken: in vroegren tijd op Madagascar en in Spanje, later telkens in Hongarije en nóg later veelal in Zuid-Frankrijk, waar hij ook weer heen moest, toen hij zeer onlangs van ons afscheid-nemen kwam. Hij was toen reeds 76 jaren maar zag er nog uit als een flinke zestiger, met een gezond-roode kleur en geen enkel zichtbaar gebrek. En toen wij dus elkaar, zonder dat ik het wist, voor 't allerlaatst de hand gingen drukken, zei ik opgewekt tegen hem: ‘Nu, meneer Adema, ik hoop dat wij u na niet te langen tijd even flink en sterk terug zullen mogen zien.’ Maar tot mijn vluchtige verwondering zag ik toen zijn gezicht, terwijl hij zich half afwendde, zeer licht betrekken en hij antwoordde spontaan: ‘Ja, ik hoop het met u, maar ik weet het niet zoo precies.’ ‘Kom’, zei ik, ‘u wordt wel negentig jaar minstens’. En lachend liep hij weg.
Zou hij, ofschoon hij zich goed voelde, en heelemaal opgeruimd was, in zichzelf, bij mijn hartelijken wensch, plots iets te weten zijn gekomen van zijn naderend einde? Hij stond door den toon en den aard van zijn werk, in verband met het Diepste, en onwaarschijnlijk is dat dus niet.
Goede en geniale, want alles uit u zelf hebbende Hora Adema, uw gedachtenis als waarachtig kunstenaar en goede vriend zal nooit uit mijn geheugen gaan, en ook de fijnere geesten in een volgende generatie, zullen u ongetwijfeld blijven herdenken als een der suggestiefste auteurs van ons veelverscheiden geslacht.