De Nieuwe Gids. Jaargang 35(1920)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 578] [p. 578] Maria Magdalena tot Jezus door J.L. Walch O God der wereld, Die mìj gadeslaat, Die met zóó zachten blik mij begenadigt dat heel mijn hart vervloeit, - o zoete Jezus, hoe heft Gij mij uit al mijn schaamlen nood! Ja, zoud' ik haast niet al mijn zwarte zonden beminnen gaan - zoo 'k nog iets anders kon bedenken dan Uw hooge heerlijkheid...... mijn zonden, die zoo ver mij van U bonden; die als een wade omwoeien mij met duisternis, als vleermuisvlerken, vol van nacht en afschuw...... Want zoo veel als die werden vreeslijker, zoo veel waart Gij genadenrijker...... O! 't is zoet, om onverdiend, zóó als een kind het krijgt, dit alles enkel maar uit d'overvloed van Uwe liefde te ontvangen. Niets, niets te verdienen - naakt en arm te zijn, en dan dien blik van U op mij te voelen, die als een mantel is van gouden licht; en aan Uw hart mijn hoofd te bergen mogen - Ik dank, ik dank U...... Assisi, Mei 1920. Vorige Volgende