De Nieuwe Gids. Jaargang 35(1920)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 416] [p. 416] De minnenden door P. Otten. ‘En eindlijk hadden wij een wijk gevonden, Waar zeewind langs de zilvren halmen streek. En toen 'k U in de donker' oogen keek, Ging beider aadmen sneller en wij wonden Onz'armen om elkander heen en konden Alleen maar kussen, kussen, dat het leek, Of heel de lichte wereld doofd' en week Voor 't wild geluk van onze heete monden.... Maar als we ons langzaam lossend uit den ban, Na lang, de donkre hoofden hieven, dan Zagen onz'oogen, voor elk wonder rêe, - En nochtans nieuw en blindend onverwacht - Onder der zonne stralend' oppermacht De schelle majesteit der steile zee.’ Vorige Volgende