Als bij Maeterlinck den lezer bekend is, dat er overspel, of alleen maar de neiging tot een ander, hetgeen psychisch beschouwd het zelfde als feitelijk overspel geacht wordt te zijn, in het verleden, onder het daar gaande zijnde leven is, - dan is dat voldoende; dan weet hij wat het diepe donkere, dat onder de gewone levens-toedracht gevoeld wordt, is, en gevoelt dat ook als het onherstelbare.
Maar door het gegeven eener mésalliance een even essentiëele noodlots-funetie toe te kennen als aan het overspel, ontneemt men aan zijn tooneelspel zijn psychische portee en verplaatst de toedracht uit het pS'ychische naar het psychologische, al omgeeft men dit psychologische ook met een psychische atmospheer, - door de ongelukkigheid ten gevolge van mésalliance, hetgeen, een door het persoonlijke in een menschenkarakter veroorzaakte toestand is, te verwarren met ongeluk ten gevolge van overspel (of iets dergelijks), hetgeen een algemeen imenschelijke, althans voor alle monogame rassen geldende, in het diepst der menschennatuur ingegroeide, noodlotsfactor is.
De lezer begrijpt daarom telkens niet waarom, in ‘Zondag’ van Van Oudshoorn, de echtgenoot niet anders spreken en doen kan dan van uit een diepst ongelukkig levensbesef.
Men vindt in het stukje verder de figuur van den gewoon vroolijk het leven doorkomenden bezoeker, als vertegenwoordigd van het algemeen normale imensdhelijke, waar tegen het wezen van den bizonder door ongeluk aangedane zoo als zwarte schaduw op een lichtikleurigen muur uitkomt.
Voorts de schoonmoeder, die wel iets gewoon karakteristieks (het vrouw-uit-het-volk te zijn) aanbrengt; maar, in verband met het ontbreken van het essentieel psychische in hét algemeene gegeven, er niet toe medewerken kan om de waarheid, als zoude dat gegevene iets diep psyohisch zijn, te doen uitkomen.
De soortelijkheid en de verdiensten van het werk bevinden zich in de door den auteur getoonde, reeds genoemde, kunst, om het feitelijk individueel psychologische, te omgeven met een psychische atmospheer, bij het beschouwen van welke dus tevens het hoofdzakelijk gebrek van het werk blijkt.
Om in dien psychischen toon te schrijven, moet die toon in den schrijversgeest aanwezig zijn. De auteur heeft het alles afdoende verschil tusschen de gegevens der auteurs, die ook dien toon