De Nieuwe Gids. Jaargang 35(1920)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 596] [p. 596] Tot den schilder F.P. ter Meulen Op zijn zeven- en zeventigsten verjaardag 9 maart 1920. door Hein Boeken. Doet ook uw been u nu uw leger houden, Rondom u leeft, wat levens-lang aanschouwden Uwe oogen, nooit verzadigd, schoon vermoeid: De bonte koe, die aan de melk-bocht loeit; De woll'ge kudde, die u graast voorbij, Waar 't blonde duin omzoomt de schrale wei Onder de teedre lucht, die, wazig blauw, Verschiet aan verre kim tot domm'lig grauw; Of 't blatend boksken, dat in malscher voêr Buitelt of na-stapt de oude geite-moêr; Of de oude herder, die uit de open kooi, Als de uchtend grauwt nauw, uitlaat lam en ooi. Een nieuwe schoonheid speurt ge in 't troostend beeld. Zij dra dus weer uw been van 't zeer geheeld, Dat ge aan elk toetsjen, dat u nu ontrust, Den nooit-gebluschten schilders-ijver bluscht. Vorige Volgende