De Nieuwe Gids. Jaargang 35(1920)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 429] [p. 429] Die kamer door Hélène Swarth. I Gelijk een duif laat ik mijn heimwee zweven Naar de éene kamer waar het vrede vindt. Op tafel bloeide een blauwe hyacinth. In d'ouden stoel, eenvoudig en verheven, Zat zij en keek naar spel van zon en wind. Geen andre kamer, in mijn later leven, Kon dàt gevoel van veiligheid mij geven. 'k Wist niet waarom, 'k weet nu: 'k was daar uw kind. 'k Hoor weer de klompjes van de blonde benden: Krakeelend, spelend, holden zij naar school. Om u te zien had 'k maar het hoofd te wenden. Uw liefde omguldde u als een aureool. 'k Wil telkens weer daarheen mijn heimwee zenden, Tot weer 't mij breng den vrede, die daar school. [pagina 430] [p. 430] II Kon in die kamer u ik wedervinden, Als eer ik, blij en bang toch, u verliet, Voor hem, die vreugd beloofde - en mij verried, Mocht ik bij 't raam, waar 'k bloeien zag de linden, Waar 't klaatren zong der popels, langs de vliet, Zien dalen de avondzon, die zóo wij minden, In 't klaar kanaal en heeml en aard verbinden Met stralengoud en dichten dàar mijn lied! Dan zou, bij poozen, 'k weer mij 't meisje wanen Wie liefde lokte met beloftelach. En, vlood die droom, 'k vond troost in de eigen tranen, Hoog boven 't leed, dat overwonnen lag. Maar stil! ik zwerf langs donkere avondlanen. Zij rust in God, zij, die 'k niet roepen mag. [pagina 431] [p. 431] III Een merel zong in blanke bloesemboomen. Ik wist een mijmerpaadje in klaverweiden. De lieve zweeg, in eerbied en verbeiden. De kamer was vol zonlicht en aromen. Op de eigen plek, waar leed haar laatste lijden Mijn zuster, die zoo vroeg den dood zag komen Als een bevrijder, droomde ik stil mijn droomen. Eén zou mij lieve' en hem zou ik mij wijden. Was niet genoeg mij, zachte Meer-dan-Moeder, Uw liefde rein, die 'k voelde mij omwaren? Mijn jeugd was arm, maar eens kwam de àlvergoeder. O wist zij, die voor leed mij wou bewaren! 't Versmade hart lijdt kou en klopt àl moeder. Voelde ik haar hand maar even op mijn haren! Vorige Volgende