De Nieuwe Gids. Jaargang 35(1920)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] Droomen. Door Hélene Swarth. I In de oude kamer zag ik kaarsen branden En lelies blanken in een ranke vaas. De schemerweemoed weefde er nevelgaas. Naar lief Verleden strekte ik uit de handen, Waar 't sliep en droomde. - ‘O lief Verleden! dwaas Verliet ik u voor bosch en korenlanden. Ik sleepte er voort de halfverscheurde banden En zag de boomen door mijn tranenwaas.’ Doch toen ik wou de kamer binnentreden, Het heiligdom, waar sliep mijn lief Verleden, Boos, op den drempel, dreigde een zwarte hond. Mijn lief Verleden lag hij te bewaken, Hij beet mijn handen, liet mij niet genaken - Ik wou, ik wou dat ik dien droom verstond. [pagina 96] [p. 96] II De blanke nachtzee ruischte een lied van wee. 'k Stond op een zandplaat en ik moest vergaan. Koud dreigend blonk, in zilvergloor der maan, Het bliksemblauwe lichten van de zee. Doch éen verzelde me en ik zag haar aan. - ‘Hoe naar 't verderven sleurde uw wil mij mee? O 't sterven eenzaam, ver van veil'ge reê! Wat had ik u, dat zoo gij doet, misdaan?’ Zij lachte een schrillen wilden waanzinlach. Haar ijsblauwe oogen blikten hoonend wreed. - ‘Ik bracht u hier, wijl ik u lijden zag En 't leven hoorde vloeken om uw leed, Doch ik blijf bij u tot den Jongsten Dag.’ 'k Ontwaakte - en wist dat 'k nog niet sterven mag. [pagina 97] [p. 97] III De voorhang viel, het treurspel was gespeeld. Ik daalde dralend van een marmren trap. Doch roerloos bleef ik bij den derden stap Den voet geheven, stond ik als een beeld. De treden slonken weg. - Mijn levenssap Versteef, 'k zag, onvermijdlijk, onverheeld, Den dood voor oogen. 'k Was alleen: verdeeld Al had zich 't volk in plein en straten rap. Ik riep - maar geen, die 't hoorde van omlaag: Ik stond te ver - of gaf mijn stem geen klank? Zoo bleef ik staan: er was geen wederkeer. - Hoe martel 'k zelf mij met dit aarzlen traag! Eischt God dat eerst ik voor het treurspel dank? 'k Breid de armen uit en stort me in d'afgrond neer. Vorige Volgende