afleidend uit de relletjes in den Harskamp, heeft hij gemeend, dat het rijp was voor de instelling van Soldatenraden; gedreven wellicht door het prikkelend en konkurreerend optreden der Wijnkopianen, heeft hij gemeend, is hij in de waanmeening gekomen, dat Nederland rijp was voor een vreedzame revolutie als in Duitschland.
En toen zijn hem de domme en onvoorzichtige uitdrukkingen ontsnapt, die een angstschok door Nederland hebben doen gaan.
Want wij nemen geen oogenblik aan, dat de heer Troelstra gedacht heeft aan een Russische revolutie, met moord en doodslag, met bloed en fusillades, maar dat hij in den waan verkeerde, dat leger en arbeiders in ons land zoozeer rijp waren voor een verandering van zaken, dat met 't uitsteken van wat roode vlaggen, 't dragen van roode cocardes en het instellen van wat Arbeiders- en Soldatenraden alles van een leien dakje zou loopen.
Maar dàt was mis.
De heer Troelstra vergistte zich in de mentaliteit van ons volk en bleek geen juisten kijk gehad te hebben op wat er in ons volk leefde en omging.
Ook had hij zich verkeken op het psychologische oogenblik.
Toch deden zijn woorden een soort van psychologische paniek bij het overgrootste deel van het volk ontstaan - een besmettelijke paniek, die eensklaps alle lagen der maatschappij aantastte.
En nu gelooven wij, dat deze geestelijke paniek gevaarlijker voor ons land had kunnen worden dan het zoogenaamde revolutieplan-Troelstra, want in die angststemming lag de mogelijkheid van allerlei overhaaste en ondoordachte daden opgesloten, die niemand eenige dagen tevoren had durven voorspellen of kunnen voorzien, terwijl het gevaar, dat men zich uit de uitlatingen van den socialistischen leider had kunnen voorstellen, voor een ieder open en bloot lag.
Het Troelstra-gevaar was een zichtbaar gevaar, en daartegenover kon men zich dus wapenen, maar het paniek-gevaar was een gevaar der lafheid en daardoor onzichtbaar en dus allerlei verrassingen in zijn schoot verbergend.
Zelden of nooit hebben wij zulk een vertoon van lafheid in ons land bijgewoond als gevolgd is op de onvoorzichtige Kamerrede van Troelstra.
Die lafheid-paniek had zelfs de leiders der politieke partijen aangestoken.
Nauwelijks hadden de socialisten hun hervormings-eischen bekend gemaakt, of een gehuil van instemming brak van alle kanten los.
Zelfs van de principieele tegenstanders van weinige dagen geleden.
En niet alleen, dat Unie-liberalen en Oud-liberalen werden meegesleept in dezen rooden dans, zelfs katholieken, anti-revolutionnairen en christelijk-historischen deden aan dit demokratisch patertje-langs-den-kant mee.
Onmiddellijke invoering van Vrouwenkiesrecht?
Maar daar was toch iedereen voor! Dat sprak immers vanzelf! Hoe kon men zoo konservatief zijn om daar tegen te wezen? Zelfs zij, die het altijd bestreden hadden en het in politieke vergaderingen belachelijk hadden