bij uit te snikken. Bergen wij den flauwen krakeling weg, in de verste vergetelheid, maar geven we de schuld aan den bakker, aan het (mis-)baksel, niet aan de grondstoffen. Die grondstoffen hebben in dezen tijd al genoeg op hun geweten. Hier waren ze goed, deugdelijk, geen surrogaat. Plotseling rijk worden, plotseling arm worden, zijn geweldige schokken in een menschenleven; er kan geen reden zijn zulk een motief te verwaarloozen.
Naast den dichter die te kwader ure blijspelen ging maken, maar het groote geluk had (laat ons hopen dat hij het waardeert) van een ondubbelzinnig échec, een handig journalist met twee blijspelen (No. 2 en 3) en een betrekkelijk succes. Onverdiend, en wel in het geheel niet betrekkelijk onverdiend. Na reeds eenmaal een ontmoeting te hebben geforceerd tusschen Amsterdamsch volksdialect en Indisch klapperboom-Hollandsen, trachtte de heer van Wermerskerken nog eens de charmes van Dolle Hans en Bleeke Bet in zich te vereenigen. Mevrouw De Boer van Rijk, de ‘Suikerfreule’ creëerde, trots hevige tegenwerking van den tekst, een vrouw, en trok weken lang publiek. Het andere ‘blijspel’ van dezen auteur, ‘de Marconist’, was niet te redden, en werd niet gered.
Met den kinderachtigen smaak van flauw gebak en suikeren adel nog in den mond, zagen we ‘Femina’, het nieuwe stuk van Mr. Van Rossum, ditmaal in samenwerking met een psychiater. Wat deze laatste er bij gedaan heeft, is niet recht duidelijk. De enkele gegevens aangaande de Freud-methode, die verwerkt zijn, de enkele termen, die gebezigd worden, konden uit een boekje zijn gelezen.
Een jonge weduwe, die zich als patiënte bij een zenuwarts aanmeldt, en ziekte simuleert, enkel en alleen om hem op deze wijze te naderen en te dwingen haar te trouwen, want zij is verliefd op hem. Een zenuwarts, rotsvast geloovend in zijn methode en in zich zelf, overigens door en door fatsoenlijk man. Een zwager van het weeuwtje, een Don Juan op jaren, die (volgens haar plan) pro forma met haar verloofd moet zijn om een crisis te forceeren, maar haar in verlegenheid brengt door onverwachts van die verloving ernst te maken. Die dan de zaak, berouwhebbend en redelijk geworden, weer in orde brengt. Ziedaar de figuren van dit spel. Een paar momenten waren werkelijk goed gevonden: het ongelegen candidaatschap van den strooman-verloofde, en de weigering van den arts, om de bekentenis der patiënte te gelooven en in te zien