De Nieuwe Gids. Jaargang 33
(1918)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 763]
| |
De extatische nonnenGa naar voetnoot1) door Willem de Mérode.Is het geen wonder, hoe die teêre nonnen,
Die van Gods liefde gansch bevangen waren,
In brandende uren met bont zijden garen
Hun smart borduurden, fel en onbezonnen?
Bleek en ontzenuwd van extaze, wonnen
Zij kracht, en voelden weer, in koortsig staren,
Hoe innig zij met God vereenigd waren,
En gloeiend werd het in hun doek gesponnen.
Zij sidderden de lange dagen door
En blikten naar de deur, of hij mocht komen,
En grepen dikwijls naar 't bezwijkend hart.
Dan schoof een floers hun glazige oogen voor,
Gods zoete waanzin kwam hen overstroomen,
En zij borduurden met bloedrood en zwart.
|
|