Binnenlandsche staatkundige kroniek door Frans Netscher
De stembus heeft gesproken.
Het Algemeen Stemrecht is voor 't eerst in ons land in aktie geweest.
En de Stemplicht ook, evenals de Evenredige Vertegenwoordiging.
Hoe ziet 't er nu in ons land uit. Hòe heeft de stembus gesproken?
Wij komen daar dadelijk op terug, want wij willen eerst iets zeggen over de kiescijfers.
Het ‘Nieuws van den Dag’, dat onmiddellijk na de verkiezingen een beschouwing aan den afloop wijdde, stelde in 't licht, dat (in ronde cijfers) ongeveer 1.250.000 kiezers gestemd hebben. Het geheele kiezerscorps telt thans 1.516.720 (in 1917 nog slechts 1.079.475), zoodat iets meer dan 83 pCt. gestemd heeft en ongeveer 17 procent van de kiezers weggebleven zijn.
Nu moet men echter rekening houden met de mobilisatie, die aan een groot aantal mannen van 25 jaar en ouder het deelnemen aan de stemming onmogelijk maakt, ook al werken de militaire autoriteiten ten deze zooveel mogelijk mee. Misschien is het aantal van hen, die om deze reden niet konden komen, ruwweg op 6 pCt. te schatten. Wanneer men daar dan bijtelt de kiezers, die wegens ziekte of om andere reden bepaald verhinderd waren - allicht een procent of acht - dan blijven er nog slechts enkele percenten staatsburgers over, op wie noch het begrip plicht, noch de kans op berisping of boete, in dit geval vat heeft gehad.
Toch zijn er vooral in de groote steden meer kiezers weggebleven dan men berekend had. Wij laten hieronder volgen de percen-